Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juli 1997
gepubliceerd op 24 oktober 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen voor de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012564
pub.
24/10/1997
prom.
16/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/16/1997012564/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JULI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen voor de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende het conventioneel brugpensioen voor de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juli 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 januari 1997 Conventioneel brugpensioen voor de werklieden en werksters van de groentenconservennijverheid (Overeenkomst geregistreerd op 7 april 1997 onder het nummer 43784/CO/118.09)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en de werksters van de groentenconservennijverheid met name de ondernemingen van de groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken en het bereiden van verse groenten, die als Rijksdienst voor sociale zekerheid-kengetal het nummer 51/.... dragen.

Tot de sector van de groentenconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige produkten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries.

Art. 2.De aanvullende vergoeding, ingesteld in het raam van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale arbeidsraad wordt toegekend aan de in artikel 1 bedoelde werknemers die tewerkgesteld zijn krachtens een arbeidsovereenkomst voor werklieden of werksters en permanente arbeiders zijn en die de leeftijd van 58 jaar of meer bereiken en die voldoen aan de wettelijk gestelde anciënniteitsvoorwaarden om het statuut van bruggepensioneerde te kunnen bekomen.

Art. 3.De aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 wordt betaald door de werkgevers bedoeld in artikel 1.

Art. 4.Overeenkomstig de wettelijke bepalingen is de vervanging van de bruggepensioneerde verplicht. De sancties, onder welke vorm ook, die voortvloeien uit de wettelijke verplichtingen inzake brugpensioen blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.

Art. 5.De bijzondere maandelijkse werkgeversbijdragen per bruggepensioneerde blijven volledig ten laste van de individuele ondernemingen.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een bepaalde tijd. Zij heeft uitwerking met ingang van 31 december 1996 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 1997.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juli 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^