Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 mei 2001
gepubliceerd op 08 juni 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2001022358
pub.
08/06/2001
prom.
16/05/2001
ELI
eli/besluit/2001/05/16/2001022358/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 MEI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de vestigingsplaats, de organisatie en de werking van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, inzonderheid artikel 2;

Gelet op het advies van de inspectie van financiën, gegeven op 25 januari 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 8 februari 2001;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 19 maart 2001;

Gelet op de beslissing van de Ministerraad over het verzoek aan de Raad van State om advies te geven binnen een termijn van een maand;

Gelet op advies 31.323/3 van de Raad van State, gegeven op 20 maart 2001, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 4 februari 2000 houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° de Minister : de Minister bevoegd voor de Volksgezondheid;3° het Agentschap : het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Art. 2.Het Agentschap is gevestigd in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad.

Art. 3.De gedelegeerd bestuurder beschikt over een secretariaat dat administratief personeel omvat.

Behoudens de taken bedoeld in de artikelen 5 tot 8, tenzij het gaat om de officiële internationale vertegenwoordiging van België, kan de gedelegeerd bestuurder aan elk personeelslid dat aan de eventueel gestelde criteria voldoet, de uitvoering toevertrouwen van specifieke opdrachten. In dit geval valt het personeelslid onder het gezag van de gedelegeerd bestuurder aan wie hij ook rechtstreeks rapporteert.

Binnen het raam van de opdrachten van het Agentschap, volgt de gedelegeerd bestuurder de betrekkingen met andere nationale en internationale beleids- en controle-instanties evenals met de Belgische vertegenwoordigingen bij de Europese Unie en in het buitenland op en coördineert ze. § 2. Het Agentschap wordt functioneel georganiseerd rondom volgende besturen, elk afhangend van de gedelegeerd bestuurder : a) het bestuur van het controlebeleid;b) het bestuur van de controle;c) het bestuur van de laboratoria;d) het bestuur van de algemene diensten. Elk bestuur staat onder de leiding van een verantwoordelijke die tevens het gezag binnen het bestuur uitoefent. § 3. Buiten de besturen zijn permanent volgende onafhankelijke eenheden ingericht onder de leiding van de gedelegeerd bestuurder aan wie ze rechtstreeks rapporteren : a) de communicatie;b) het meldpunt;c) de interne audit;d) de kwaliteitszorg. § 4. Buiten de besturen en de onafhankelijke eenheden en met het oog op de uitvoering van opdrachten die de taak van een enkel bestuur of onafhankelijke eenheid overstijgt of die een buitengewone samenwerking tussen meerdere van hen vereist, kan de gedelegeerd bestuurder niet-permanente onafhankelijke cellen inrichten waarvan hij de samenstelling, de organisatie en de werking bepaalt.

Art. 4.§ 1. Met het oog op het bepalen van de strategie, het verzekeren van de coördinatie tussen de besturen, de onafhankelijke eenheden en de onafhankelijke cellen onderling evenals van hun activiteiten, het voorstellen van het begrotingsontwerp en de eventuele aanpassing ervan, en het voorstellen van het jaarlijks personeelsplan en alle eventuele wijzigingen eraan, wordt de gedelegeerd bestuurder in de uitoefening van zijn opdrachten bijgestaan door een directiecomité dat hij voorzit en waarvan de verantwoordelijken van de besturen de leden zijn. Het directiecomité kan, op voorstel van de gedelegeerd bestuurder, ook andere personeelsleden, belast met een leidinggevende functie, als lid van het directiecomité aanduiden, zodanig dat het multidisciplinair karakter van dit comité evenals de taalpariteit onder de leden ervan is verzekerd. Het aantal leden dat kan worden aangeduid door het directiecomité is beperkt tot ten hoogste zes.

Voor de beraadslaging over specifieke onderwerpen kan de gedelegeerd bestuurder andere personeelsleden uitnodigen op de vergaderingen van het directiecomité.

Op uitnodiging van de gedelegeerd bestuurder vergadert het directiecomité minstens maandelijks, behalve in de maanden juli en augustus. § 2. De gedelegeerd bestuurder kan aan de leden van het directiecomité van het Agentschap bedoeld in § 1, de taken toewijzen waarvoor zij hem bij zijn afwezigheid kunnen vervangen.

