Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 juni 2010
gepubliceerd op 20 augustus 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het recht op outplacement voor sommige oudere werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010203075
pub.
20/08/2010
prom.
15/06/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

15 JUNI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het recht op outplacement voor sommige oudere werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, betreffende het recht op outplacement voor sommige oudere werknemers.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 juni 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 oktober 2009 Recht op outplacement voor sommige oudere werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 27 november 2009 onder het nummer 96083/CO/329) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de organisaties van de socio-culturele sector die ressorteren onder het bevoegdheidsgebied van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector en die : 1. ofwel hun maatschappelijke zetel in het Waalse Gewest hebben;2. ofwel hun maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben en die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschap en/of de Franse Gemeenschapscommissie of die, naargelang het geval, moeten beschouwd worden als behorend tot de uitsluitende bevoegdheid van de Franse Gemeenschap, inclusief de uitoefening van de bevoegdheden overgeheveld naar het Waalse Gewest of naar de Franse Gemeenschapscommissie, omwille van hun activiteit of van hun organisatie;3. ofwel gesticht zijn als een organisatie (vereniging zonder winstoogmerk, stichting of internationale vereniging) van buitenlands recht en die hun werkingscentrum in het Waalse Gewest hebben.

Art. 2.Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Juridisch kader

Art. 3.Deze overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van - de wet van 5 september 2001Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/09/2001 pub. 15/09/2001 numac 2001012802 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet tot de verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers sluiten tot verbetering van de werkgelegenheidsgraad van de werknemers in hoofdstuk V, - de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 van 10 juli 2002, betreffende het recht op outplacement voor werknemers van 45 jaar en ouder die worden ontslagen alsook van alle latere wijzigingen ervan, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, hierna "collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82" genoemd.

Deze overeenkomst heeft als doelstelling het recht op outplacement te organiseren voor sommige categorieën ontslagen werknemers. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden voor outplacement

Art. 4.De werknemer wiens werkgever een einde heeft gesteld aan de arbeidsovereenkomst en die de leeftijd van vijfenveertig jaar heeft bereikt op het ogenblik dat het ontslag wordt gegeven, die tenminste een jaar ononderbroken anciënniteit heeft en die niet werd ontslagen om dringende redenen, heeft recht op outplacement onder de voorwaarden vermeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82.

Art. 5.De outplacementbegeleiding omvat het geheel van diensten en begeleidende adviezen die individueel of in groep worden verstrekt door een derde, hierna de dienstverlener genoemd, voor rekening van een werkgever of van het sociaal fonds, opgericht door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997 (koninklijk besluit van 14 september 1997, Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1997), tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de socio-culturele sector van de Franse en Duitstalige Gemeenschappen" en tot vaststelling van de statuten ervan en van alle latere wijzigingen ervan, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, en waarvan de zetel is gevestigd te 1000 Brussel, Handelskaai 48, die hij hiertoe heeft afgevaardigd, teneinde het voor een werknemer mogelijk te maken om zelf en zo vlug mogelijk een baan te vinden bij een nieuwe werkgever of een beroepsactiviteit als zelfstandige te ontplooien. HOOFDSTUK IV. - Aanvraagprocedure

Art. 6.Uiterlijk binnen 15 dagen na het einde van de arbeidsovereenkomst, verzendt de werkgever een schriftelijke aanvraag voor outplacement naar het sociaal fonds voor de werknemers voor wie hij het initiatief moet nemen om outplacement aan te bieden.

De werkgever is verplicht om de ontslagen werknemer, voor wie hij op eigen initiatief een aanbod voor outplacement moet verstrekken, uiterlijk binnen 15 dagen na het einde van de overeenkomst te informeren over de maatregel die ingevoerd wordt door deze overeenkomst.

De werknemer bedoeld in artikel 3, § 2, tweede lid, 1° en 2°, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, voor wie de werkgever niet verplicht is om op eigen initiatief outplacement aan te bieden en die gebruik wenst te maken van het recht op deze procedure, dient hiertoe een schriftelijke aanvraag in bij de werkgever, uiterlijk twee maanden na de kennisgeving van het ontslag. In dit geval is de procedure bedoeld in artikel 7, § 1, van deze overeenkomst van toepassing, met dien verstande dat de termijn van vijftien dagen waarin de werkgever de schriftelijke aanvraag voor outplacement bedoeld in het 1e lid van dit artikel verzendt, wordt berekend vanaf het ogenblik dat de aanvraag door de werknemer wordt gedaan.

