Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juni 2001
gepubliceerd op 27 juli 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022535
pub.
27/07/2001
prom.
15/06/2001
ELI
eli/besluit/2001/06/15/2001022535/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 JUNI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 165, gewijzigd door de wetten van 20 december 1995, 22 februari 1998, 15 januari 1999 en 25 januari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 1970 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 3 september 1970 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 augustus 1970 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 februari 1971 tot vaststelling van het boekhoudingsplan van de erkende tariferingsdiensten;

Gelet op het advies van de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen, uitgebracht op 29 maart 2000;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, uitgebracht op 10 april 2000;

Gelet op het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, uitgebracht op 10 juli 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 23 januari 2001;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 25 januari 2001;

Gelet op het besluit van de Ministerraad, over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op het advies 31.264/1 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : a) « de Wet », de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;b) « de Minister », de Minister die de Sociale Zaken onder zijn bevoegdheid heeft;c) « de Commissie », de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen;d) « het Instituut », het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;e) « de Dienst », de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;f) « medisch recept » hierna « recipé » genoemd, het recept van een beroepsbeoefenaar die bevoegd is geneesmiddelen voor te schrijven. Onder een geneesmiddel wordt verstaan, hetzij een farmaceutische specialiteit en daarmee gelijkgesteld product, hetzij een magistrale bereiding en daarmee gelijkgesteld product. Op een geneesmiddelenvoorschrift kunnen meerdere recipés voorkomen; g) « onderrichtingen », de onderrichtingen voor het opstellen van de factuur over de farmaceutische verstrekkingen afgeleverd aan de rechthebbenden die niet in een verplegingsinstelling zijn opgenomen;h) « koninklijke besluiten die de vergoeding regelen van de magistrale bereidingen en de farmaceutische specialiteiten », het koninklijk besluit van 17 maart 1997 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de magistrale bereidingen en daarmee gelijkgestelde producten en het koninklijk besluit van 2 september 1980 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering tegemoetkomt in de kosten van de farmaceutische specialiteiten en daarmee gelijkgestelde producten.

Art. 2.De tariferingsdiensten bedoeld in artikel 165 van de Wet, worden door de Minister erkend na advies van de Commissie.

De aanvraag tot erkenning wordt door de tariferingsdienst gestuurd naar het secretariaat van de Commissie.

De Commissie onderzoekt of de aanvraag tot erkenning voldoet aan de voorwaarden omschreven in de volgende artikelen. Zij brengt een gemotiveerd advies uit binnen zestig dagen na de aanvraag door de tariferingsdienst.

De aanvraag wordt ingediend met een formulier waarvan het model als bijlage I bij dit besluit wordt gevoegd.

Art. 3.De tariferingsdiensten worden opgericht door, hetzij één of meer representatieve beroepsorganisaties van de apothekers, hetzij één of meer coöperatieve vennootschappen, eigenaars-beheerders van apotheken, die erkend zijn door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft krachtens de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een nationale Raad van Coöperatie, hetzij één of meer verzekeringsinstellingen.

Die tariferingsdiensten zijn opgericht onder de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk of zijn georganiseerd als een dienst van één van de in het eerste lid bedoelde verenigingen die zelf rechtspersoonlijkheid bezit.

Art. 4.De persoon verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de erkende tariferingsdienst wordt onder een arbeidsovereenkomst voor bedienden tewerkgesteld. Hij bezit de morele en technische kwaliteiten voor de uitoefening van de hem toevertrouwde opdrachten. Hij mag niet gerechtelijk gesanctioneerd geweest zijn met betrekking tot misbruiken of bedrog ten nadele van de verzekeringsinstellingen noch een beheersmandaat uitoefenen in een organisatie die de betrokken tariferingsdienst heeft opgericht of georganiseerd.

Indien die persoon geen apotheker is, doet de Raad van beheer van de erkende tariferingsdienst beroep op de medewerking van een apotheker als technisch raadgever. Deze mag niet gerechtelijk gesanctioneerd geweest zijn met betrekking tot misbruik of bedrog ten nadele van de verzekeringsinstellingen. Hij oefent zijn functie van technisch raadgever slechts uit in één tariferingsdienst.

Art. 5.§ 1. Iedere tariferingsdienst wijst, al dan niet onder zijn personeel, een veiligheidsconsulent aan. § 2. De veiligheidsconsulent heeft, in het kader van de veiligheid van de gegevens die door zijn tariferingsdienst worden ingezameld, overgedragen en verwerkt, een adviserende, stimulerende, documenterende en controlerende rol.