Art. 5.§ 1. Het bestuur van het controlebeleid is belast met : a) de uitwerking en integratie van maatregelen die betrekking hebben op de analyse en de beheersing in de gehele voedselketen en in elke schakel ervan, van de risico's die de gezondheid van de consument, de dierengezondheid, het dierenwelzijn of de gezondheid van de planten kunnen schaden;b) de uitwerking en integratie van controlemaatregelen en -programma's met het oog op de bescherming van de gezondheid van de consument, de dierengezondheid, het dierenwelzijn en de gezondheid van de planten in het kader van de toepassing van de wetten vermeld in artikel 5, tweede lid, van de wet;c) de uitbouw en doorvoering van een beleid inzake preventie, zonodig in overleg met de gemeenschappen en de gewesten, met het oog op de bescherming van de gezondheid van de consument, de dierengezondheid, het dierenwelzijn of de gezondheid van de planten;d) de preventieve uitwerking van organisatorische scenario's die dienen toegepast ter bestrijding van crisistoestanden die een bedreiging inhouden voor de gezondheid van de consument, de dierengezondheid, het dierenwelzijn of de gezondheid van de planten;e) de uitwerking en integratie van andere maatregelen in het kader van de toepassing van de wetten vermeld in artikel 5, tweede lid, van de wet en van andere aan het Agentschap toevertrouwde opdrachten, in het bijzonder deze uit te voeren voor rekening van derden;f) de uitwerking en integratie van traceer- en identificatiesystemen van de voedselproducten en hun grondstoffen doorheen de gehele voedselketen;g) de inzameling, de ordening, het beheer, de archivering en de beschikbaarstelling van alle informatie in verband met zijn opdracht, inbegrepen het beheer van databanken;h) het verlenen van advies aan de bevoegde overheden en diensten over de bestaande en toekomstige wetgeving binnen het raam van de opdrachten van het Agentschap, in het bijzonder bij gelegenheid van de omzetting van de internationale regelgeving in Belgisch recht;i) het deelnemen aan het door nationale of internationale instanties georganiseerd overleg betreffende controlebeleid en wetgeving waarvan de toepassing tot de bevoegdheid van het Agentschap behoort, evenals betreffende de wetenschappelijke kennis die eraan ten grondslag ligt;j) de organisatie van het secretariaat van het wetenschappelijk comité en de ondersteuning van en overleg met het raadgevend comité. § 2. Binnen het bestuur van het controlebeleid worden drie bestuursdirecties ingericht, respectievelijk bevoegd voor : - de productie van en handel in planten en plantaardige producten, inbegrepen de grondstoffen en de bestrijdingsmiddelen; - de productie van en handel in dieren en dierlijke producten, inbegrepen de grondstoffen, de geneesmiddelen en de uitoefening van de diergeneeskunde; - de fabricage van en handel in voedingsmiddelen.

