Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juli 2004
gepubliceerd op 22 september 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de inrichting en de financiering van de vakopleiding

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004202301
pub.
22/09/2004
prom.
15/07/2004
ELI
eli/besluit/2004/07/15/2004202301/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JULI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de inrichting en de financiering van de vakopleiding (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991, inzonderheid op artikel 6, laatst gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 22 september 1998;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juli 2003, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, betreffende de inrichting en de financiering van de vakopleiding.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juli 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 3 oktober 1991, Belgisch Staatsblad van 29 oktober 1991.

Koninklijk besluit van 22 september 1998, Belgisch Staatsblad van 26 november 1998.

Bijlage Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juli 2003 Inrichting en financiering van de vakopleiding (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 2003 onder het nummer 67510/CO/145) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers tewerkgesteld in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf ressorteren en op hun werkgevers, met uitzondering van de ondernemingen die zich bezighouden met het aanleggen en onderhouden van parken en tuinen. HOOFDSTUK II. - Organisatie en financiering van de vakopleiding

Art. 2.In toepassing van artikel 6, c) van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991, gesloten in het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf, tot oprichting van een fonds voor bestaanszekerheid en vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 oktober 1991 kunnen de sociale partners vertegenwoordigd in het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" cursussen sociaal-economische en professionele vorming en vorming inzake veiligheid en gezondheid op het werk ten bate van de in artikel 1 bedoelde werknemers inrichten.

De organisatiekosten van bedoelde cursussen worden aan de inrichter terugbetaald door het fonds, volgens de modaliteiten bepaald door zijn raad van bestuur. HOOFDSTUK III. - Deelname aan de cursussen

Art. 3.De werklieden hebben recht de in artikel 2 bedoelde cursussen bij te wonen met betaling ten laste van hun werkgever van hun normaal loon en de opgelopen verplaatsingskosten en eventueel andere kosten.

Het loon wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1974). HOOFDSTUK IV. -Terugbetaling van de door de werkgevers opgelopen kosten

Art. 4.In toepassing van artikel 6, e) van voormelde collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 1991 betaalt het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor het tuinbouwbedrijf" aan de werkgevers de krachtens artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst gemaakte kosten terug op voorlegging van de nodige bewijsstukken. De raad van bestuur van het fonds stelt de praktische modaliteiten vast met betrekking tot de uitvoering van dit artikel. HOOFDSTUK V. - Financiering - Financiële middelen

Art. 5.De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe om de inspanningen inzake vakopleiding te intensifiëren. Zij engageren zich ertoe om elk op hun niveau hun verantwoordelijkheid op te nemen en de werkgevers en de werknemers aan te sporen om in een ruimere mate gebruik te maken van de mogelijkheden geboden door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De ondertekende partijen benadrukken dat elke werknemer die een sectorale vorming wenst te volgen, hiertoe de kans moet krijgen.

Indien er zich op ondernemingsvlak problemen zouden stellen, dienen die voorgelegd te worden aan het verzoeningsbureau van het paritair comité.

Vanaf 1 januari 2003, zal de bijdrage voor vakopleiding verhoogd worden met 0,20 pct. en op 0,40 pct. gebracht worden. HOOFDSTUK VI. - Algemene bepalingen

Art. 6.Al de betwistingen betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003 en is gesloten voor een onbepaalde duur.

Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 mei 2001 tot inrichting en financiering van de vakopleiding, geregistreerd op 9 augustus 2001 onder het nummer 58415/CO/145.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeg van ten minste drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor het tuinbouwbedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juli 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^