Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 1998
gepubliceerd op 08 september 1998

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van de Nationale Bank van België

bron
ministerie van financien
numac
1998003404
pub.
08/09/1998
prom.
15/07/1998
ELI
eli/besluit/1998/07/15/1998003404/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JULI 1998. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijziging van de statuten van de Nationale Bank van België


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 24 augustus 1939 op de Nationale Bank van België, inzonderheid artikel 35, leden 1 en 3;

Gelet op de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, inzonderheid artikel 38, punten 2 en 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 april 1998 ter uitvoering van artikel 38, punten 2 en 3 van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België;

Gelet op de uitgifte van een proces-verbaal in authentieke vorm van 1 juli 1998, opgemaakt door notaris Luc Possoz, te Brussel, van de beraadslagingen en besluiten van de algemene raad van de Nationale Bank van België, naamloze vennootschap, houdende wijziging van de statuten van de Bank;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden goedgekeurd de volgende wijzigingen aan de statuten van de Nationale Bank van België, aangenomen door de algemene raad van de bank van 1 juli 1998 : Lid 1 van artikel 1 wordt vervangen door de volgende bepalingen : « De Nationale Bank van België, in het Frans : « Banque Nationale de Belgique », in het Duits : « Belgische Nationalbank », in gesteld bij de wet van 5 mei 1850, maakt integrerend deel uit van het Europees stelsel van centrale banken, hierna ESCB genoemd, waarvan de statuten werden vastgelegd in het desbetreffend Protocol gehecht aan het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Daarenboven gelden voor de Bank deze wet, haar eigen statuten en aanvullend, de bepalingen betreffende de naamloze vennootschappen. » Artikel 44 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De gouverneur wordt door de Koning benoemd, voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar. Hij kan slechts door de Koning van zijn ambt ontheven worden indien hij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van zijn ambt voldoet of op ernstige wijze is tekortgeschoten. Hij beschikt tegen zulke beslissing over een beroep bedoeld in artikel 14.2 van de statuten van het ESCB. » Artikel 48 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De directeurs worden door de Koning benoemd op de voordracht van de Regentenraad voor een hernieuwbare termijn van zes jaar. Ze kunnen slechts door de Koning van hun ambt ontheven worden indien zij niet meer aan de eisen voor de uitoefening van hun ambt voldoen of op ernstige wijze zijn tekortgeschoten. » Artikel 62 wordt opgeheven.

Lid 5 van artikel 63 wordt opgeheven.

Lid 2 van artikel 64 wordt vervangen door de volgende bepaling : « De raad wisselt van gedachten over de algemene kwesties met betrekking tot de bank, het monetaire beleid en de economische toestand van het land en van de Europese Gemeenschap. Hij neemt iedere maand kennis van de toestand van de instelling. » Lid 3 van artikel 64 wordt opgeheven.

Artikel 75 tot 78 worden vervangen door de volgende bepaling : « Art. 75. 1. Behalve voor de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, heeft de Minister van Financiën, langs zijn vertegenwoordiger om, het recht controle uit te oefenen op de verrichtingen van de Bank en kan hij opkomen tegen de uitvoering van elke maatregel die strijdig zou zijn met de wet, met de statuten of met 's Rijks belangen.2. De vertegenwoordiger van de Minister van Financiën woont van rechtswege de vergaderingen van de Regentenraad en van het College van Censoren bij.Behalve voor de taken en verrichtingen die van het ESCB afhangen, houdt hij toezicht op de verrichtingen van de Bank, schorst en brengt hij ter kennis van de Minister van Financiën elke beslissing die met de wet, met de statuten of met 's Rijks belangen strijdig zouden zijn.

Indien de Minister van Financiën binnen acht dagen niet over de schorsing heeft beslist, mag de beslissing uitgevoerd worden. 3. De wedde van de vertegenwoordiger van de Minister van Financiën wordt door de Minister van Financiën vastgelegd in overleg met het bestuur van de Bank en wordt door deze laatste gedragen. De vertegenwoordiger van de Minister brengt over zijn opdracht ieder verslag uit aan de Minister van Financiën. »

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1998.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, J.-J. VISEUR

^