Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2004
gepubliceerd op 27 februari 2004

Koninklijk besluit tot verlenging van het mandaat van sommige leden van de beheerscommissies van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2004021024
pub.
27/02/2004
prom.
16/02/2004
ELI
eli/besluit/2004/02/16/2004021024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2004. - Koninklijk besluit tot verlenging van het mandaat van sommige leden van de beheerscommissies van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 504 van 31 december 1986 waarbij de onder de voor het Wetenschapsbeleid bevoegde Minister ressorterende wetenschappelijke instellingen van de Staat opgericht worden als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, gewijzigd bij de programmawet (I) van 24 december 2002;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op artikel 6, § 1, a, 4°;

Gelet op het ministerieel besluit van 16 februari 2000 tot benoeming van de leden van de beheerscommissies van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, opgericht als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, inzonderheid op de artikelen 1, A, 3°, 2, A, 3°, 3, A, 3°, 4, A, 3°, 5, A, 3°, 6, A, 3°, 7, A, 3°, 8, A, 3°, 9, A, 3° en 10, A, 3°;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 26 januari 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het mandaat van de personen van buiten het Bestuur die zitting hebben in de beheerscommissies van voornoemde Staatsdiensten met afzonderlijk beheer op 31 december 2003 afgelopen is;

Overwegende dat de procedure voor de selectie en de aanwijzing van de directeurs-generaal van de wetenschappelijke instellingen opgericht als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer op dit ogenblik opgeschort is;

Overwegende dat de instellingshoofden een dubbeltal voor de helft van deze externe personaliteiten moeten voordragen;

Overwegende dat het van goed bestuur getuigt te wachten tot zij in functie zijn om deze vervanging door te voeren;

Overwegende dat het in dit geval geboden is het mandaat van de personen die in functie zijn tot juni 2004 te verlengen en dat zij logischerwijs hiervan dringend op de hoogte gebracht moeten worden;

Overwegende dat deze maatregel geen budgettaire weerslag heeft;

Overwegende dat de continuiteit van de wetenschappelijke dienstverlening erdoor gewaarborgd wordt;

Op de voordracht van Onze Minister van Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In afwijking van artikel 6, § 1, a, 4° van het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de wetenschappelijke instellingen van de Staat die ressorteren onder de Minister tot wiens bevoegdheid het Wetenschapsbeleid behoort, als Staatsdiensten met afzonderlijk beheer, wordt het mandaat van de personen van buiten het Bestuur die in voornoemde beheerscommissies benoemd werden bij het al vermelde ministerieel besluit van 16 februari 2000 en die in functie zijn op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, ambtshalve verlengd tot 30 juni 2004.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2004 en treedt buiten werking op 30 juni 2004.

Art. 3.Onze Minister van Wetenschapsbeleid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschapsbeleid, Mevr. F. MOERMAN

^