Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 15 september 2020
gepubliceerd op 23 september 2020

Koninklijk besluit houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2020203872
pub.
23/09/2020
prom.
15/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/15/2020203872/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel om tijdelijk een aanvullende crisisuitkering toe te kennen aan bepaalde arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten als gevolg van de COVID-19-pandemie.

In het licht van het advies nr. 67.911/1/V van 21 augustus 2020 van de Raad van State en gelet op de gemaakte opmerkingen, wordt hierna enige toelichting gegeven.

Deze tijdelijke maatregel treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 maart 2020, hetgeen overeenstemt met de datum van inwerkingtreding van het 'crisisoverbruggingsrecht' dat door de wetgever wegens de COVID-19-pandemie in het sociaal statuut van de zelfstandigen is ingevoerd.

Deze weerhouden datum is bepaald binnen het strikte kader van de COVID-19-pandemie en stemt overeen met de periode waarin de WHO het bedreigingsniveau verbonden met dit virus tot zijn maximale graad heeft verhoogd en waarin we tegelijkertijd in België een exponentiële evolutie van het aantal besmettingen vaststelden met ernstige gevolgen op gezondheidsvlak die het aantal arbeidsongeschikte erkende personen verhoogden die met een belangrijk financieel verlies werden geconfronteerd.

Bovendien konden vele zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die tijdens de arbeidsongeschiktheid een beroepsactiviteit met de toelating van de adviserend arts verrichtten, deze activiteit niet langer uitoefenen wegens, in voorkomend geval, een verergering van de gezondheidstoestand of de beperkende maatregelen die als gevolg van de pandemie door de Nationale Veiligheidsraad zijn aangenomen. In deze laatste situatie is bovendien een beroep op het 'crisisoverbruggingsrecht' niet mogelijk.

Het bedrag van de arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop de samenwonende gerechtigde zonder gezinslast kan aanspraak maken, blijkt echter lager te zijn dan het maandelijkse bedrag van de financiële uitkering toegekend in het kader van het 'crisisoverbruggingsrecht' voor een gerechtigde zonder persoon ten laste.

Deze maatregel beoogt dan ook (vanaf de datum waarop dit koninklijk besluit in werking treedt) een aanvullende crisisuitkering toe te kennen aan de zelfstandigen en meewerkende echtgenoten die de hoedanigheid van samenwonende gerechtigde zonder gezinslast hebben zodat het totale dagbedrag van het vervangingsinkomen wegens hun arbeidsongeschiktheid gelijk is aan het, in werkdagen uitgedrukte, maandelijkse bedrag van de financiële uitkering bepaald in de wet tot invoering van het 'crisisoverbruggingsrecht'.

Deze maatregel die uitdrukkelijk is verbonden met de COVID-19-pandemie, is dus binnen de uitkeringsverzekering verenigbaar met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel gezien de omvang, de ernst en het uitzonderlijk karakter van deze COVID-19-pandemie waardoor talrijke zelfstandigen en meewerkende echtgenoten vanaf 1 maart 2020 niet langer hun beroepsactiviteit hebben kunnen uitoefenen en enkel aanspraak konden maken op prestaties van deze uitkeringsverzekering.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, D. DUCARME

RAAD VAN STATE afdeling Wetgeving Advies 67.911/1/V van 21 augustus 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit 'houdende toekenning, ingevolge de COVID 19 pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten' Op 31 juli 2020 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Sociale Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege verlengd tot 1 september 2020,(*) een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten'.