Art. 6.§ 1. Het bestuur van de controle is belast met : a) het verlenen van de nodige erkenningen en vergunningen aan inrichtingen of personen die activiteiten ontwikkelen in de voedselketen of in een ander domein dat onder de bevoegdheid van het Agentschap valt;b) het afleveren van de door de nationale of internationale wetgeving opgelegde certificaten die verklaringen omvatten waarvoor het Agentschap bevoegd is;c) het toezicht op de naleving van de wetgeving in het kader van de gezondheid van de consumenten, de gezondheid van dieren en planten en het welzijn van de dieren in het geheel van de voedselketen en in elke schakel ervan, evenals het toezicht over de naleving van de door of krachtens deze wetgeving genomen maatregelen, in het bijzonder deze omtrent de analyse en de beheersing van de risico's en deze omtrent de identificatie en traceerbaarheid;d) de controle, het onderzoek en de keuring van de voedselproducten en hun grondstoffen in alle stadia van de voedselketen in het belang van de volksgezondheid, inbegrepen de bemonstering, de buitengebruikstelling, de inbeslagneming, de invoerweigering of de terugzending, het bevel tot vernietiging of tot aanwending voor andere doeleinden;e) de controle en de keuring van de productie, de verwerking, de bewaring, het vervoer, de handel, de in- en uitvoer, de productie-, verwerkings-, verpakkings-, verhandelings-, opslag- en verkoopplaatsen van de voedselproducten en hun grondstoffen;f) het toezicht op de naleving van andere maatregelen genomen door of krachtens de wetten vermeld in artikel 5, tweede lid, van de wet en de uitvoering van andere aan het Agentschap toevertrouwde opdrachten;g) het bijbrengen van de verplichtingen in het kader van de wetgeving betreffende de bescherming van de gezondheid van de consument, de dierengezondheid, het dierenwelzijn en de gezondheid van de planten aan de gecontroleerde personen en het bevorderen van de naleving van de in dit kader genomen maatregelen, onverminderd de uitoefening van de bevoegdheid overtredingen vast te stellen;h) het onderhouden van de nodige contacten en het organiseren van de nodige samenwerking met andere nationale en internationale controleorganen. § 2. Binnen het bestuur van de controle worden enerzijds drie bestuursdirecties van de inspectiediensten ingericht, namelijk deze der planten en plantaardige producten, deze der dieren, dierlijke producten en diergeneeskunde en deze der fabricage van en handel in voedingsmiddelen, en anderzijds de inspectiediensten. § 3. De inspectiediensten zijn onderverdeeld in elf controle-eenheden, te weten één per provincie en één voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Rekening houdend met het volume of de aard der uit te voeren taken of de geografische uitgestrektheid van de controle-eenheid kan de verantwoordelijke van het bestuur van de controle elke eenheid onderverdelen in ten hoogste drie controlesectoren, waarbij in elk geval het multidisciplinair karakter van de werking van de controle-eenheid dient bewaard.

Elke controle-eenheid wordt geleid door een hoofd van de controle-eenheid die het werk organiseert en alle maatregelen neemt om de ononderbroken uitvoering van de dagelijkse taken te waarborgen.

Elke controle-eenheid heeft een administratieve zetel. Hij beschikt over administratief en inspectiepersoneel. Het hoofd van de controle-eenheid oefent gezag uit over dit personeel. § 4. Met het oog op de coördinatie tussen de controle-eenheden onderling en tussen de controle-eenheden en de bestuursdirecties van de inspectiediensten, zijn twee verantwoordelijken belast met de uitoefening van deze leidinggevende functie, de ene voor het Nederlandse taalgebied en de andere voor het Franse en het Duitse taalgebied. Ze overleggen onderling over hun taakuitoefening en zijn beiden bevoegd voor de uitoefening van deze taak ten overstaan van de controle-eenheid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 5. Binnen de inspectiediensten kan de gedelegeerd bestuurder van het Agentschap, een bijzondere permanente of tijdelijke controlegroep instellen voor het organiseren, uitvoeren en opvolgen van gecoördineerde controles met nationale draagwijdte, in het bijzonder deze verricht in samenwerking met andere administratieve of politie- of gerechtelijke diensten. Hij plaatst deze groep onder de leiding van de verantwoordelijke van het bestuur van de controle of onder de leiding van een of van beide personen bedoeld in § 4. Hij kan aan deze groep eveneens personeelsleden toewijzen die niet tot de inspectiediensten behoren.

Art. 7.§ 1. Het bestuur van de laboratoria is belast met : a) het uitvoeren in de eigen laboratoria van gerichte onderzoeken en analyses, aangevraagd door de inspectiediensten;b) het uitvoeren in de eigen laboratoria van geprogrammeerde onderzoeken en analyses;c) het uitvoeren van onderzoeken en analyses aangevraagd door derden;d) het ontwerpen van nieuwe of aangepaste onderzoeks- en analysemethodes ingeval de bestaande internationaal erkende methodes ontbreken, ontoereikend of onaangepast zijn;e) het selecteren en erkennen van andere laboratoria voor het uitvoeren van specifieke onderzoeken en analyses;f) het selecteren van referentielaboratoria voor specifieke onderzoeken en analyses;g) het toezicht op de werking van de eigen laboratoria, van de erkende laboratoria en van de referentielaboratoria evenals het valideren van de aangewende onderzoeks- en analysemethodes. § 2. Binnen het bestuur van de laboratoria worden enerzijds de bestuursdirectie van de laboratoria en anderzijds de laboratoria ingericht. Elk laboratorium wordt geleid door een hoofd van het laboratorium die het werk organiseert en alle maatregelen neemt om de ononderbroken uitvoering van de dagelijkse taken te waarborgen.

