Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juni 2006
gepubliceerd op 11 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, tot vaststelling van een leerreglement

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201857
pub.
11/09/2006
prom.
15/06/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, tot vaststelling van een leerreglement (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, tot vaststelling van een leerreglement.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002 Vaststelling van een leerreglement (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2002 onder het nummer 64574/CO/102.04)

Artikel 1.§ 1. Dit leerreglement is van toepassing in de ondernemingen die onder de toepassing vallen van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant en die leerlingen opleiden of willen opleiden in toepassing van het leerlingstelsel voor werknemersberoepen, voorzien bij de wet van 19 juli 1983 (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1983). § 2. Voor de toepassing van dit leerreglement wordt verstaan onder : 1° de "wet" : de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst;2° het "koninklijk besluit van 5 juli 1998" : het koninklijk besluit van 5 juli 1998 tot bepaling van de nadere voorwaarden en de modaliteiten inzake de erkenning en de intrekking van de erkenning als patroon en opleidingsverantwoordelijke in het kader van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst;3° het "leercomité" : het Paritair leercomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant;4° de "patroon" : de verantwoordelijke van een in § 1 bedoelde onderneming die overeenkomstig artikel 43 van de wet als patroon erkend werd of erkend wil worden door het leercomité;5° "leerovereenkomst" : een leerovereenkomst, gesloten in toepassing van de wet tussen een erkende patroon en een leerling. Beroepen

Art. 2.In de in artikel 1, § 1, bedoelde ondernemingen kunnen leerovereenkomsten gesloten worden voor ieder beroep vermeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2001 betreffende de sociale programmatie 2001-2002 voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant en geregistreerd ter griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid onder het nummer 57379/CO/102.04, zoals ieder beroep van de categorieën A en B, vermeld in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 maart 2001 betreffende de arbeidsvoorwaarden in de ondernemingen van de provincie Luik, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant en geregistreerd ter griffie van de administratie van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid onder het nummer 57381/CO/102.04.

Doelgroep

Art. 3.Overeenkomstig artikel 4, § 1, van de wet kunnen in beginsel enkel leerovereenkomsten gesloten worden met minderjarigen die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht, dit wil zeggen jongeren tussen 15/16 en 18 jaar in de periode van deeltijdse leerplicht.

In toepassing van artikel 4, § 2, tweede lid, van de wet mogen ook leerovereenkomsten gesloten worden met meerderjarigen, op voorwaarde dat zij niet ouder dan 20 jaar zijn op het ogenblik van het begin van de vorming.

Duur van de leertijd

Art. 4.De duur van de voor de in artikel 2 vermelde beroepen wordt vastgesteld op drie schooljaren maximum, zonder minder dan 12 maanden zijn, zonder meer dan 36 maanden zijn, jaarlijkse verlofperiode inbegrepen.

Aantal leerlingen

Art. 5.§ 1. Het aantal leerlingen dat gespreid in de tijd door de patroon kan opgeleid worden is onbeperkt. § 2. Het aantal leerlingen dat tegelijkertijd door een patroon kan opgeleid worden is vastgesteld door het paritair leercomité volgens de aanvraag en omkaderingsbehoeften van de onderneming.

Leervergoeding

Art. 6.De leerling ontvangt van de patroon een maandelijkse leervergoeding waarvan het bedrag overeenstemt met een percentage van de helft van het nationaal gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zoals bepaald voor de werknemers van 21 jaar bij collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in de Nationale Arbeidsraad.

Dit percentage evolueert met de leeftijd van de leerling volgens onderstaand schema : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Een bepaling formuleert uitdrukkelijk dat de vergoeding pro rata temporis moet worden berekend (en niet enkel op basis van de helft van het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen als de leerling meer aanwezig is in de onderneming tijdens de schoolvakanties, bij toepassing van de mogelijkheid bepaald in artikel 8, § 3, alinea 2.

