16 JULI 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 11 juni 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 3 juni 1998 van het Hoog Overlegcomité, sector III, Justitie;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 juli 1997 en 23 december 1997;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 29 juni 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 29 juni 1998;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1, § 1, van het koninklijk besluit van 11 juni 1998 tot vaststelling van de personeelsformatie van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, onder de rubriek « Administratief personeel » worden de vermeldingen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 2.§ 1. Het aantal betrekkingen van hoofdbewaarder in uitdoving, van adjunct-penitentiair assistent en penitentiair assistent mag de 124 betrekkingen niet overschrijden. § 2. Het aantal betrekkingen van hoofdtechnicus in uitdoving, van adjunct-technisch assistent en technisch assistent mag de 54 betrekkingen niet overschrijden. § 3. Het aantal betrekkingen van bewaarder in uitdoving en van penitentiair beambte mag de 3636 betrekkingen niet overschrijden »

Art. 3.Artikel 5 van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 5.Personeel niet onderworpen aan het statuut van het rijkspersoneel. § 1. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op die gedurende welke het in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 3, dat in werking treedt op 1 augustus 1998.

Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juli 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY