Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2006
gepubliceerd op 29 maart 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité van de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200506
pub.
29/03/2006
prom.
16/02/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité van de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité van de handel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité van de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité van de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 Brugpensioen vanaf 56 jaar (Overeenkomst geregistreerd op 27 juli 2005 onder het nummer 75810/CO/119) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen

Art. 2.De aanvullende vergoeding ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, wordt toegekend aan de arbeiders met een leeftijd van 56 jaar of meer, die ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden, die zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 33 jaar en die gedurende 20 jaar gewerkt hebben in een regime met nachtarbeid zoals bepaald door de overeenkomst nr. 46 van de Nationale Arbeidsraad.

Art. 3.In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, zal het ontslag door de werkgever betekend worden, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider.

Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarvan sprake is in artikel 3 is de aanvullende vergoeding van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Art. 5.De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die hun recht op brugpensioen in toepassing van dit overeenkomst hebben doen gelden te vervangen.

Art. 6.Voor de arbeiders die genieten van een vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^