Meewerkende opleidingsinstellingen

Art. 7.Voor het verstrekken van de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming komen de volgende opleidingsinstellingen in aanmerking : - de centra voor deeltijds beroepssecundair onderwijs, ingericht of gesubsidieerd door de bevoegde gemeenschap, met name de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde "Centres d'Education et de Formation en Alternance", de door de Duitstalige Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde "Teilzeitunterrichtszentern" en de door de Vlaamse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Centra voor Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs.

Alterneringsschema's

Art. 8.§ 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder : - "luik 1" : de praktische opleiding in de onderneming; - "luik 2" : de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de meewerkende opleidingsinstelling.

In onderlinge afspraak tussen patroon, leerling en meewerkende opleidingsinstelling, mag één van de volgende alterneringsschema's toegepast worden : - alternering 3 dagen "luik 1" en 2 dagen "luik 2" binnen de werkweek; - alternering een week "luik 1" - 1 week "luik 2". § 2. Het "luik 1" mag in geen enkel geval 24 uren per week overschrijden. § 3. Gedurende de periodes dat er geen alternering is tussen "luik 1" en "luik 2", zoals bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties, moet enkel "luik 1" van het in de leerovereenkomst vermeld alterneringsschema uitgevoerd worden.

Bij wederzijds akkoord kunnen de bij de leerovereenkomst betrokken partijen echter besluiten tijdens zulke periodes de leerovereenkomst voltijds in de onderneming van de patroon uit te voeren.

Opleidingsprogramma

Art. 9.Voor elk beroep waarvoor de patroon overeenkomstig artikel 4 van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 een erkenningsaanvraag indient, voegt hij als bijlage aan deze vraag een voorstel van opleidingsprogramma opgesteld in samenwerking met de samenwerkende opleidingsinstellingen.

Procedure bij geschillen

Art. 10.Onverminderd de bepalingen van artikel 14 van de wet wordt elk geschil dat voortvloeit uit de uitvoering van de leerovereenkomst besproken in de ondernemingsraad of met de werknemersafvaardiging volgens hun respectieve bevoegdheden, om in overleg met de patroon, de eventuele opleidingsverantwoordelijke en de leerling een oplossing te zoeken voor het geschil.

Indien dit onmogelijk blijkt, wordt het geschil voorgelegd aan een beperkte paritaire commissie van het comité, die binnen 15 dagen een uitspraak doet.

Onbetaalde vakantie

Art. 11.Onverminderd de rechten van de leerling inzake jaarlijkse vakantie die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, kan de leerovereenkomst op verzoek van de leerling en zonder dat de patroon dit kan weigeren, geschorst worden tijdens de maanden juli en augustus. De duur van deze schorsing bedraagt ten hoogste 31 kalenderdagen. Bovendien mag deze schorsing ten vroegste aanvangen op 1 juli en kan zij ten laatste eindigen op 31 augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de leerling van de patroon noch een leervergoeding noch vakantiegeld eisen.

De schorsingsperiode zal vastgesteld worden in gemeen overleg tussen de partijen.

Art. 12.Erkenning als patroon of als opleidingsverantwoordelijke - afwijkingsmaatregelen Bij toepassing van artikel 43, § 3, van de wet, worden de erkenningsmaatregelen inzake leeftijd en beroepservaring als volgt vastgelegd, zowel voor de patroons als voor de opleidingsverantwoordelijke : - 25 jaar voor wat de leeftijdsvoorwaarde betreft; - 5 jaar voor wat het voorwaarde voor praktische beroepservaring betreft.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 september 2002 en wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

Zij kan eveneens door één van de betrokken partijen vertegenwoordigd in het paritair subcomité worden opgezegd, met een vooropzeg van drie maanden, gericht, via een ter post aangetekende brief, aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage 1 bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, tot vaststelling van een leerreglement PARITAIR LEERCOMITE VOOR HET BEDRIJF VAN DE ZANDSTEEN- EN KWARTSIETGROEVEN OP HET GEHELE GRONDGEBIED VAN HET RIJK, UITGEZONDERD DE KWARTSIETGROEVEN VAN DE PROVINCIE WAALS-BRABANT LEEROVEREENKOMST GESLOTEN BIJ TOEPASSING VAN DE WET VAN 19 JULI 1983 OP HET LEERLINGWEZEN VOOR BEROEPEN UITGEOEFEND DOOR WERKNEMERS IN LOONDIENST Tussen de onderneming Benaming : . . . . .