Het ontwerp is door de eerste vakantiekamer onderzocht op 18 augustus 2020. De kamer was samengesteld uit Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter, Carlo ADAMS en Kaat LEUS, staatsraden, Michel TISON, assessor, en Annemie GOOSSENS, griffier. Het verslag is uitgebracht door Jonas RIEMSLAGH, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Marnix VAN DAMME, kamervoorzitter.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 21 augustus 2020. 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. STREKKING EN RECHTSGROND VAN HET ONTWERP 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe een tijdelijke, aanvullende crisisuitkering in te voeren ten gunste van bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten. De personen die in aanmerking komen voor de aanvullende crisisuitkering worden vermeld in artikel 2 van het ontwerp. De aanvullende crisisuitkering wordt overeenkomstig artikel 3 van het ontwerp toegekend per dag. In het laatstgenoemde artikel wordt tevens bepaald welke dagen daarbij in aanmerking worden genomen. Artikel 4 van het ontwerp heeft betrekking op de hoogte van het dagbedrag van de aanvullende crisisuitkering. Dit is gelijk aan het verschil tussen 49,68 euro en het bedrag van de uitkering bedoeld in hetzij artikel 9, hetzij artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 'houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten' waarop de gerechtigde, al naargelang het geval, aanspraak kan maken. De aanvullende crisisuitkering strekt er bijgevolg toe het dagbedrag op minstens 49,68 euro te brengen. Daarbij wordt in de toepassing van een indexeringsmechanisme voorzien.

Artikel 5 van het ontwerp bepaalt dat, voor zover er in het te nemen besluit niet van wordt afgeweken, de bepalingen van titel I van het voornoemde koninklijk besluit van 20 juli 1971 die betrekking hebben op de uitkeringsverzekering van toepassing zijn op de toekenning van de aanvullende crisisuitkering.

Aan de ontworpen regeling wordt uitwerking gegeven met ingang van 1 maart 2020 en de aanvullende crisisuitkering wordt niet langer toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid "die zich bevindt na het tijdvak waarin de maatregelen bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten ['tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen'] van toepassing zijn". De verzekeringsinstellingen moeten uiterlijk drie maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand na die van de bekendmaking van het te nemen besluit in het Belgisch Staatsblad de aanvullende crisisuitkering betalen voor de periode van arbeidsongeschiktheid die deze betaaldatum voorafgaat (artikel 6). 3. De ontworpen regeling vindt rechtsgrond in artikel 86, § 3, van de wet 'betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994' waaraan wordt gerefereerd in het eerste lid van de aanhef van het ontwerp. VORMVEREISTEN 4. In het derde en het vierde lid van de aanhef van het ontwerp wordt respectievelijk verwezen naar artikel 15, eerste lid, van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten 'betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg' en naar de dringende noodzakelijkheid. Overeenkomstig artikel 15, eerste lid, van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, onderwerpt de Minister van Tewerkstelling en Arbeid of de Minister van Sociale Voorzorg behoudens in spoedeisende gevallen aan het advies, hetzij van de Nationale Arbeidsraad, hetzij van het beheerscomité, elk voorontwerp van wet of ontwerp van organiek besluit of verordening tot wijziging van de wetten of verordeningen, met de toepassing waarvan de instelling belast is of betreffende het personeelskader en de structuur van de instelling.

Ondervraagd of aan dit vormvoorschrift is voldaan, verklaarde de gemachtigde het volgende: "Het ontwerp van koninklijk besluit is (...) aan het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen voorgelegd tijdens de zitting van 15 juli 2020.

Gedurende deze zitting is het uitgebreid toegelicht en hebben de leden de nodige vragen kunnen stellen en opmerkingen kunnen formuleren. In dit kader kan er worden verwezen naar de nota die aan de leden is bezorgd en de opgestelde ontwerpnotulen die de verschillende tussenkomsten bevatten (...). Het Beheerscomité heeft dus wel al kennis genomen van de meegedeelde informatie." Uit de door de gemachtigde verstrekte toelichting blijkt, enerzijds, dat het niet de bedoeling van de stellers van het ontwerp lijkt om zich met betrekking tot het door artikel 15 van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten voorgeschreven vormvereiste op de hoogdringendheid te beroepen1 en dat, anderzijds, er in de schoot van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen al een gedachtewisseling heeft plaatsgevonden over het ontworpen besluit. Er kan aan worden getwijfeld of met deze gedachtewisseling effectief wordt beantwoord aan de adviesverplichting waarin artikel 15 van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten voorziet. Aan de andere kant kan de vraag rijzen of nog een beroep kan worden gedaan op de dringende noodzakelijkheid om het betrokken advies niet in te winnen ermee rekening houdend dat de Raad van State, afdeling Wetgeving, zelf om een advies over het ontwerp van koninklijk besluit is verzocht "binnen een termijn van dertig dagen" en het Beheerscomité met toepassing van artikel 15, tweede lid, van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, nog steeds om een advies kan worden verzocht binnen een termijn van "tien vrije dagen".