De veiligheidsconsulent adviseert de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer van de tariferingsdienst, op diens verzoek of op eigen initiatief, over alle aspecten van de informatieveiligheid. Het advies wordt schriftelijk en gemotiveerd uitgebracht, tenzij de risico's niet voldoende ernstig zijn. Binnen de tijdsspanne vereist door de omstandigheden, maar met een maximum van drie maanden, beslist de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer het advies al dan niet op te volgen en deelt hij de veiligheidsconsulent de genomen beslissing mee. In geval de beslissing van een schriftelijk advies afwijkt, dient de mededeling ervan op een schriftelijke en gemotiveerde wijze te geschieden.

De veiligheidsconsulent ziet toe op en bevordert de naleving van de veiligheidsvoorschriften opgelegd door of krachtens de wets- of reglementsbepaling en het aannemen van een veiligheidsgedrag bij de personen tewerkgesteld in de tariferingsdienst. Alle vastgestelde inbreuken worden schriftelijk en uitsluitend aan de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer meegedeeld, vergezeld van de nodige adviezen om dergelijke inbreuken in de toekomst te vermijden.

De veiligheidsconsulent legt de nodige documentatie aan over de informatieveiligheid. § 3. De veiligheidsconsulent dient een voldoende kennis te bezitten van de informatica-omgeving van de tariferingsdienst en van de informatieveiligheid. Hij dient deze kennis voortdurend bij te werken De veiligheidsconsulent wordt aangesteld na advies van het Toezichtscomité van de Kruispuntbank door de tariferingsdienst. Hij wordt onder een arbeidsovereenkomst voor bedienden tewerkgesteld.

Vooraleer advies uit te brengen, gaat het Toezichtscomité inzonderheid na of de betrokkenen voldoende kennis en beschikbare tijd hebben voor de goede uitvoering van hun opdrachten en geen activiteiten uitoefenen die onverenigbaar zijn met de opdracht. De identiteit van de veiligheidsconsulent wordt na zijn aanstelling onverwijld meegedeeld aan het Toezichtscomité. § 4. De veiligheidsconsulent stelt ten behoeve van de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer jaarlijks een verslag op.

Dit jaarverslag omvat ministens : 1° een algemeen overzicht van de veiligheidstoestand, de evolutie in het afgelopen jaar en de nog te realiseren doelstellingen;2° een samenvatting van de schriftelijke adviezen die overgemaakt werden aan de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer en het gevolg dat eraan werd verleend;3° een overzicht van de werkzaamheden verricht door de veiligheidsconsulent;4° een overzicht van de resultaten van de controles uitgevoerd door de veiligheidsconsulent met weergave van alle vastgestelde voorvallen die van aard waren de informatieveiligheid van de tariferingsdienst in het gedrang te brengen;5° een overzicht van alle gevolgde en nog te volgen opleidingen; § 5. De veiligheidsconsulent kan niet van zijn functie ontheven worden wegens meningen die hij uit of daden die hij stelt in het kader van de goede uitoefening van zijn functie.

Art. 6.Het loon dat wordt uitbetaald aan de personen belast met de tarifering, de facturering en de controle van de geneesmiddelenvoorschriften, wordt niet berekend in functie van het bedrag van de getarifeerde en gecontroleerde voorschriften. Dit is eveneens het geval voor het loon van de persoon aan wie de verantwoordelijkheid voor het dagelijks beheer is toevertrouwd en voor de eventuele vergoeding van de apotheker-technisch raadgever.

Het loon dat wordt uitbetaald aan de veiligheidsconsulent wordt niet berekend in functie van het bedrag van de getarifeerde en gecontroleerde voorschriften.

Art. 7.De apothekers-titularis en de depothoudende geneesheren die de regeling van de rechtstreekse betaling door de verzekeringsinstellingen toepassen, sluiten verplicht aan bij een door hen gekozen erkende tariferingsdienst op het moment dat zij deze hoedanigheid verwerven.

De akte van aansluiting waarvan het model als bijlage III bij dit besluit wordt gevoegd, bevat inzonderheid de volgende bepalingen : 1° verbod de tarifering van de afgeleverde farmaceutische verstrekkingen over twee of meer erkende tariferingsdiensten te verdelen;2° verbod de tarifering van de farmaceutische verstrekkingen aan een andere erkende tariferingsdienst toe te vertrouwen vóór het einde van een kalenderjaar.Van die regel wordt afgeweken voor de aangeslotene die geen titularis meer is van de apotheek, of van het geneesmiddelendepot waarvoor hij was aangesloten; in dat geval loopt zijn aansluiting automatisch ten einde.