Adres : . . . . . . . . . .

Telefoonnummer : . . . . .

Fax nr. : . . . . .

Vertegenwoordigd door : Naam en voornaam van de persoon die de onderneming contractueel kan verbinden en die erkend werd als PATROON : . . . . .

Geboorteplaats en -datum : . . . . .

Nationaliteit : . . . . . erkend als patroon door het PLC 102.04 op datum van : . . . . . enerzijds, en de leerling Naam en voornaam : . . . . .

Geboorteplaats en -datum : . . . . . Nationaliteit : . . . . .

Woonplaats : . . . . .

Telefoonnummer : . . . . .

Vertegenwoordigd door : Naam en voornaam van de wettelijke vertegenwoordiger (vader/moeder/voogd) : . . . . .

Woonplaats : . . . . .

Telefoon : . . . . .

Nationaliteit : . . . . . anderzijds, wordt overeengekomen wat volgt :

Artikel 1.Duur.

Deze leerovereenkomst wordt gesloten voor een periode van ...... maanden beginnend op . . . . . en eindigend op . . . . .

De proeftijd bedraagt ...... maand(en).

Art. 2.Voorwerp Met deze leerovereenkomst gaat de patroon de verbintenis aan om de leerling een opleiding te verstrekken met het oog op het uitoefenen van het beroep van : . . . . . en verbindt de leerling zich ertoe om de praktijk van het beroep onder het gezag van de patroon aan te leren en onder diens toezicht de voor zijn opleiding noodzakelijke leergangen te volgen.

De opleiding in de onderneming vindt plaats te . . . . . (adres van de werkplaats van hoger genoemde onderneming).

De leerovereenkomst wordt uitgevoerd op de normale werkdagen waarop gepresteerd wordt binnen deze vestiging, uitgezonderd op de dagen waarop hoger genoemde leerling de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming volgt in de in artikel 3 vermelde opleidingsinstelling :

Art. 3.Theoretische opleiding.

Hoger genoemde leerling volgt de aanvullende theoretische opleiding en algemene vorming in de volgende opleidingsinstelling Naam : . . . . .

Adres : . . . . .

Telefoon- en faxnummer : . . . . .

Verantwoordelijke : . . . . .

Begeleider van de opleiding : . . . . .

Art. 4.Alterneringsschema. § 1. Het volgend alterneringsschema is van toepassing, zonder rekening te houden met eventuele vakantieperiodes : ? 1e mogelijkheid : - bij alternering binnen de werkweek : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (AM : voormiddag - PM : namiddag) ? 2e mogelijkheid : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (invullen "onderneming" of "onderwijsinstelling") Tijdens de periodes wanneer er geen alternering is, bijvoorbeeld tijdens de schoolvakanties, moet enkel "luik 1" van bovenvermeld alterneringsschema worden uitgevoerd.

De partijen die bij dit contract betrokken zijn kunnen echter, in onderling overleg, in afwijking op bovenvermelde alinea, beslissen het leercontract voltijds uit te voeren in de onderneming van de patroon tijdens deze periodes.

Tijdens de maanden juli en augustus kan het leercontract echter geschorst worden op eenvoudige vraag van de leerling en zonder dat de werkgever dit kan weigeren. De duur van de schorsing bedraagt maximaal 31 opeenvolgende dagen. Deze schorsing kan bovendien ten vroegste beginnen op 1 juli en eindigen ten laatste op 31 augustus. Voor deze schorsingsperiode kan de leerling van de patroon geen leervergoeding, noch vakantiegeld eisen.

