Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juni 2003
gepubliceerd op 27 juni 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, en tot bepaling van de inwerkingtreding van artikelen 76 tot 81 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2003011362
pub.
27/06/2003
prom.
16/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/16/2003011362/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, en tot bepaling van de inwerkingtreding van artikelen 76 tot 81 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, inzonderheid op Hoofdstuk I van Titel II;

Gelet op de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen, inzonderheid op de artikelen 43, eerste lid, 2°, en 44;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 april 2003;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bepalingen van dit besluit zo spoedig mogelijk moeten worden bekendgemaakt om het informeren van het publiek en het opleiden van de medewerkers van de erkende ondernemingsloketten te verzekeren teneinde de volledige doeltreffendheid te waarborgen van de start van de erkende ondernemingsloketten op 1 juli 2003, in overeenstemming met het koninklijk besluit van 15 mei 2003 en dat een latere inwerkingtreding van dit besluit de werking van de openbare diensten en de inwerkingtreding en de verdere ontwikkeling van de Kruispuntbank van Ondernemingen, modernisering van het handelsregister en oprichting van erkende ondernemingloketten zou schaden, gelet op de gehele samenhang van het project;

Op de voordracht van Onze Minister belast met Middenstand, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 oktober 1998 tot uitvoering van Hoofdstuk I van Titel II van de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap, wordt vervangen als volgt : «

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de K.M.O.-programmawet » : de programmawet van 10 februari 1998 tot bevordering van het zelfstandig ondernemerschap; 2° « de K.B.O.-wet » : de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen; 3° « de Minister » : de Minister bevoegd voor de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en de Middenstand; 4° « de Federale Overheidsdienst » : de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. ».

Art. 2.In artikel 2, § 3, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden « het handels- of ambachtsregister » vervangen door de woorden « de Kruispuntbank van Ondernemingen ».

Art. 3.In artikel 5, § 1, eerste lid, van hetzelfde besluit vervallen de woorden « en de vaste commissie « Kamers van Ambachten en Neringen », ingesteld in uitvoering van artikel 18, § 2, van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, ».

Art. 4.Artikel 7, § 1, van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « § 1. De volgende akten moeten als voldoende bewijs van de basiskennis van het bedrijfsbeheer worden beschouwd : 1° het getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer, uitgereikt in of door : a) de derde graad van het secundair onderwijs;b) het secundair volwassenenonderwijs;c) de centra voor middenstandsopleiding;d) een examencommissie van een Gemeenschap of van de Federale Overheidsdienst;2° een diploma van het hoger onderwijs;3° een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene een versnelde cursus van ten minste 128 lesuren van bedrijfsbeheer met vrucht heeft gevolgd, gespreid over ten minste drie maanden, voorzover de naleving van die normen en de conformiteit van de lessen met het programma bepaald in artikel 6 worden bevestigd door de Minister of door diens gedelegeerde;4° een akte die in overeenstemming met internationale verdragen als gelijkwaardig met deze in 1° en 2° moet worden beschouwd of ermee gelijkwaardig werd verklaard door de bevoegde overheid.»

Art. 5.In artikel 8 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in 1°, derde lid, wordt het woord « getuigschrift » vervangen door de woorden « inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen als handels- of ambachtsonderneming »;b) in 1°, vierde lid, wordt a) vervangen als volgt : « a) de inschrijving als handels- of ambachtsonderneming;indien het gaat over een landbouw- of tuinbouwactiviteit waarvan de uitoefening geen dergelijke inschrijving vereist, een getuigschrift van de controleur van de inkomstenbelastingen waarmee de bedoelde activiteit wordt bevestigd alsook de periode waarin ze werd uitgeoefend »; c) in 1°, vijfde lid, a), worden de woorden « inschrijving als zodanig in het handels- of ambachtsregister » vervangen door de woorden « inschrijving als handels- of ambachtsonderneming »;d) in 2°, tweede lid, wordt het woord « getuigschrift » vervangen door de woorden « inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen als handels- of ambachtsonderneming »; e) in 2°, wordt het vierde lid vervangen als volgt : « De Federale Overheidsdienst of de erkende ondernemingsloketten in de gevallen bedoeld in artikel 43, eerste lid, 2°, van de K.B.O.-wet, gaan na of de betrokkene deze voorwaarden vervult. »; f) in 2°, vijfde lid, wordt b) vervangen als volgt : « b) een getuigschrift van een sociale verzekeringskas voor zelfstandigen of van de nationale hulpkas voor de sociale verzekeringen van de zelfstandigen, waardoor de aansluiting van de betrokkene en de begin- en einddatum ervan worden bevestigd, behalve voor de meewerkende echtgenoten die een praktijkervaring of een deel van een praktijkervaring inroepen die ze hebben verricht vóór 1 januari 2003. »