De intrekking van de aansluiting bij een erkende tariferingsdienst is afhankelijk van een opzeggingstermijn van vier maanden.

Een zelfde opzegging wordt gegeven indien de tariferingsdienst een aangeslotene uitsluit.

Art. 8.Om erkend te worden en om erkend te blijven moeten de tariferingsdiensten voldoen aan één van de volgende voorwaarden : - hetzij constant de aansluiting van minstens dertig apothekers-titularis of depothoudende geneesheren die de regeling van de rechtstreekse betaling door de verzekeringsinstellingen toepassen, bewijzen; - hetzij elke maand ten minste twintigduizend recipés tariferen.

De erkende tariferingsdiensten delen jaarlijks en vóór 1 maart, de op 1 januari van het jaar opgemaakte lijst (papieren en elektronische drager) van hun aangeslotenen (met naam en adres) en het aantal gefactureerde recipés van het voorgaande jaar mee aan de Dienst.

Art. 9.De tariferingsdien sten moeten de volgende verplichtingen vervullen : 1° de tarifering uitvoeren van de recipés vermeld op de geneesmiddelenvoorschriften volgens de koninklijke besluiten die de vergoeding regelen van de magistrale bereidingen en de farmaceutische specialiteiten en de geldende onderrichtingen, alsmede de controle verrichten volgens de geldende onderrichtingen; Deze controle omvat een minimumcontrole op alle doorgestuurde gegevens en op alle voorschriften van elke apotheker, een controle van alle voorschriften boven een vastgestelde waarde en van alle voorschriften die zijn opgenomen in een aselecte steekproef.

De tariferingsdienst is verplicht een verslag op te stellen van de uitgevoerde controleprocedures en de resultaten ervan. Dit verslag wordt ter beschikking gehouden van de controlediensten van de verzekeringsinstellingen en het Instituut.

De nadere regels met betrekking tot deze controle zijn opgenomen in de onderrichtingen, vastgelegd door het Verzekeringscomité op voorstel van de Commissie. 2° een rapport buiten boekhouding volgen volgens de onderrichtingen die als bijlage IV bij dit besluit worden gevoegd; Nadere regelen van het rapport buiten boekhouding kunnen door het Verzekeringscomité worden vastgelegd. 3° een individuele rekening bijhouden voor iedere aangesloten apotheker-titularis of depothoudende geneesheer;de factureringsdocumenten opstellen en aan de verzekeringsinstellingen doorzenden, overeenkomstig de onderrichtingen, vastgelegd door het Verzekeringscomité op voorstel van de Commissie; 4° enerzijds de geneesmiddelenvoorschriften ter beschikking stellen van de verzekeringsinstellingen, voor controle ter plaatse, volgens de onderrichtingen vastgesteld door het Verzekeringscomité op voorstel van de Commissie;anderzijds overgaan tot het ongeldig maken van de geneesmiddelenvoorschriften alvorens ze aan de apothekers-titularis of depothoudende geneesheren worden teruggestuurd; 5° de betaling van de facturen in bewaargeving ontvangen en elke maand, ten laatste de vijftiende, de vóór de eerste van de vorige maand ontvangen sommen verdelen naar verhouding tot de grootte van de rekening van elke aangeslotene;6° aan de Dienst voor administratieve controle van het Instituut, zonder verplaatsen van stukken, de inlichtingen verstrekken die voor zijn controleopdracht nodig zijn overeenkomstig artikel 163 van de Wet, zowel de inlichtingen gevraagd door de sociale inspecteurs of controleurs van voornoemde Dienst als degene welke betrekking hebben op de misbruiken of onregelmatigheden die door de tariferingsdienst zelf werden vastgesteld;7° aan de Dienst voor geneeskundige controle van het Instituut, zonder verplaatsen van stukken, de inlichtingen verstrekken die voor zijn controleopdracht nodig zijn overeenkomstig artikel 150 van de Wet, zowel de inlichtingen gevraagd door de geneesheren-inspecteurs of apothekers inspecteurs van voornoemde Dienst, als degene welke betrekking hebben op de misbruiken of onregelmatigheden die door de tariferingsdienst zelf werden vastgesteld;8° aan de verzekeringsinstellingen, met het oog op de toepassing van de Wet, alle gegevens te verstrekken aangaande de leveringen waarvoor ze tariferingsverrichtingen uitvoeren, overeenkomstig het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de gegevens inzake te tariferen verstrekkingen die de tariferingsdiensten aan de verzekeringsinstellingen moeten overmaken, de onderrichtingen en de instructies betreffende de gegevensinzameling van de farmaceutische verstrekkingen (uniek spoor : factuur en statistiek), vastgelegd door het Verzekeringscomité op voorstel van de Commissie. De persoonsgegevens mogen enkel gebruikt worden en doorgegeven aan de verzekeringsinstellingen en aan het RIZIV in het kader van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen.