Uit wat voorafgaat volgt dat de stellers van het ontwerp er zekerheidshalve goed aan doen om het voornoemde beheerscomité alsnog om het advies te verzoeken dat wordt voorgeschreven door artikel 15 van de wet van 25 april 1963Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/1963 pub. 21/02/2013 numac 2013000100 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 25/04/1963 pub. 27/01/2015 numac 2015000030 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten.

ALGEMENE OPMERKING 5. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe een tijdelijke, aanvullende crisisuitkering in te voeren ten gunste van bepaalde categorieën als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten.Op die wijze wordt een verschil in behandeling gecreëerd tussen categorieën zelfstandigen en meewerkende echtgenoten al naargelang zij wel of niet voor de aanvullende crisisuitkering in aanmerking komen.

Een verschil in behandeling is slechts verenigbaar met de grondwettelijke beginselen van gelijkheid en niet-discriminatie wanneer dat verschil op een objectief criterium berust en het redelijk verantwoord is. Het bestaan van een dergelijke verantwoording moet worden beoordeeld, rekening houdend met het doel en de gevolgen van de betrokken maatregel en met de aard van de ter zake geldende beginselen; het gelijkheidsbeginsel is geschonden wanneer er geen redelijk verband van evenredigheid bestaat tussen de aangewende middelen en het beoogde doel.2 Omgekeerd verzetten, volgens de vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof, de grondwettelijke regels van de gelijkheid en de niet-discriminatie zich er tegen dat categorieën van personen die zich ten aanzien van een maatregel in wezenlijk verschillende situaties bevinden, op identieke wijze worden behandeld, zonder dat daarvoor een redelijke verantwoording bestaat.3 De ontworpen regeling zal aan deze beginselen moeten worden getoetst.

Nu al kan in dat verband worden opgemerkt dat de ontworpen regeling enkel geldt ten aanzien van bepaalde personen die hun activiteit hebben stopgezet vanaf ten vroegste 1 maart 2020. Gedurende de geldigheidsduur van de ontworpen regeling ontvangen zij een hogere uitkering dan personen die zich in een zelfde toestand bevinden, maar waarvan die toestand reeds vóór 1 maart 2020 aanvatte. Uit de door de gemachtigde verstrekte toelichting valt af te leiden dat voor de voornoemde scharnierdatum is geopteerd omwille van de inwerkingtreding van het zogenaamde crisisoverbruggingsrecht, waarmee de uitkering wordt gelijkgeschakeld door de toekenning van de aanvullende crisisuitkering. De begunstigden van deze aanvullende crisisuitkering lijken derhalve veeleer te moeten worden vergeleken met personen die zich in dezelfde toestand van arbeidsongeschiktheid bevinden dan met personen die van het crisisoverbruggingsrecht genieten.

Door het feit dat de aanvullende crisisuitkering enkel toekomt aan een bepaalde categorie van gerechtigden, namelijk de gerechtigden zonder gezinslast, worden bovendien bestaande verschillen op grond van het reeds genoemde koninklijk besluit van 20 juli 1971 uitgevlakt of tenietgedaan. Bijgevolg lijken wezenlijk verschillende situaties op een (meer) gelijke wijze te worden behandeld. Zoals de gemachtigde opmerkt wordt daarmee weliswaar een tijdelijke gelijkstelling met het crisisoverbruggingsrecht nagestreefd, maar opnieuw lijkt de toets aan het gelijkheidsbeginsel in de eerste plaats te moeten gebeuren binnen het stelsel dat geldt voor de als arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen (en meewerkende echtgenoten).

Uit wat voorafgaat volgt dat diverse onderdelen van de ontworpen regeling van aard kunnen zijn om vragen te doen rijzen met betrekking tot de verenigbaarheid ervan met het grondwettelijk gewaarborgde gelijkheidsbeginsel. Teneinde elke onduidelijkheid of speculatie daaromtrent te voorkomen doen de stellers van het ontwerp er goed aan om de door hen ontworpen regeling te voorzien van een afdoende verantwoording ervan in het licht van het gelijkheidsbeginsel en om deze verantwoording in een verslag aan de Koning bij het tot stand te brengen koninklijk besluit op te nemen.

