Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 juni 2004
gepubliceerd op 13 juli 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende een lineaire loonsverhoging ingevolge de sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2004201842
pub.
13/07/2004
prom.
16/06/2004
ELI
eli/besluit/2004/06/16/2004201842/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 JUNI 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende een lineaire loonsverhoging ingevolge de sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

ALBERT II, Koning der Belgen, Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs, betreffende een lineaire loonsverhoging ingevolge de sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 juni 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs (Vlaamse Gemeenschap) Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 maart 2002 Lineaire loonsverhoging ingevolge de sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002 (Overeenkomst geregistreerd op 15 juli 2002 onder het nummer 63362/CO/225) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de instellingen van de vrije hogescholen, gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap en die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediendepersoneel. HOOFDSTUK II. - Algemeenheden

Art. 2.De sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002 voor de sector onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap afgesloten tussen de Vlaamse regering en de representatieve vakorganisaties heeft een lineaire loonsverhoging vastgelegd.

Art. 3.De bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst beogen deze lineaire loonsverhoging zoals gesteld in artikel 2 te realiseren voor de werknemers die onderworpen zijn aan de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten (Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst geldt als uitvoering van de sectorale programmatie voor de jaren 2001-2002 voor de sector onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap I. Lonen 1. Algemene maatregelen, laatste paragraaf. HOOFDSTUK III. - Lineaire loonsverhoging

Art. 4.De weddeschalen van 1 december 2001 worden als volgt aangepast : a) lineaire verhoging met 1 pct.op 1 december 2001; b) lineaire verhoging met tweemaal hetzelfde nominaal bedrag als de aanpassing onder a) op 1 juni 2003. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 5.De werkgevers die met ingang van 1 december 2001 een loonsverhoging van 1 pct. hebben toegekend zonder de collectieve arbeidsovereenkomst af te wachten, worden geacht de eerste fase van de loonsverhoging, zoals bepaald in artikel 4, a), van de collectieve arbeidsovereenkomst, te hebben toegepast.

Art. 6.De werkgevers die een loonsverhoging van 2 pct. vanaf 1 juni 2003 toekennen vooraleer de Vlaamse regering de nodige middelen effectief ter beschikking heeft gesteld, zoals bepaald in artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst, worden geacht de tweede fase van de loonsverhoging, zoals bepaald in artikel 4, b) van de collectieve arbeidsovereenkomst, te hebben toegepast.

Art. 7.De collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 december 2001.

In afwijking van deze bepaling wordt de collectieve arbeidsovereenkomst - wat de loonsverhoging met ingang van 1 december 2001 betreft - uitgevoerd van zodra de Vlaamse regering de nodige werkingsmiddelen in de begroting heeft ingeschreven die de reële loonsverhoging met ingang van 1 december 2001 compenseren.

De collectieve arbeidsovereenkomst wordt - wat de loonsverhoging met ingang van 1 juni 2003 betreft - uitgevoerd van zodra de Vlaamse regering de nodige werkingsmiddelen in de begroting heeft ingeschreven die de reële loonsverhoging met ingang van 1 juni 2003 compenseren.

Regularisaties van achterstallige lonen zullen met terugwerkende kracht uitbetaald worden.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd en kan, geheel of gedeeltelijk worden opgezegd door elk der partijen, mits een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden van de inrichtingen van het gesubsidieerd vrij onderwijs.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 16 juni 2004.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^