De gegevens worden opgenomen in de factuur die bestaat uit twee elementen : een papieren drager en een elektronische drager. Beide elementen moeten aanwezig zijn om een rechtsgeldige factuur te hebben die de betaling mogelijk maakt; 9° beantwoorden aan de verplichtingen van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens.

Art. 10.De Koning kan, na het advies van de Commissie, het maximumpercent vaststellen van de bijdrage door de aangeslotenen te betalen als tussenkomst in de werkingskosten van de erkende tariferingsdiensten.

Op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, wordt dit maximumbedrag vastgesteld op 4 pct. van het bruto bedrag van de getarifeerde farmaceutische verstrekkingen.

Art. 11.De ziekenhuizen die de regeling van de rechtstreekse betaling door de verzekeringsinstellingen toepassen, richten in de schoot van hun inrichting een dienst op die belast is met de tarifering van de toegediende farmaceutische verstrekkingen, die erkend wordt door de Minister.

De aanvraag wordt ingediend met een formulier waarvan het model als bijlage II bij dit besluit wordt gevoegd.

Deze tariferingsdiensten kunnen erkend worden mits aan de volgende voorwaarden is voldaan : 1° ze zijn er toe gehouden de tarifering uit te voeren van de recipés vermeld op de geneesmiddelenvoorschriften volgens de koninklijke besluiten die de vergoeding regelen van de magistrale bereidingen en de farmaceutische specialiteiten en de geldende onderrichtingen;2° ze zijn ertoe gehouden de controle te verrichten volgens de geldende onderrichtingen.De nadere regels met betrekking tot deze controle zijn opgenomen in de onderrichtingen, vastgesteld door het Verzekeringscomité op voorstel van de Commissie.

De tariferingsdienst moet er zich toe verbinden de verplichtingen na te komen die in artikel 8, 2°, 4°, 6°, 7° en 9° zijn vastgesteld.

Art. 12.De Minister kan de erkenning intrekken na gemotiveerd advies van de Commissie, wanneer de tariferingsdienst de bepalingen van dit besluit overtreedt.

Wat de in artikel 7, eerste lid, bedoelde verplichting betreft, kan de erkenning slechts ingetrokken worden wanneer het minimum aantal aangeslotenen of recipés niet werd bereikt gedurende een ononderbroken periode van twaalf maanden.

Art. 13.Van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, mag worden afgeweken voor de tariferingsdiensten die de afwijking hebben bekomen, bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 12 augustus 1970 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten. Deze tariferingsdiensten blijven er verder toe gehouden de volgende verplichtingen na te komen : 1° de bij de Nationale Bank van België of bij de Deposito- en consignatiekas gestorte waarborgsom, waarvan het bedrag overeenstemt met 5 pct.van het maandgemiddelde van de door die tariferingsdienst getarifeerde bedragen tijdens de periode van twaalf maanden die voorafgaan aan de maand waarin de aanvraag wordt ingediend, met een maximum van twee miljoen frank, daar te behouden; 2° de deponent mag de interesten van zijn waarborgsom vrij afhalen. Het is hem niet geoorloofd het hoofdbedrag af te halen zonder geschreven machtiging vanwege de Minister.

