Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 mei 2003
gepubliceerd op 19 juni 2003

Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2 van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022645
pub.
19/06/2003
prom.
15/05/2003
ELI
eli/besluit/2003/05/15/2003022645/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 MEI 2003. - Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 2 van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, gewijzigd door de programmawet van 24 december 2002, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas voor zeevarenden van 21 juni 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 maart 2003;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 3 april 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de omstandigheid dat op sociaalrechtelijk vlak dringend maatregelen moeten genomen worden om de geplande invlagging van schepen onder Belgische vlag mogelijk te maken voor de nu gedelocaliseerde rederijen en ship management companies, in het kader van het streven naar een « bona fide » Europees register, het aantrekken van gekwalificeerd zeevaartpersoneel en het behoud van de maritieme knowhow; dat de maatregelen op fiscaal vlak reeds genomen zijn en het welslagen van herinvlagging afhangt van de tijdige afronding dit finale sluitstuk; dat bij gebreke daaraan rechtsonzekerheid en verwarring dreigt te ontstaan voor de herinvlaggende reders omdat ingevolge engagementen van de regering in die zin, de gerechtvaardigde verwachting is ontstaan dat het ganse invlaggingsdossier, reglementair gezien, zou afgerond zijn, zowel op fiscaal als op sociaal vlak; dat deze rechtsonzekerheid en deze verwarring dient vermeden te worden;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 4 april 2003, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De in het tweede lid van artikel 2, § 2, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van de besluitwet indien zij voor de sociale risico's verzekerd zijn in het land van herkomst, krachtens de wetgeving van dat land, of indien de reder voor hen een verzekeringsovereenkomst heeft aangegaan die voldoet aan de standaarden bedoeld in de conventies nummer 55 en 56 van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Art. 2.De reder doet aan de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden samen met zijn aangifte opgave van de naam van het zeeschip en van de namen van de bemanningsleden die het voorwerp uitmaken van een verzekering in het land van herkomst of van een verzekeringsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 1. De reder dient aan de Kas alle nodige gegevens en elementen over te maken waaruit kan afgeleid worden dat betrokken zeelieden deugdelijk verzekerd zijn.

Art. 3.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 mei 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^