ONDERZOEK VAN DE TEKST Aanhef 6. Aan het einde van het eerste lid van de aanhef van het ontwerp moet worden geschreven "..., artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, 29 maart 2012 en 7 mei 2019;". 7. In het tweede lid van de aanhef wordt verwezen naar het koninklijk besluit van 20 juli 1971.Het betrokken koninklijk besluit strekt de ontworpen regeling niet tot rechtsgrond en wordt er evenmin door gewijzigd. Een verwijzing naar dat koninklijk besluit in de aanhef van het ontwerp is evenmin noodzakelijk of nuttig voor een goed begrip van de ontworpen regeling. Er wordt trouwens in diverse bepalingen van het ontwerp meermaals uitdrukkelijk gerefereerd aan het koninklijk besluit van 20 juli 1971. De verwijzing naar het laatstgenoemde koninklijk besluit in het tweede lid van de aanhef is bijgevolg overbodig en dient uit de aanhef te worden weggelaten. 8. Wat betreft het derde en het vierde lid van de aanhef van het ontwerp zoals het om advies is voorgelegd, wordt volstaan met een verwijzing naar de opmerking sub 4 onder "Vormvereisten". Artikel 6 9. In artikel 6, derde lid, van het ontwerp wordt bepaald dat de "aanvullende crisisuitkering bedoeld in artikel 3 (...) niet langer [wordt] toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na het tijdvak waarin de maatregelen bedoeld in hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten van toepassing zijn".

Hoofdstuk 3 ("Tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19") van de reeds genoemde wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten bevat uiteenlopende maatregelen die evenwel niet alle op dezelfde datum ophouden uitwerking te hebben. Aan de gemachtigde werd daarom gevraagd of de ontworpen bepaling geen aanleiding dreigt te geven tot rechtsonzekerheid omtrent het temporele toepassingsgebied van de ontworpen regeling. De gemachtigde deelde in dat verband mee wat volgt: "We zijn het met u eens dat het veiliger is en meer rechtszekerheid geeft om een vaste datum te hanteren.

Gelet op de coherentie met andere maatregelen, die met het huidige ontwerp samenhangen, kan de datum van 31 december 2020 voorgesteld worden." Het verdient zeker aanbeveling om een vaste datum te hanteren. Wat dat betreft, stemt de datum van 31 december 2020 overeen met de datum waarop een gedeelte van de bepalingen van hoofdstuk 3 van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten ophouden uitwerking te hebben, althans indien het koninklijk besluit tot stand komt dat in ontwerpvorm het voorwerp heeft uitgemaakt van advies 67.916/1/V van 7 augustus 2020 van de Raad van State, afdeling Wetgeving.

DE GRIFFIER, Annemie GOOSSENS DE VOORZITER, Marnix VAN DAMME _______ Nota (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus. 1 De aangehaalde verwijzing naar "de dringende noodzakelijkheid", in de aanhef van het ontwerp, is wat dat betreft misleidend. 2 Vaste rechtspraak van het Grondwettelijk Hof (zie bv. GwH 28 februari 2013, nr. 24/2013, B.3.2.). 3 Zie bv. GwH 14 mei 2003, nr. 63/2003, B.5; GwH 21 december 2005, nr. 194/2005, B.3; GwH 17 mei 2006, nr. 78/2006, B.4; GwH 28 juli 2006, nr. 125/2006, B.5; GwH 11 december 2008, nr. 179/2008, B.6; GwH 6 februari 2014, nr. 24/2014, B.4. 4 Adv.RvS 67.916/1/V van 7 augustus 2020 over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen'. In verband met de verenigbaarheid van de in dat ontwerp opgenomen regeling met de artikelen 10, 11 en 23 van de Grondwet, zie de opmerkingen sub 5.1 tot 5.4 in dat advies.