Art. 7.§ 1. Het sociaal fonds gaat na of de voorwaarden inzake ontslag, leeftijd en anciënniteit, zoals vermeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 vervuld zijn. Als de werknemer aan de voorwaarden voldoet, doet het sociaal fonds schriftelijk een aanbod voor outplacement, overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, aan de betrokken werknemer binnen een termijn van 1 maand na de ontvangst van de aanvraag van de werkgever door het sociaal fonds; hij brengt de werkgever hiervan op de hoogte.

Als, bij het verstrijken van de termijn van een maand na de ontvangst van de aanvraag van de werkgever, het sociaal fonds geen outplacementbegeleiding heeft voorgesteld aan de werknemer, richt deze laatste aan zijn werkgever een schriftelijke ingebrekestelling binnen een termijn van een maand. De termijn voor ingebrekestelling van 1 maand wordt echter op negen maanden gebracht wanneer een einde gesteld wordt aan de arbeidsovereenkomst zonder een opzeggingstermijn na te leven.

Binnen een termijn van 15 dagen na de ontvangst van de ingebrekestelling, brengt de werkgever per aangetekende brief het sociaal fonds op de hoogte dat over een maand beschikt om een aanbod voor outplacement te doen aan de werknemer; het sociaal fonds zendt binnen dezelfde termijn een kopie van dit aanbod naar de werkgever.

De werknemer beschikt over een termijn van een maand, vanaf het ogenblik dat het aanbod wordt gedaan door het sociaal fonds, om al dan niet zijn schriftelijke toestemming voor dit aanbod te geven; als hij dit niet doet, wordt het aanbod als geweigerd beschouwd.

Als de werknemer niet voldoet aan de voorwaarden inzake ontslag, leeftijd of anciënniteit, zoals vermeld in collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, brengt het sociaal fonds de werkgever hiervan op de hoogte binnen een termijn van een maand vanaf de aanvraag voor outplacement; de werkgever brengt de werknemer ervan op de hoogte binnen een termijn van 15 dagen. § 2. Als de werkgever een einde stelt aan de arbeidsovereenkomst met een opzegging, kan het sociaal fonds in afwijking van § 1 en op aanvraag van de werkgever die ten vroegste wordt geformuleerd vanaf de kennisgeving van het ontslag, schriftelijk een geldig aanbod doen voor outplacement vanaf de kennisgeving van het ontslag en tijdens de opzeggingstermijn aan de werknemer aan wie de werkgever op eigen initiatief aan aanbod moet doen voor outplacement.

De werknemer is niet verplicht om dit aanbod te aanvaarden tijdens de periode bedoeld in het vorige lid. Hij beschikt in ieder geval over een termijn van een maand nadat de arbeidsovereenkomst is beëindigd om al dan niet zijn schriftelijke instemming te geven met het aanbod.

De werknemer die het aanbod wenst te aanvaarden tijdens de periode vermeld in het eerste lid kan hiertoe als voorwaarde stellen dat de begindatum van de procedure wordt uitgesteld tot na het verstrijken van de opzeggingstermijn; de werknemer brengt het fonds hiervan op de hoogte en het fonds verwittigt de werkgever. Als de werkgever akkoord gaat met dit uitstel, laat hij dit schriftelijk weten aan de werknemer en aan het sociaal fonds en dit aanbod wordt beschouwd als aanvaard.

Als de werkgever er niet mee instemt, deelt hij dit schriftelijk mede aan de werknemer en aan het sociaal fonds, dat opnieuw schriftelijk een aanbod doet voor outplacement in de maand die volgt op het einde van de arbeidsovereenkomst. De werkgever brengt het fonds op de hoogte van de datum van het einde van deze overeenkomst. In dit geval is de procedure vermeld in § 1 van toepassing. § 3. Als de werkgever een einde stelt aan de arbeidsovereenkomst met een opzegging, kan de werknemer aan wie de werkgever op eigen initiatief outplacement moet aanbieden, in afwijking van § 1, aan de werkgever na de kennisgeving van het ontslag en tijdens de opzeggingstermijn vragen om van deze procedure gebruik te kunnen maken.

De werkgever geeft schriftelijk zijn akkoord over de procedure binnen een termijn van 15 dagen; hij geeft aan het sociaal fonds de opdracht om een aanbod te doen voor outplacement. De outplacementprocedure verloopt dan overeenkomstig artikel 11 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82.

Het sociaal fonds verzendt dan schriftelijk een geldig aanbod voor outplacement tijdens de periode vermeld in de eerste paragraaf. De begindatum van de outplacementprocedure wordt in onderlinge overeenstemming schriftelijk vastgesteld tussen de werkgever en de werknemer; de werkgever brengt het sociaal fonds hiervan op de hoogte. § 4. De werknemer kan zijn toestemming geven aan het sociaal fonds in het begin van de outplacementprocedure ten vroegste na de kennisgeving van de opzegging of van de onmiddellijke stopzetting van de arbeidsovereenkomst. Het geschreven document waarmee de werknemer zijn toestemming geeft mag enkel outplacement als zodanig betreffen. § 5. De werknemer die, met toepassing van artikel 6, § 3, van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, de outplacementprocedure wenst aan te vatten of te hervatten, dient schriftelijk zijn aanvraag in, bij zijn werkgever om de procedure aan te vatten of bij het sociaal fonds om deze te hervatten, binnen een termijn van een maand na het verlies van zijn nieuwe baan. Wanneer de werknemer die de procedure wenst aan te vatten nog geen aanbod heeft ontvangen, is de procedure bedoeld in § 1 van toepassing, met dien verstande dat de termijn van 15 dagen waarin de werkgever de aanvraag aan het fonds moet richten gevolgd door de termijn van een maand waarin het sociaal fonds een outplacementprocedure moet aanbieden wordt berekend vanaf het ogenblik dat de aanvraag wordt gedaan door de werknemer.

De werknemer die, met toepassing van artikel 6, § 4, van de voormelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82, de outplacementprocedure wenst aan te vatten of te hervatten, dient schriftelijk zijn aanvraag in, bij zijn werkgever om de procedure aan te vatten of bij het sociaal fonds om deze te hervatten, binnen een termijn van drie maanden nadat de arbeidsovereenkomst bij de vorige werkgever ten einde is gelopen.

Wanneer de werknemer die de procedure wenst aan te vatten nog geen aanbod heeft ontvangen, is de procedure bedoeld in § 1 van toepassing, met dien verstande dat de termijn van 15 dagen waarin de werkgever de aanvraag bij het fonds moet indienen gevolgd door de termijn van een maand waarin het sociaal fonds een outplacementprocedure moet aanbieden wordt berekend vanaf het ogenblik dat de aanvraag wordt gedaan door de werknemer. § 6. De aanvraag om een outplacementprocedure te verkrijgen, aan te vatten of te hervatten, de ingebrekestelling, de instemming met de procedure of de eventuele weigering ervan, de aanvraag tot uitstel van de begindatum alsook de verwittiging betreffende een nieuwe baan of een zelfstandige activiteit gebeuren per aangetekende brief of door de overhandiging van een schriftelijk document waarvan het dubbel ondertekend wordt door de werkgever of het sociaal fonds, naargelang het geval, voor ontvangst.

Het aanbod voor outplacement van het sociaal fonds, de eventuele weigering van een aanvraag van een outplacementprocedure door de werkgever of het sociaal fonds, de aanvaarding of de weigering van een aanvraag tot uitstel van de begindatum door de werkgever gebeuren per aangetekende brief. § 7. Als de werknemer zonder reden een geldig aanbod voor outplacement weigert of als hij niet reageert op een geldig aanbod, worden de werkgever en het sociaal fonds vrijgesteld van hun verplichting om outplacement aan te bieden.

Art. 8.De dienstverlener zal moeten beantwoorden aan de reglementaire eisen die vastgesteld zijn voor de outplacementbureaus; hij zal bovendien de verbintenissen moeten naleven die hem worden opgelegd krachtens collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82. HOOFDSTUK V. - Duur en inhoud van de outplacementbegeleiding

Art. 9.De dienstverlener organiseert voor de werknemers opgenomen in artikel 4 outplacementbegeleiding overeenkomstig collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82.

Art. 10.De ontslagen werknemer verbindt zich ertoe om te goeder trouw mee te werken aan de procedure en om de voorgestelde opleidingen te volgen.

Als de werknemer ongewettigd afwezig is, vervalt zijn recht op outplacement. Het sociaal fonds brengt hem per aangetekende brief op de hoogte van het verlies van zijn recht op outplacement en verwittigt de werkgever hiervan. HOOFDSTUK VI. - Diverse bepalingen

Art. 11.Het beheerscomité van het sociaal fonds is verantwoordelijk voor de uitvoering en de jaarlijkse evaluatie van de procedure omschreven in deze collectieve arbeidsovereenkomst en moet instaan voor de kosten zonder af te wijken van de hierboven vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82 waarvan de bepalingen waarvan niet wordt afgeweken door deze overeenkomst van toepassing blijven.

Deze overeenkomst wijkt af van artikel 7, § 1, § 2, § 3, § 4, § 5 en § 6 alsook van artikel 9, 1e lid, van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 82.

Art. 12.De toekenning van deze outplacementprocedure doet geen afbreuk aan de bepalingen van de wet betreffende de arbeidsovereenkomsten wat het ontslag betreft.

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2009 voor onbepaalde tijd. Zij kan door elke partij worden opgezegd met een opzeggingstermijn van twaalf maanden, per aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 15 juni 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

^