Art. 6.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.§ 1. Het bewijs dat de persoon die ondernemersvaardigheden bewijst in de plaats van een zelfstandig ondernemingshoofd diens echtgenoot of wettelijk samenwonende is, kan door ieder rechtsgeldig document of registratie worden gegeven.

Indien de persoon die één of meer ondernemersvaardigheden bewijst, de samenwonende partner is van het zelfstandig ondernemingshoofd, dan moet uit de bevolkingsregisters of uit het rijksregister van de natuurlijke personen blijken dat de betrokkenen op de dag van de aanvraag om inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen als handels- of ambachtsonderneming, gedurende minstens zes maanden samenwonen.

De persoon die één of meer ondernemersvaardigheden bewijst als zelfstandige helper van het zelfstandig ondernemingshoofd, zonder diens echtgenoot, wettelijk samenwonende of samenwonende partner te zijn, moet door ieder rechtsgeldig document of registratie bewijzen dat hij verwant is met het ondernemingshoofd in de eerste, tweede of derde graad.

De persoon die één of meer ondernemersvaardigheden bewijst zonder de echtgenoot, noch de wettelijke samenwonende, noch de samenwonende partner, noch de zelfstandige helper te zijn van het zelfstandig ondernemingshoofd, moet met het zelfstandig ondernemingshoofd verbonden zijn met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. § 2. Indien de handels- of ambachtsactiviteit wordt uitgeoefend door een rechtspersoon, wordt de basiskennis van het bedrijfsbeheer en/of de beroepsbekwaamheid bewezen door : 1° de natuurlijke persoon die bewijst dat hij orgaan is van de rechtspersoon, door middel van de registratie ervan in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door de benoemingsakte bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad of neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel met het oog op die bekendmaking;2° de natuurlijke persoon die met de rechtspersoon is verbonden met een arbeidscontract van onbepaalde duur, aan wie het dagelijks bestuur en/of de dagelijkse technische leiding van de rechtspersoon of van de beroepswerkzaamheid werd opgedragen. Wanneer het dagelijks bestuur van de rechtspersoon wordt uitgeoefend door een andere rechtspersoon, wordt de basiskennis van het bedrijfsbeheer bewezen door : 1° de natuurlijke persoon die bewijst dat hij orgaan is van de besturende rechtspersoon, door middel van de registratie ervan in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door de benoemingsakte bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad of neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel met het oog op die bekendmaking;2° de natuurlijke persoon die met de besturende rechtspersoon is verbonden met een arbeidscontract van onbepaalde duur, aan wie het dagelijks bestuur van de besturende rechtspersoon werd opgedragen. De beroepsbekwaamheid kan bovendien worden bewezen door de natuurlijke persoon die bedrijfsleider is van de rechtspersoon en die bewijst dat hij met de dagelijkse technische leiding van de rechtspersoon of van de betrokken beroepswerkzaamheid werd belast, door middel van de registratie ervan in de Kruispuntbank van Ondernemingen of door een akte die werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad of werd neergelegd op de griffie van de rechtbank van koophandel met het oog op die publicatie. § 3. De natuurlijke persoon die de basiskennis van het bedrijfsbeheer of de beroepsbekwaamheid bewijst, moet respectievelijk het dagelijks bestuur of de dagelijkse technische leiding daadwerkelijk uitoefenen.