Art. 14.Van het bepaalde in artikel 3, eerste lid, mag worden afgeweken voor de tariferingsdiensten die hun aanvraag om erkenning indienen, indien de volgende voorwaarden zijn vervuld : 1° de aanvraag gebeurt op voordracht van een tariferingsdienst die erkend werd bij toepassing van artikel 2, en die niet reeds vroeger dergelijke aanvraag heeft gedaan;2° deze aanvraag heeft tot doel a) ofwel te voorzien in de ontdubbeling van de reeds erkende tariferingsdienst in het kader van de aansluiting van apothekers-titularis met een gecomputeriseerde officina;b) ofwel te voorzien in de fusie van erkende tariferingsdiensten dewelke fusioneren onder een enkel erkenningsnummer;zij zullen gerechtigd zijn meerdere facturen per maand bij de verzekeringsinstellingen in te dienen, met dien verstande evenwel dat per apotheker-titularis de facturatieperiode een kalendermaand dient uit te maken; 3° de aldus opgerichte tariferingsdienst beantwoordt aan de overige in dit besluit gestelde erkennings-voorwaarden, met dien verstande dat het aantal récipés dat elke maand minimaal getarifeerd moet worden waarvan sprake is in artikel 7, tweede lid, berekend wordt op grond van de getarifeerde bedragen voor de aangeslotenen tijdens het jaar dat de nieuwe aansluiting voorafgaat.

Art. 15.De tariferingsdiensten die erkend zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, behouden deze erkenning, maar moeten de verplichtingen die voortvloeien uit dit besluit naleven.

Art. 16.Het koninklijk besluit van 12 augustus 1970 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten, het ministerieel besluit van 3 september 1970 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 12 augustus 1970 tot vaststelling van de maatstaven tot erkenning van de tariferingsdiensten en het ministerieel besluit van 10 februari 1971 tot vaststelling van het boekhoudingsplan van de erkende tariferingsdiensten worden opgeheven.

Art. 17.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE Bijlage I Aanvraag tot erkenning van een tariferingsdienst (1) De tariferingsdienst : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Opgericht door (2) : O Een beroepsorganisatie van apothekers : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

O Een coöperatieve vennootschap van apotheken, erkend door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft, krachtens de wet van 20 juli 1955 houdende instelling van een nationale Raad van Coöperatie : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

O Een verzekeringsinstelling : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Juridische vorm (2) (3) : O Vereniging zonder winstoogmerk;

O Dienst georganiseerd in het kader van de voornoemde beroepsorganisatie of de voornoemde coöperatieve vennootschap.

De persoon verantwoordelijk voor het dagelijks beheer (4) : Naam en voornamen : . . . . .

Privé-adres : . . . . . (Indien het een apotheker betreft, kopie van het diploma) Apotheker-technisch raadgever (4) : Naam en voornamen : . . . . .

Privé-adres : . . . . . (Kopie van het diploma) Aantal aangeslotenen (5) : Aantal recipés maandelijks behandeld tijdens de laatste twaalf maanden die de maand van deze aanvraag voorafgaan : . . . . .

Vraagt zijn erkenning krachtens het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten, en verbindt zich ertoe de bepalingen ervan na te leven.

Datum : Handtekening en naam van de gevolmachtigde : (1) Opsturen met een aangetekend brief aan het secretariaat van de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen.(2) Doorhalen wat niet past.(3) De tekst van de statuten van de vereniging zonder winstoogmerk, beroepsorganisatie of coöperatieve vennootschap wordt als bijlage bij de aanvraag tot erkenning gevoegd.(4) Bij de aanvraag wordt een recent bewijs van goed zedelijk gedrag gevoegd, alsmede een verklaring op erewoord waarin staat dat de betrokkene niet gerechtelijk gesanctioneerd is, met betrekking tot misbruiken of bedrog ten nadele van de verzekeringsinstellingen.(5) Een lijst van deze aangeslotenen, met aanduiding van hun naam, adres en hoedanigheid (apotheker of depothoudende geneesheer) wordt bij de aanvraag tot erkenning gevoegd. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Bijlage II Aanvraag tot erkenning van een tariferingsdienst opgericht in het kader van een ziekenhuis (1) Het ziekenhuis : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

De persoon verantwoordelijk voor het dagelijks beheer van de tariferingsdienst (2) : Naam en voornamen : . . . . .

Privé-adres : . . . . . (Indien het een apotheker betreft, kopie van het diploma) Vraagt haar erkenning krachtens het koninklijk besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten, en verbindt zich ertoe de bepalingen ervan na te leven.

Datum : Handtekening en naam van de gevolmachtigde van het ziekenhuis : (1) Opsturen met een aangetekend brief aan het secretariaat van de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen.(2) Bij de aanvraag wordt een recent bewijs van goed zedelijk gedrag gevoegd, alsmede een verklaring op erewoord waarin staat dat de betrokkene niet gerechtelijk gesanctioneerd is met betrekking tot misbruiken of bedrog ten nadele van de verzekeringsinstellingen. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Bijlage III Akte van aansluiting bij een tariferingsdienst Ik ondergetekende, O Apotheker-titularis Naam en voornamen : . . . . .