Art. 5.Opleidingsverantwoordelijke en instructeur.

Met het oog op zijn praktische opleiding zal hoger genoemde leerling de taken en functies vervullen die vermeld zijn in het hierbij gevoegd opleidingsprogramma.

De opleiding wordt, indien de patroon daar niet zelf voor instaat, verzekerd door de volgende opleidingsverantwoordelijke : Naam en voornaam : . . . . .

Geboorteplaats en -datum : . . . . .

Nationaliteit : . . . . .

Woonplaats : . . . . . erkend door het Paritair leercomité 102.04 op datum van . . . . .

De opleiding wordt, zo nodig, toevertrouwd aan de volgende instructeur : Naam en voornaam : . . . . .

Geboorteplaats en -datum : . . . . .

Nationaliteit : . . . . .

Woonplaats : . . . . .

Aantal jaren ervaring in het te leren vermeld beroep : ...............

Art. 6.Leervergoeding. § 1. Berekeningswijze : De leervergoeding wordt berekent volgens de bepalingen van artikel 6 van het leerreglement. § 2. Concreet bedrag van de leervergoeding die moet betaald worden : Het bedrag van de maandelijkse leervergoeding moet, na berekening, afgerond worden naar het bovenliggende veelvoud van 10 cent.

De leerling ontvangt een bruto maandelijkse leervergoeding van . . . . . EUR. De nettovergoeding wordt . . . . . overgeschreven op een door de leerling aan te duiden bankrekening, nummer ..............................

De leervergoeding is het voorwerp van een maandelijkse loonafrekening.

Art. 7.Toepasselijke regelgeving.

Deze leerovereenkomst wordt geregeld door de bepalingen van de wet van 19 juli 1983 op het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst (Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1983).

De wederzijdse verplichtingen van de partijen, voorzien in de artikelen 17 tot 31 van de wet, het leerreglement en het individueel opleidingsprogramma, door de patroon opgesteld overeenkomstig artikel 23 van de wet, maken deel uit van deze leerovereenkomst en bevinden zich in bijlage.

Een leerovereenkomst kan enkel gesloten worden voor een erkend beroep, vermeld in artikel 2 van het leerreglement, en door een patroon die voor dat beroep erkend werd. Zoniet wordt ze beschouwd als een arbeidsovereenkomst.

Elke leerovereenkomst is nietig indien ze niet beantwoordt aan de bepalingen van de hierboven genoemde wet van 19 juli 1983. De nietigheid van de leerovereenkomst doet geen afbreuk aan de rechten die de leerling heeft krachtens de wet of krachtens deze leerovereenkomst.

De ondergetekenden verklaren kennis genomen te hebben van het bijgevoegd leerreglement en van de hierboven vernoemde verplichtingen der partijen.

De leerling moet door de patroon op de hoogte gebracht worden van het arbeidsreglement dat van kracht is in de werkplaats waar hij de praktische opleiding volgt en dat op hem van toepassing is.

Opgemaakt in 2 exemplaren te . . . . ., op . . . . .