De laboratoria van het Agentschap zijn gevestigd te Gembloux, Gent, Luik, Melle en Tervuren. § 3. De bestuursdirectie der laboratoria is belast met de taken vermeld in § 1, e, f en g. De laboratoria zijn belast met de taken vermeld in § 1, a, b, c en d.

Art. 8.§ 1. Het bestuur van de algemene diensten is belast met de taken betreffende : a) de personeelszaken, de opleiding, en de preventie en bescherming;b) het secretariaat en de vertaling;c) de documentatie en het archief;d) de financiën en de begroting;e) het economaat;f) de informatica- en communicatietechnologie;g) de juridische zaken. § 2. Binnen het bestuur van de algemene diensten worden drie bestuursdirecties ingericht, respectievelijk belast met de taken vermeld in § 1, a, b en c, § 1, d, e en f, en § 1, g. § 3. Aan het bestuur van de algemene diensten wordt een sociale dienst van het Agentschap verbonden.

Art. 9.De onafhankelijke eenheid van de communicatie heeft tot taak : a) zowel intern als extern de doorstroming van inkomende en uitgaande informatie te verzorgen;b) kennis te nemen van de algemene standpunten van het Agentschap en van zijn onderscheiden diensten;c) de zienswijzen van het Agentschap aan het publiek voor te stellen en te duiden;d) op te treden als woordvoerder van het Agentschap indien zulks noodzakelijk is. In de uitoefening van haar taak kan de eenheid communicatie beroep doen op alle diensten van het Agentschap teneinde zichzelf zo volledig mogelijk te laten informeren. De diensten zijn gehouden alle informatie mee te delen waarover ze beschikken.

Art. 10.De onafhankelijke eenheid van het meldpunt staat ten dienste van elk individu dat klachten of suggesties wenst te uiten of vragen te stellen betreffende specifieke onderwerpen of toestanden die het bevoegdheidsterrein van het Agentschap betreffen.

Voor de behandeling van de klachten of het beantwoorden van de vragen kan het meldpunt beroep doen op alle diensten van het Agentschap. De diensten zijn gehouden de gevraagde medewerking zonder verwijl te verlenen.

Als blijkt dat de aangebrachte zaak niet of niet geheel tot de bevoegdheid van het Agentschap behoort, wijst het meldpunt de aanbrenger daarop, beantwoordt de elementen waarvoor het Agentschap bevoegd is en zendt overigens de zaak voor verder gevolg zelf naar de bevoegde diensten of instellingen over.

Het meldpunt registreert de binnenkomende klachten, suggesties en vragen evenals de respons die daarop werd gegeven.

Art. 11.De onafhankelijke eenheid van de interne audit heeft tot taak toezicht te houden op de werking van het Agentschap.

Alle diensten en individuele personeelsleden van het Agentschap zijn gehouden hun medewerking te verlenen bij het optreden van de eenheid van de interne audit.

Art. 12.De onafhankelijke eenheid van de kwaliteitszorg heeft tot taak de kwaliteit van de werking van het Agentschap te verbeteren.

Alle diensten en individuele personeelsleden zijn gehouden hun medewerking te verlenen bij het optreden van de eenheid van de kwaliteitszorg.

Art. 13.De besturen van het controlebeleid en van de algemene diensten, de verantwoordelijke van het bestuur van de controle en de bestuursdirecties van de inspectiediensten, de verantwoordelijke van het bestuur van de laboratoria en de bestuursdirectie van de laboratoria, evenals de onafhankelijke eenheden vormen het hoofdbestuur van het Agentschap. De inspectiediensten en de laboratoria vormen de buitendiensten van het Agentschap.

Art. 14.De gedelegeerd bestuurder kan de besturen, de bestuursdirecties, de onafhankelijke eenheden, de controle-eenheden en de laboratoria eveneens met andere taken belasten dan deze vermeld in de artikelen 5 tot 12.

Art. 15.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2001.

Art. 16.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 mei 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. AELVOET

^