Adres van de apotheek : . . . . .

RIZIV-identificatienummer van de apotheker-titularis : . . . . .

Identificatienummer van de apotheek : . . . . .

O Depothoudende geneesheer Naam en voornamen : . . . . .

Adres van het depot : . . . . .

Identificatienummer : . . . . .

Verklaar aan te sluiten bij de tariferingsdienst : Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Verbind mij ertoe : 1° aan die tariferingsdienst alle farmaceutische verstrekkingen toe te vertrouwen, die ik volgens het stelsel van de rechtstreekse betaling door de verzekeringinstellingen zal uitgevoerd hebben voor rekening van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging;2° de tarifering van die farmaceutische verstrekkingen niet toe te vertrouwen aan een andere tariferingsdienst, vóór het einde van een kalenderjaar en de intrekking van mijn aansluiting afhankelijk te maken van een opzeggingstermijn van vier maanden, betekend vóór 1 september met een aangetekende brief. Nochtans neemt deze aansluiting zonder mijn opzegging een einde, indien ik geen titularis meer ben van de voornoemde apotheek of van het voornoemd geneesmiddelendepot.

Datum : Handtekening : Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE Bijlage IV Onderrichtingen betreffende het rapport buiten boekhouding Het rapport buiten boekhouding van de erkende tariferingsdiensten, met uitzondering van de erkende tariferingsdiensten in de ziekenhuizen, zal die rubrieken omvatten die toelaten de volgende gegevens, welke steeds ter beschikking moeten zijn, samen te stellen : 1. Per maand en per aangeslotene : A.afzonderlijk voor de magistrale bereidingen en de farmaceutische specialiteiten de totalen van de bruto- en nettobedragen die door de tariferingsdienst bij de verzekeringsinstellingen ingediend werden met betrekking tot de getarifeerde en gefactureerde verstrekkingen, evenals de totalen van elk van deze gegevens;

B. de sommen die aangerekend worden als bijdrage in de werkingskosten van de tariferingsdienst, en het totaal;

C. de eventuele wijzigingen die door de tariferingsdienst op de maandstaten aangebracht werden en het totaal, op basis van de door de verzekeringsinstellingen aanvaarde en verworpen facturen per apotheker-titularis en per kwartaal;

D. de uit te betalen bedragen en het totaal. 2. Per maand en per verbond, gewestelijke dienst van de Hulpkas voor ziekte- en invaliditeitsverzekering of de Kas der geneeskundige verzorging van de nationale maatschappij der Belgische spoorwegen : E.afzonderlijk voor de magistrale bereidingen en de farmaceutische specialiteiten de totalen van de bruto- en nettobedragen die door de tariferingsdienst ingediend werden, evenals de totalen van elk van deze gegevens;

F. de eventuele wijzigingen die door de tariferingsdienst op de maandstaten aangebracht werden en het totaal; op basis van de door de verzekeringsinstellingen aanvaarde en verworpen facturen per apotheker-titularis en per kwartaal G. de te ontvangen bedragen evenals het totaal. 3. Een balans per maand, waaruit blijkt : - dat de totalen van A.gelijk zijn aan de totalen van E.; - dat de totalen van D. gelijk zijn aan de netto-totalen van A., rekening houdend met B. en C.; - dat het totaal van G. gelijk is aan het netto-totaal van E., rekening houdend met F. 4. H.per datum, de bedragen die van de verzekeringsinstellingen ontvangen werden;

I. per datum de bedragen die aan de aangeslotenen uitbetaald werden;

J. maandelijks, op de eerste van de maand, de door de verzekeringsinstellingen nog verschuldigde bedragen;

K. maandelijks op de eerste van de maand, de bedragen die nog te betalen zijn aan de aangeslotenen. 5. Een staat opgemaakt op de eerste van elke maand, waaruit blijkt dat de achterstallen (J) van de vorige maand, vermeerderd met de sindsdien ingediende bedragen gelijk zijn aan de ontvangen bedragen vanaf de eerste van de vorige maand (af te leiden uit H), vermeerderd met de achterstallen (J) op dezelfde datum, rekening houdend met de door de verzekeringsinstellingen aangebrachte wijzigingen. Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 15 juni 2001 tot vaststelling van de erkenningscriteria voor de tariferingsdiensten.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^