De patroon, De leerling, De wettelijke vertegenwoordiger van de leerling, Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 augustus 2002, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant, tot vaststelling van een leerreglement Paritair leercomité voor het bedrijf van de zandsteen- en kwartsietgroeven op het gehele grondgebied van het Rijk, uitgezonderd de kwartsietgroeven van de provincie Waals-Brabant AANVRAAG TOT ERKENNING als patroon en/of als opleidingsverantwoordelijke in het kader van het leerlingstelsel voor werknemersberoepen Terugsturen naar : Secretariaat PLC 102.04 Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, WER/Inschakeling in het arbeidsproces Belliardstraat 51, 1040 Brussel Tel. : 02-233 46 88 - Fax : 02-233 48 55 1. ONDERNEMING 1.1. Identificatie : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.2. Personeelsbestand : Aantal arbeiders : . . . . . Aantal bedienden : . . . . . 1.3. Andere gegevens : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Arbeidsduur van de arbeiders (arbeidsuren per week) : . . . . . 2. BEROEP(EN) waarvoor de aanvraag wordt ingediend [zie leerreglement, art.2] : 2.1. . . . . . 2.2. . . . . . 2.3. . . . . . 2.4. . . . . . 3. IDENTIFICATIE van de PERSONEN die op het niveau van de onderneming VERANTWOORDELIJK zullen zijn voor de opleiding(en) : 3.1. Patroon : (= zaakvoerder of natuurlijke persoon die gemachtigd is om de onderneming te besturen en juridisch te binden (bv. afgevaardigd bestuurder)) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in het onder 2.1 vermeld beroep : . . . . . 3.2. Opleidingsverantwoordelijke(n) 3.2.1. Opleidingsverantwoordelijke voor het onder 2.1 vermeld beroep : (*) (*) : moet door de patroon aangeduid worden als deze niet de vereiste 7 jaar praktijkervaring heeft in het onder 2.1 vermeld beroep of indien hij niet zelf persoonlijk zal instaan voor de opleiding van de leerlingen in de onderneming; in de andere gevallen is de aanduiding van een opleidingsverantwoordelijke voor beroep 2.1 facultatief.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in het onder 2.1 vermeld beroep : . . . . . 3.2.2. Opleidingsverantwoordelijke voor het onder 2.2 vermeld beroep : (*) (*) : moet in ieder geval door de patroon aangeduid worden voor het onder 2.2 vermeld beroep.

Idem dito voor elk bijkomend beroep (2.3, 2.4, ...).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in het onder 2.2 vermeld beroep : . . . . .

Eventueel deze pagina van het formulier kopiëren voor het meedelen van de vereiste gegevens van de overige opleidingsverantwoordelijken. 3.3. Instructeur(s) : (*) (*) : de patroon moet minstens 1 instructeur aanduiden indien de opleidingsverantwoordelijke voor een bepaald beroep niet de vereiste 7 jaar praktijkervaring heeft in dat beroep of indien deze opleidingsverantwoordelijke niet zelf persoonlijk zal instaan voor de opleiding van de leerlingen; in de andere gevallen is de aanduiding van instructeurs facultatief. 3.3.1. Instructeur 1 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in beroep 2.1/2.2/2.3/2.4 (schrappen wat niet past) : . . . . . 3.3.2. Instructeur 2 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in beroep 2.1/2.2/2.3/2.4 (schrappen wat niet past) : . . . . . 3.3.3. Instructeur 3 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Aantal jaren ervaring in beroep 2.1/2.2/2.3/2.4 (schrappen wat niet past) : . . . . .

Eventueel deze pagina van het formulier kopiëren voor het meedelen van de vereiste gegevens van de overige instructeurs. 4. OVERIGE GEGEVENS met betrekking tot de OPLEIDING(EN) : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gepland aantal jongeren in opleiding [zie leerreglement, artikel 4, § 5] : .. . . .