De Federale Overheidsdienst of de ondernemingsloketten in de gevallen bedoeld in artikel 43, eerste lid, 2° van de K.B.O.-wet, gaan na of aan die voorwaarden wordt voldaan. »

Art. 7.In hetzelfde besluit wordt een artikel 9bis ingevoegd, luidende : «

Art. 9bis.Wanneer de gegevens bedoeld in de artikelen 7 tot 9 elektronisch kunnen worden geraadpleegd, moet de onderneming de in dezelfde artikelen bedoelde stukken niet voorleggen. »

Art. 8.Artikel 22 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 22.§ 1. Het examen moet op één dag worden afgelegd. § 2. Voor ieder onderdeel van het examen wordt een maximaal aantal te behalen punten bepaald en schriftelijk meegedeeld aan de kandidaat bij aanvang van het examen.

De kandidaat slaagt als hij de helft van het totaal te behalen punten behaalt. § 3. Er worden notulen opgesteld van het verloop van de zittingen, van alle behaalde en te behalen punten, en van de uitslag van de beraadslagingen. Deze notulen worden ondertekend door de leden van de examencommissie. »

Art. 9.Hoofdstuk VI van hetzelfde besluit, bestaande uit de artikelen 24 tot 31, wordt vervangen als volgt : « Hoofdstuk VI. Procedure en bevoegdheden.

Art. 24.§ 1. Het ondernemingsloket beslist over iedere aanvraag die bij hem wordt ingediend. § 2. De Minister kan bepalen met een bijzondere richtlijn, in de daarin aangewezen omstandigheden die betrekking hebben op de bepalingen van de K.M.O.-programmawet inzake de daadwerkelijke uitoefening van het dagelijks bestuur of de dagelijkse technische leiding, dat de beslissing in overeenstemming moet zijn met het voorafgaandelijk advies van de Federale Overheidsdienst.

Art. 25.De Federale Overheidsdienst geeft advies aan het ondernemingsloket over ieder dossier dat het ondernemingsloket hem voorlegt, indien het dossier aanleiding kan geven tot interpretatiemoeilijkheden.

Art. 26.Het dossier wordt als volledig beschouwd als alle bewijsmiddelen aanwezig zijn, die worden vereist in uitvoering van de artikelen 7 tot 9 van dit besluit.

Art. 27.Vanaf de dag van de ontvangst van het dossier, beschikt de Federale Overheidsdienst over een termijn van vijftien dagen : 1° hetzij om de aanvragende onderneming te vragen bijkomende stukken voor te leggen;2° hetzij om de aanvragende onderneming uit te nodigen op een gesprek;3° hetzij om de aanvraag volledig te verklaren.

Art. 28.§ 1. De Federale Overheidsdienst hoort op haar verzoek iedere aanvragende onderneming, waarvan het dossier nog niet volledig werd verklaard. § 2. De onderneming kan zich laten vertegenwoordigen. Het mandaat is schriftelijk, behalve voor advocaten.

Art. 29.Vanaf de dag dat de aanvragende onderneming werd gehoord, beschikt de Federale Overheidsdienst over vijf werkdagen : 1° hetzij om de aanvragende onderneming te vragen bijkomende stukken voor te leggen, ingevolge het gesprek;2° hetzij om het dossier volledig te verklaren.

Art. 30.De Federale Overheidsdienst stuurt de aanvragende onderneming een kopie van zijn advies. »

Art. 10.Artikel 33 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 33.§ 1. De dossiers die in uitvoering van de K.M.O.-programmawet worden behandeld door de Kamers van Ambachten en Neringen, worden overgedragen aan de Federale Overheidsdienst. § 2. De lopende en niet door de Kamers van Ambachten en Neringen afgesloten dossiers, worden beschouwd als te zijn ingediend op de dag van hun overdracht aan de Federale Overheidsdienst.

De Federale Overheidsdienst brengt de aanvrager onmiddellijk op de hoogte van die overdracht en vraagt hem de naam en adres van het erkende ondernemingsloket van zijn keuze mee te delen.

Indien de aanvrager daaraan geen gevolg geeft binnen dertig dagen, wordt het dossier zonder gevolg geklasseerd. »

Art. 11.Bijlage V van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 12.De bepalingen van de artikelen 76 tot 81 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van een Kruispuntbank van Ondernemingen, tot modernisering van het handelsregister, tot oprichting van erkende ondernemingsloketten en houdende diverse bepalingen en van dit besluit treden in werking op 1 juli 2003.

Art. 13.Onze Minister belast met Middenstand, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand, R. DAEMS

^