Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2006
gepubliceerd op 21 april 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot wijziging van sommige beschikkingen ervan

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200470
pub.
21/04/2006
prom.
16/02/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot wijziging van sommige beschikkingen ervan (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 december 1993, het laatste verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 2004;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, betreffende de verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden en tot wijziging van sommige beschikkingen ervan.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 3 december 1993, Belgisch Staatsblad van 27 januari 1994.

Koninklijk besluit van 29 januari 2004, Belgisch Staatsblad van 3 juni 2004.

Bijlage Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 mei 2005 Verlenging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden en wijziging van sommige beschikkingen ervan (Overeenkomst geregistreerd op 14 juni 2005 onder het nummer 75073/CO/148.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen, tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 3 december 1993, laatst verlengd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2003, algemeen bindend verklaard bij koninklijk besluit van 29 januari 2004, wordt verlengd tot en met 31 december 2006.

Art. 3.Artikel 20 van bovengemelde collectieve arbeidsovereenkomst van 3 maart 1993, wordt gewijzigd als volgt : "De werkloos gestelde werklieden hebben recht op een vergoeding voor bestaanszekerheid per dag onvrijwillige werkloosheid. Het dagelijks bedrag van deze vergoeding wordt verhoogd tot 3,00 EUR vanaf 1 mei 2005.".

Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2007.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^