Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 januari 2002
gepubliceerd op 29 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding aan de werklieden van de bouwnijverheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001013275
pub.
29/03/2002
prom.
15/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/15/2001013275/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding aan de werklieden van de bouwnijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de toekenning van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding aan de werklieden van de bouwnijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 mei 1999 Toekenning van een bijzondere aanvullende vorstvergoeding aan de werklieden van de bouwnijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 1999 onder het nummer 52557/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Onder « werklieden » verstaat men de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Toekenningsvoorwaarden

Art. 2.De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt toegekend aan de werklieden voor de dagen waarop zij in de periode van 1 oktober 1998 tot en met 30 april 1999 en in de periode van 1 oktober 1999 tot en met 30 april 2000 door hun werkgever tijdelijk werkloos werden gesteld wegens weerverlet en waarvoor zij vorstvergoedingen hebben genoten. HOOFDSTUK III. - Bedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding

Art. 3.Het forfaitair dagbedrag van de bijzondere aanvullende vorstvergoeding (uitgedrukt volgens de regeling van zes vergoedbare dagen per week) bedraagt 210 BEF bruto. HOOFDSTUK IV. - Diverse bepalingen

Art. 4.De bijzondere aanvullende vorstvergoeding wordt aan de gerechtigden respectievelijk in de maand juni 2000 en juni 2001 uitbetaald door het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf op basis van de inlichtingen verstrekt door de bij artikel 7 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf beoogde uitbetalingsinstellingen.

Art. 5.De dienst bedoeld bij artikel 23 van de statuten van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf is belast met de administratieve, boekhoudkundige en financiële organisatie van de verrichtingen die voortvloeien uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 6.De bijzondere gevallen die niet op grond van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden opgelost, worden door de meest gerede partij voorgelegd aan de raad van bestuur van het Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf. HOOFDSTUK V. - Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 oktober 1999 en treedt buiten werking op 30 september 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^