Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2006
gepubliceerd op 16 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200402
pub.
16/05/2006
prom.
16/02/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 Loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten (Overeenkomst geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nummer 75096/CO/118.11.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten.

Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Uurlonen

Art. 2.Op 1 juni 2005, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die geen zes maanden anciënniteit in de onderneming, ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.§ 1. Op 1 juni 2005, gelden de volgende minimumuurlonen voor de arbeiders die zes maanden anciënniteit in de onderneming tellen, en dit ongeacht hun leeftijd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De minimumuurlonen vermeld in dit artikel worden op 1 juli 2006 verhoogd met een percentage bepaald overeenkomstig artikel 9, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 betreffende de sociale programmatie 2005-2006 voor de arbeiders uit de voedingsnijverheid.

Het resultaat van deze loonsverhogingen wordt afgerond op twee decimalen.

Art. 4.De voorwaarde van zes maanden anciënniteit is ingevuld op de dag dat de som van alle tewerkstellingsperiodes, al dan niet onderbroken, bij een zelfde werkgever in de loop van de laatste twee jaar minstens zes maanden bedraagt.

Onder "tewerkstellingsperiodes" dient men te verstaan de periodes gedekt door : - alle arbeidsovereenkomsten, van welke aard ook, zelfs al wordt de uitvoering ervan geschorst; en/of - door een interimovereenkomst.

Art. 5.De arbeiders die functies van verschillende waarde uitoefenen, hebben recht op het voor de hoogste functie voorziene loon, voorzover zij ofwel aangenomen werden om de hoogste functie uit te oefenen, ofwel deze laatste functie minstens gedurende meer dan de helft van de duur van hun prestaties uitoefenen.

Art. 6.Het loon van de vaklieden is het normaal loon dat in het gewest wordt toegepast voor de categorie van arbeiders waartoe zij behoren.

Art. 7.In afwijking op artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, gelden voor arbeiders tewerkgesteld met een overeenkomst voor tewerkstelling van studenten, zoals bepaald in titel VII van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978) de volgende minimumlonen, uitgedrukt als een percentage van de in artikel 2 vermelde minimumlonen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld HOOFDSTUK III. - Koppeling van de uurlonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 8.De bij deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgestelde minimumuurlonen worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2001 tot koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 september 2003 (Belgisch Staatsblad van 17 oktober 2003). HOOFDSTUK IV. - Premie voor nachtarbeid

Art. 9.Onverminderd de bepalingen van de arbeidswet van 16 maart 1971 (Belgisch Staatsblad van 30 maart 1971), wordt het werk verricht tussen tweeëntwintig uur en zes uur als nachtarbeid beschouwd.

Art. 10.Nachtarbeid geeft recht op een loontoeslag van 20 pct. Deze premie moet met het normale loon uitbetaald worden. HOOFDSTUK V. - Premie voor ploegenarbeid

Art. 11.De arbeiders die in ploegen werken van 6 tot 14 uur of van 14 uur tot 22 uur hebben recht op een premie gelijk aan een loonbijslag van 10 pct. HOOFDSTUK VI. - Premie voor arbeid in gekoelde plaatsen

Art. 12.De arbeiders tewerkgesteld in gekoelde plaatsen hebben recht, voor de erin doorgebrachte uren, op een loontoeslag van : - 5 pct. wanneer de temperatuur er lager is dan + 5 graden C; - 10 pct. wanneer de temperatuur er lager is dan - 18 graden C; met een minimum van 0,52 EUR. Dit minimum wordt op 1 januari 2006 gebracht op 0,54 EUR. HOOFDSTUK VII. - Toekenning van een loonbijslag voor verschillende functies

Art. 13.De hierna opgesomde functies geven aanleiding tot het toekennen van een loonbijslag van 5 pct. ter vervanging van de vroeger overeengekomen toeslag van 1 BEF per uur : 1. Geschoolde arbeider : zouter;2. Geoefende arbeiders : a) roker;b) arbeider tewerkgesteld in de koelinstelling;3. Hulparbeider : a) helper-zouter;b) helper-roker;c) helper van de arbeider tewerkgesteld in de koelinstelling.

Art. 14.De bij artikel 13 vastgestelde loonbijslag wordt berekend op grond van het aan de arbeider werkelijk betaalde loon. Hij wordt evenwel slechts toegekend voor de tijd dat de functie wordt verricht. HOOFDSTUK VIII. - Geldigheid

Art. 15.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt die van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden van de arbeiders tewerkgesteld in de ondernemingen van vleesconserven, worsten, pekelvlees, gerookt vlees en vleesderivaten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 5 februari 2004).

Zij heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006. Nadien wordt zij stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, behoudens opzeg door één der partijen, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid.

Gunstigere regelingen die vóór de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestonden, blijven behouden.

Commentaar bij artikel 4 : De partijen komen overeen dat deze periode van zes maanden opgebouwd kan worden door al dan niet onderbroken tewerkstellingsperiodes bij dezelfde werkgever in een referentieperiode van twee jaar. Eens deze voorwaarde van zes maanden is gerealiseerd, is die verworven voor alle latere periodes van tewerkstelling bij deze werkgever.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^