Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 april 1998
gepubliceerd op 05 augustus 1998

Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - papier- en kartonverwerkende nijverheid

bron
ministerie van economische zaken en ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1998011158
pub.
05/08/1998
prom.
16/04/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 APRIL 1998. - Koninklijk besluit houdende toekenning van de waardigheid van Eredeken van de Arbeid - papier- en kartonverwerkende nijverheid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het besluit van de Regent van 12 november 1948, houdende nadere omschrijving van de officiële modellen der erekentekens van de Arbeid;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 juli 1954, houdende goedkeuring der statuten van de Instelling van openbaar nut genoemd "Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, Albert I - Nationale Arbeidstentoonstellingen";

Gelet op het advies van het bevoegd Nationaal Comité, gegeven op 27 november 1997;

Gelet op het advies van de Commissaris-generaal der Regering bij het Koninklijk Instituut der Eliten van de Arbeid van België, gegeven op 10 februari 1998;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De waardigheid van Eredeken van de Arbeid wordt toegekend aan de hieronder vermelde personen, die geacht worden de nodige hoedanigheden te bezitten om de tradities, alsmede het moreel en het sociaal aanzien van hun beroep of functie te verpersoonlijken : Ten titel van het algemeen beheer en de algemene directie Thijs Isidorus, E., Lummen Ten titel van de uitvoeringsarbeid Gijsbrechts Elisabeth, J.M., Vosselaar.

Art. 2.Deze opdracht wordt hen gegeven voor een termijn van vijf jaar. Zij kan een einde nemen vóór het verstrijken van die termijn, indien de titularissen ophouden hun beroepsactiviteiten uit te oefenen.

Art. 3.Onze Minister tot wiens bevoegdheid de Economische Zaken behoren en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 16 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO. De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET.

^