Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 februari 2005
gepubliceerd op 09 maart 2005

Koninklijk besluit tot toewijzing van een subsidie van 1.900.000 EUR aan de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in toepassing van bijakte nr. 8 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2005014055
pub.
09/03/2005
prom.
15/02/2005
ELI
eli/besluit/2005/02/15/2005014055/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot toewijzing van een subsidie van 1.900.000 EUR aan de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in toepassing van bijakte nr. 8 van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 december 2003 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2004, en inzonderheid op artikel 1-01-09;

Gelet op de wetten betreffende de rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 tot 58;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 tussen de federale Staat en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, betreffende bepaalde initiatieven bestemd om de internationale rol en de functie van hoofdstad van Brussel te bevorderen, en meer in het bijzonder zijn bijakte nr. 8;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en budgettaire controle;

Overwegende dat het begrotingsprogramma van bijakte nr. 8 bij het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993 in zijn hoofdstuk XII - Culturele initiatieven - 1.900.000 EUR in 2004 voorziet voor het Centrum Cultuurindustrie;

Overwegende dat de aankoop van het gebouw « Bara/2 stations », gelegen in de Barastraat 173-177, te 1070 Brussel, als doel heeft dit Centrum Cultuurindustrie te verwezenlijken;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van 3 december 2004;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Een subsidie van een miljoen negenhonderdduizend euro (1.900.000 EUR) wordt aan de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (G.O.M.B.) toegekend. § 2. De subsidie onder § 1 wordt geboekt op de basisallocatie 56.22.33.08.88 van de algemene uitgavenbegroting van de FOD Mobiliteit en Vervoer van 2004.

Art. 2.De subsidie vertegenwoordigt het aandeel van de federale Staat in het kader van het Samenwerkingsakkoord van 15 september 1993, in de aankoop van de gebouw « Bara/2 stations », gelegen in de Barastraat 173-177, te 1070 Brussel.

Art. 3.§ 1. Er zal geen enkel bedrag worden gestort aan de G.O.M.B vóór de ondertekening door alle betrokken partijen van de authentieke akte met betrekking tot de aankoop van het bovengenoemde gebouw. § 2. De vrijgave van de subsidie moet uitdrukkelijk door de G.O.M.B. worden aangevraagd door middel van in drievoud opgemaakte, gedateerde en ondertekende schuldvorderingsverklaringen. § 3. De Directie Vervoerinfrastructuur van de FOD Mobiliteit en Vervoer, Notelaarsstraat 254, 2e verdieping, te 1030 Brussel, staat in voor de administratieve behandeling. Alle briefwisseling met betrekking tot de administratieve behandeling in het kader van dit besluit wordt naar het voornoemde adres gestuurd.

Art. 4.In het geval dat de G.O.M.B. het gebouw, aangehaald in artikel 2, gratis of tegen vergoeding overdraagt of het voor een ander gebruik bestemt dan voor de verwezenlijking van een Centrum van Cultuurindustrie, zal de G.O.M.B. de onderhavige subsidie volledig of gedeeltelijk moeten terugbetalen.

Art. 5.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^