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gegevens van de meewerkende opleidingsinstelling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het (de) concrete opleidingsprogramma('s) dat (die) bij de geplande opleiding(en) gevolgd zal (zullen) worden, moet(en) bij deze erkenningsaanvraag gevoegd worden. 5. VERKLARINGEN die door de kandidaat-PATROON moeten afgelegd worden : in toepassing van artikel 4, § 2, 11°, 12° en 13°, van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 tot bepaling van de nadere voorwaarden en de modaliteiten inzake de erkenning en de intrekking van de erkenning als patroon en als opleidingsverantwoordelijke in het kader van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst Ik ondergetekende, .. . . . . . . . . [naam en voornaam van de onder 3.1 vermelde kandidaat-patroon] - verbind mij ertoe het individueel opleidingsprogramma te volgen dat voor elke leerling wordt opgesteld op basis van het sectoraal model van opleidingsprogramma dat voor het(de) onder 2 vermelde beroep(en) werd vastgesteld door het paritair leercomité; - verklaar op mijn eer dat 1. ik minstens 25 jaar oud ben; 2. ik minstens 5 jaar praktijkervaring heb in het onder 2.1 vermeld beroep (*); (*) wanneer de patroon zelf (persoonlijk) zal instaan voor de opleidingen van de leerlingen in zijn onderneming en hij dus geen opleidingsverantwoordelijke, zoals bedoeld onder 3.2, heeft moeten aanduiden; dit punt 2 SCHRAPPEN indien niet van toepassing. 3. ik van onberispelijk gedrag ben; Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld (*) het vakje aankruisen dat van toepassing is - voeg bij mijn erkenningsaanvraag : 1. een recent R.S.Z.-attest « model C450 »; 2. een attest « model 276 C2 » (*) van de Administratie der Directe Belastingen van het Ministerie van Financiën. (*) als dit attest van de Belastingen (niet dat van de R.S.Z.) niet binnen een redelijke termijn kan uitgereikt worden, mag bij de erkenningsaanvraag te voorlopigen titel een verklaring op eer in dit verband gevoegd worden; het attest zelf moet alleszins achteraf nog aan de secretaris van het PLC bezorgd worden.

Gedaan te . . . . ., op . . . . . [handtekening] 6. VERKLARINGEN die door ELKE kandidaat-OPLEIDINGSVERANTWOORDELIJKE moeten afgelegd worden : in toepassing van artikel 4, § 2, 7° en 8°, van het koninklijk besluit van 5 juli 1998 tot bepaling van de nadere voorwaarden en de modaliteiten inzake de erkenning en de intrekking van de erkenning als patroon en als opleidingsverantwoordelijke in het kader van het leerlingwezen voor beroepen uitgeoefend door werknemers in loondienst Ik ondergetekende, .. . . . . . . . . [naam en voornaam van een onder 3.2 vermelde opleidingsverantwoordelijke] - verbind mij ertoe het individueel opleidingsprogramma te volgen dat voor elke leerling wordt opgesteld op basis van het sectoraal model van opleidingsprogramma dat voor het onder 2.1/ 2.2/2.3/2.4 (schrappen wat niet past) vermeld beroep werd vastgesteld door het paritair leercomité; - verklaar op mijn eer dat 1. ik minstens 25 jaar oud ben; 2. ik minstens 7 jaar praktijkervaring heb in het onder 2.1/2.2/2.3/2.4 (schrappen wat niet past) vermeld beroep(*) (*) indien de opleidingsverantwoordelijke zelf (persoonlijk) zal instaan voor de opleidingen van de leerlingen in de onderneming en hij dus geen instructeur(s), zoals bedoeld onder 3.3, heeft moeten aanduiden; dit punt 2 SCHRAPPEN indien niet van toepassing. 3. ik in België verblijf;4. ik van onberispelijk gedrag ben. Gedaan te . . . . . op . . . . . [handtekening] 7. ONDERTEKENING van de AANVRAAG door de PATROON : Datum : .. . . .

Handtekening : Bijlagen : 1. Opleidingsprogramma('s) zoals zal (zullen) worden toegepast bij de geplande opleiding(en); 2. R.S.Z.-attest (recent ! ); 3. Attest Directe Belastingen (recent aanslagbiljet en/of bewijs van voorafbetaling) of verklaring op eer. Enkel volledige, correct ingevulde aanvragen (bijlagen inbegrepen) worden behandeld ! Eventueel deze pagina van het formulier kopiëren voor de vereiste verklaringen van de overige opleidingsverantwoordelijken.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^