Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 februari 2006
gepubliceerd op 16 mei 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006200516
pub.
16/05/2006
prom.
16/02/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 FEBRUARI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de socio-culturele sector, ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 februari 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de socio-culturele sector Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2003 Bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66738/CO/329) Doel

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe initiatieven te ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen onder de werknemers in uitvoering van hoofdstuk II van de wet van 1 april 2003 houdende uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de periode 2003-2004 (Belgisch Staatsblad van 16 mei 2003).

Toepassingsgebied

Art. 4.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector. § 2. In afwijking van het bepaalde onder § 1 van dit artikel is deze collectieve arbeidsovereenkomst niet van toepassing op de werkgevers die er blijk van geven gebonden te zijn door een buiten paritair comité gesloten collectieve arbeidsovereenkomst die dezelfde aangelegenheid regelt en op grond waarvan zij een vrijstelling genieten van de voor de risicogroepen bestemde patronale bijdragen.

Bijdragen

Art. 5.De werkgever moet voor elk kwartaal in 2003 en 2004 een bijdrage storten van 0,10 pct., berekend op basis van de brutolonen betaald aan de werknemers, aan het in artikel 4 vermelde fonds voor bestaanszekerheid, waarvan de financiële middelen een fonds vormen die het mogelijk moeten maken de doelstelling, vastgelegd in artikel 1, te bereiken.

Als uitzondering hierop moeten de werkgevers de bijdrage voor het eerste kwartaal 2003 en het tweede kwartaal 2003 niet betalen en wordt de bijdrage voor het derde kwartaal en het vierde kwartaal van 2003 vastgesteld op 0,20 pct..

Deze bijdragen moeten op hetzelfde ogenblik aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid worden gestort als de sociale zekerheidsbijdragen.

Stortingen

Art. 6.§ 1. De werkgevers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector verrichten de stortingen aan het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het Sociaal-Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap", voorzover zij aan één van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Vlaamse Gewest; - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven is op de Nederlandse taalrol. § 2. De werkgevers van de organisaties of instellingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de socio-culturele sector verrichten de stortingen aan het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds social du secteur socio-culturel des Communautés francaise et germanophone", voorzover zij aan één van de volgende voorwaarden voldoen : - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in het Waals Gewest; - een vereniging zijn waarvan de maatschappelijke zetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd is en die bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid ingeschreven is op de Franse taalrol.

Beheer en aanwending van het fonds

Art. 7.Het in artikel 4, § 1 genoemde "fonds" wordt beheerd door het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Sociaal Fonds voor het Sociaal-Cultureel Werk van de Vlaamse Gemeenschap" en waarvan de zetel gevestigd is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Pletinckxstraat 19, 1000 Brussel.

Het in artikel 4, § 2 genoemde "fonds" wordt beheerd door het fonds voor bestaanszekerheid, genaamd "Fonds social du secteur socio-culturel des Communautés francaise et germanophone" en waarvan de zetel gevestigd is in de Brusselse agglomeratie.

De beide sociale fondsen kunnen binnen de perken van de financiële middelen initiatieven ontwikkelen ter bevordering van de vorming en de tewerkstelling van risicogroepen volgens de modaliteiten en de mogelijkheden bepaald door hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997).

Inwerkingtreding en duur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor een bepaalde duur. Zij treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op uitwerking te hebben op 31 december 2004.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 februari 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^