Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 maart 1999
gepubliceerd op 02 april 1999

Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout

bron
ministerie van justitie
numac
1999009339
pub.
02/04/1999
prom.
16/03/1999
ELI
eli/besluit/1999/03/16/1999009339/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MAART 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 84, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, op artikel 85, gewijzigd bij de wet van 15 juli 1970, op artikel 86, op artikel 88, gewijzigd door de wet van 15 juli 1970, op artikel 89, gewijzigd door de wet van 17 februari 1997, op artikel 90, op artikel 91, gewijzigd bij de wet van 25 juli 1985, op artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 25 juli 1985 en 3 augustus 1992 en op de artikelen 93, 95 en 96;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van koophandel te Turnhout, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 januari 1976 en 17 april 1978;

Gelet op de adviezen van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Antwerpen, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Antwerpen, van de procureur-generaal te Antwerpen, van de voorzitter van de rechtbank van koophandel te Turnhout, van de procureur des Konings te Turnhout, van de hoofdgriffier van de rechtbank van koophandel te Turnhout en van de stafhouder van de Orde van advocaten te Turnhout;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De rechtbank van koophandel te Turnhout bestaat uit drie kamers.

Art. 2.De inleiding van de zaken geschiedt op woensdag op de zitting van de eerste kamer, met uitzondering van : - deze inzake faillissement en gerechtelijk akkoord die ingeleid worden op dinsdag op de zitting van de tweede kamer; - deze voor de kamer voor handelsonderzoek die ingeleid worden op donderdag op de zitting van de derde kamer.

Art. 3.De dagen van de terechtzittingen worden vastgesteld als volgt : - de eerste kamer : op maandag, woensdag en donderdag, telkens om 9 uur; - de tweede kamer : op dinsdag om 9 uur; - de derde kamer : op donderdag om 9 uur.

De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kort geding op vrijdag om 9 uur.

Het bureau voor rechtsbijstand houdt zitting op dinsdag om 9 u. 30 m.

De zittingen duren ten minste drie uur, rolregeling en uitspraak van de vonnissen niet inbegrepen.

Art. 4.De kamers kunnen, naargelang van de behoeften van de dienst, buitengewone zittingen houden, waarvan zij zelf de dag en het uur vaststellen, in overeenstemming met de voorzitter van de rechtbank.

Art. 5.Wanneer de behoeften van de dienst het vergen, kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, beslissen dat één of meerdere kamers bijkomende zittingen zullen houden op de dag en het uur die hij vaststelt.

Art. 6.De voorzitter van de rechtbank kan, na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, voorlopig het aantal en de bevoegdheden van de kamers wijzigen.

Art. 7.De voorzitter van de rechtbank bepaalt, na het advies van de procureur des Konings te hebben ingewonnen, de dag en het uur van de vakantiezittingen en stelt de lijst op van de magistraten die er zitting nemen.

Art. 8.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt ter uitvoering van dit reglement worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt; zij worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het hof van beroep en van de procureur des Konings.

Art. 9.Het koninklijk besluit van 30 oktober 1970 tot vaststelling van het bijzonder reglement van de rechtbank van koophandel te Turnhout, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 januari 1976 en 17 april 1978, wordt opgeheven.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 11.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 maart 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

^