Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2004
gepubliceerd op 10 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202294
pub.
10/09/2004
prom.
15/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/15/2004202294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 15 maart 1982, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2001, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 2 april 2003;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.

Koninklijk besluit van 15 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 20 mei 1982.

Koninklijk besluit van 2 april 2003, Belgisch Staatsblad van 2 juli 2003.

Bijlage Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 mei 2003 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981 tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67685/CO/106.02)

Artikel 1.In de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1981 wordt onder-hoofdstuk 1.3 "rechthebbenden en voordelen" in het artikel 5, § 5, als volgt gewijzigd : « De echtgeno(o)t(e) of de samenwonende partner die de begrafeniskosten draagt van de arbeid(st)er, die overleden is ten gevolge van een arbeidsongeval, heeft recht op een eenmalige vergoeding van 3.750 EUR. Dit bedrag is forfaitair vastgesteld als tegemoetkoming in deze begrafeniskosten.

De nog inwonende kinderen van de overledene hebben elk recht op een morele schadevergoeding van 500 EUR. »

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 2003. Zij is afgesloten voor onbepaalde tijd en kan opgezegd worden door een van de contracterende partijen mits naleving van een opzegtermijn van 3 maanden. Deze opzegging wordt gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de cementagglomeraten via een aangetekende brief.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^