15 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit houdende toekenning, ingevolge de COVID-19-pandemie, van een aanvullende crisisuitkering aan sommige arbeidsongeschikt erkende zelfstandigen en meewerkende echtgenoten FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, 29 maart 2012 en 7 mei 2019;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 9 september 2020;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 juni 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 13 juli 2020;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies nr. 67.911/1/V van de Raad van State, gegeven op 21 augustus 2020 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° " wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten": de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld;2° " wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten": de wet van 23 maart 2020Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2020 pub. 24/03/2020 numac 2020030349 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen type wet prom. 23/03/2020 pub. 26/03/2020 numac 2020040685 bron federale overheidsdienst beleid en ondersteuning Wet tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2020 sluiten tot wijziging van de wet van 22 december 2016 houdende invoering van een overbruggingsrecht ten gunste van zelfstandigen en tot invoering van tijdelijke maatregelen in het kader van COVID-19 ten gunste van zelfstandigen;3° "koninklijk besluit van 20 juli 1971": het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;4° " koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten": het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten houdende de werkloosheidsreglementering;5° " koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten": het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 2.Zijn gerechtigd op een aanvullende crisisuitkering overeenkomstig de bepalingen van dit besluit: a) de gerechtigden bedoeld in artikel 3, 1° en 4°, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971, op voorwaarde dat hun arbeidsongeschiktheid aanvat ten vroegste vanaf 1 maart 2020 en zij niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in, al naargelang het geval, artikel 225, artikel 226 of artikel 226bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten;b) de niet onder a) bedoelde gerechtigden die de activiteit verricht overeenkomstig artikel 23 of artikel 23bis van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 ten vroegste vanaf 1 maart 2020 gedurende minstens zeven opeenvolgende kalenderdagen stopzetten en niet voldoen aan de voorwaarden bedoeld in, al naargelang het geval, artikel 225, artikel 226 of artikel 226bis van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten.

Art. 3.De aanvullende crisisuitkering wordt toegekend: a) voor elke dag waarvoor de gerechtigde bedoeld in artikel 2, a) recht heeft op de primaire ongeschiktheidsuitkering bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971;b) voor elke dag van stopzetting van de activiteit waarvoor de gerechtigde bedoeld in artikel 2, b) recht heeft op, al naargelang het geval, de primaire ongeschiktheidsuitkering bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 of de invaliditeitsuitkering bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971.De toekenning van de aanvullende crisisuitkering wordt echter geweigerd als de gerechtigde met toepassing van artikel 61, § 1, tweede lid van het koninklijk besluit van 25 november 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 06/11/2020 numac 2020015855 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel V type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 05/11/2018 numac 2018014576 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel I type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012364 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel II type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 14/12/2020 numac 2020043849 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VI type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 04/11/2021 numac 2021033562 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheidsreglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie. - Deel VIII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 01/10/2021 numac 2021033177 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel VII type koninklijk besluit prom. 25/11/1991 pub. 24/05/2019 numac 2019012365 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende de werkloosheids-reglementering. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie - Deel III sluiten uitkeringen als tijdelijk werkloze geniet.

Art. 4.Het dagbedrag van de aanvullende crisisuitkering bedoeld in artikel 3 is gelijk aan het verschil van 49,68 euro en het bedrag van de primaire ongeschiktheidsuitkering bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 of het bedrag van de invaliditeitsuitkering bedoeld in artikel 10 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 waarop de gerechtigde, al naargelang het geval, aanspraak kan maken.

Het voormelde bedrag van 49,68 euro is gekoppeld aan de spilindex geldend op 1 maart 2020. Het wordt verhoogd of verminderd overeenkomstig artikel 4 van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. De verhoging of de vermindering wordt toegepast vanaf de dag bepaald in artikel 6, 3°, van voornoemde wet.

Art. 5.Voor zover er niet van wordt afgeweken door de bepalingen van dit besluit, zijn de bepalingen van titel I van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 die betrekking hebben op de uitkeringsverzekering, van toepassing op de toekenning van de aanvullende crisisuitkering bedoeld in artikel 3.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020.

Uiterlijk drie maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand na die waarin dit besluit is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad, betalen de verzekeringsinstellingen de aanvullende crisisuitkering bedoeld in artikel 3 uit voor de periode van arbeidsongeschiktheid die deze betaaldatum voorafgaat.

De aanvullende crisisuitkering bedoeld in artikel 3 wordt niet langer toegekend voor de periode van arbeidsongeschiktheid die zich bevindt na 31 december 2020.

Art. 7.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 15 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van Zelfstandigen, D. DUCARME

^