Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 16 oktober 1997
gepubliceerd op 25 oktober 1997

Koninklijk besluit betreffende de lineaire obligaties

bron
ministerie van financien
numac
1997003587
pub.
25/10/1997
prom.
16/10/1997
ELI
eli/besluit/1997/10/16/1997003587/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

16 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit betreffende de lineaire obligaties


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Gecoördineerde Grondwet ;

Gelet op de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetaire instrumentarium;

Gelet op de wet van 16 december 1996 houdende de Rijksmiddelenbegroting voor het begrotingsjaar 1997, in het bijzonder artikel 8, § 1, 1°;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buiten-beursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, in het bijzonder artikel 8;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definitie en toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Lineaire obligaties, in het kort OLO's, zijn effecten die een in opeenvolgende tranches uitgegeven staatslening belichamen.

De lineaire obligaties van verschillende tranches, die dezelfde kenmerken hebben, zijn fungibel en vormen één lijn.

Iedere lijn van lineaire obligaties wordt geïdentificeerd door een specifieke ISIN-standaardcode. § 2. De lineaire obligaties worden uitgedrukt in Belgische frank of in euro- munteenheden.

Onze Minister van Financiën kan lineaire obligaties ook uitdrukken in de munteenheid van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap.

Art. 2.Het huidige koninklijk besluit legt het kader vast waarin Onze Minister van Financiën de lineaire obligaties uitgeeft.

De lineaire obligaties worden geregeld door de bepalingen van dit besluit, alsmede door algemene bepalingen en de voor iedere lijn specifieke bepalingen, zoals vastgelegd door Onze Minister van Financiën.

Art. 3.§ 1. De lineaire obligaties hebben de vorm van gedematerialiseerde effecten overeenkomstig de artikelen 3 tot 12bis van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetaire beleidsinstrumentarium. § 2. Onze Minister van Financiën kan eveneens voorzien dat de lineaire obligaties de vorm kunnen aannemen van een op naam gestelde inschrijving op een grootboek van de Staatsschuld, onder de voorwaarden die hij bepaalt.

De op naam gestelde inschrijvingen van lineaire obligaties kunnen worden omgezet in gedematerialiseerde effecten en omgekeerd, onder de voorwaarden bepaald door Onze Minister van Financiën. HOOFDSTUK II. - Uitgifte van lineaire obligaties

Art. 4.De lineaire obligaties worden uitgegeven via : 1° Aanbestedingen na een offerteaanvraag;2° Inschrijvingen buiten mededinging;3° Offertes van omruiling tegen effecten van de Staatsschuld;4° Iedere werkwijze van vaste overname overeenkomstig de gebruiken van de markt bij de uitgifte van de eerste tranche of tranches van een lijn van lineaire obligaties;5° Offertes van verkoop tegen vaste prijs;6° Aanmaak voor de werkingsbehoeften van het systeem van automatische uitlening van effecten voor het clearingstelsel van de Nationale Bank van België.

Art. 5.Onze Minister van Financiën legt de financiële voorwaarden en de modaliteiten vast van alle uitgiftewijzen, in het bijzonder de regels inzake de deelname, de uitgiftekalender, de aankondigingen van de offerteaanvragen, de inhoud en de vorm van de offertes, de wijze waarop zij ingediend worden, de aanbesteding en de aankondiging ervan.

Hij bepaalt voor elke uit te geven tranche van een lineaire obligatielening : 1° de uitgiftedatum;2° de betaal- en leveringsdatum van de uitgegeven lineaire obligaties, ook valutadatum van de uitgifte genoemd.

Art. 6.Onze Minister van Financiën kan tot en met de derde bankwerkdag die de uitgifte vooraf gaat, afzien van een offerteaanvraag.

In uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden kan hij ook afzien van een offerteaanvraag tot uiterlijk 10 uur de dag van de uitgifte.

Art. 7.§ 1. Onze Minister van Financiën kan de Nationale Bank van België, de Deposito- en Consignatiekas, het Muntfonds, het Rentenfonds en de markthouders bedoeld in artikel 8 van het koninklijk besluit van 22 december 1995 betreffende de organisatie van de secundaire buitenbeursmarkt van de lineaire obligaties, de gesplitste effecten en de schatkistcertificaten, de machtiging verlenen om in te tekenen op lineaire obligaties van dezelfde lijn tegen de gewogen gemiddelde prijs van de aanbesteding.

Hij kan tevens aan de Nationale Bank van België, de Deposito- en Consignatiekas, het Muntfonds en het Rentenfonds, de machtiging verlenen om tegen de uitgifteprijs lineaire obligaties van dezelfde lijn te verwerven, die zijn uitgegeven via gelijk welke werkwijze van vaste overname overeenkomstig de gebruiken van markt. § 2. Onze Minister van Financiën legt de modaliteiten en de voorwaarden vast voor de uitoefening van de rechten die hij verleent krachtens §1 van dit artikel. HOOFDSTUK III. - De vereffening van de uitgegeven bedragen

Art. 8.Het op de valutadatum van de uitgifte door de inschrijver te betalen bedrag is de aangeboden prijs of inschrijvingsprijs, verhoogd met de opgelopen interesten waarvan de berekeningswijze bepaald wordt door Onze Minister van Financiën.

De prijs en de opgelopen interesten worden betaald in dezelfde munt als deze waarin de lineaire obligatie is uitgedrukt.

Onze Minister van Financiën legt de modaliteiten vast voor de betaling van de lineaire obligaties die werden verworven via omruiling tegen effecten van de Staatsschuld.

Art. 9.De lineaire obligaties die werden uitgegeven, worden op de valutadatum van de uitgifte, uitsluitend in gedematerialiseerde vorm geleverd, tegen betaling van het verschuldigde bedrag.

Art. 10.De datum voor de betaling en de levering van de lineaire obligaties waarop buiten mededinging werd ingeschreven is de valutadatum van de aanbesteding met mededinging die eraan verbonden is.

Art. 11.§ 1. De effecten waarvan de prijs niet werd betaald op de valutadatum van de uitgifte, kunnen van dan af zonder ingebrekestelling door eenvoudige beslissing van de Administratie der Thesaurie worden geannuleerd, zonder afbreuk te doen aan het recht van de Administratie der Thesaurie om herstel te eisen van de geleden schade. § 2. Aan de kopers voor wie de niet-betaling op de valutadag van het verschuldigde bedrag verschoonbaar is, kan uitstel van betaling worden verleend. In dit geval, is een interest aan de Staat verschuldigd voor het aantal dagen vertraging. § 3. Onze Minister van Financiën bepaalt de regels die moeten toelaten om forfaitair de schadevergoeding vast te stellen verschuldigd aan de Staat krachtens § 1 en de regels voor de berekening van de interesten verschuldigd krachtens § 2. HOOFDSTUK IV. - De terugbetaling van de lineaire obligaties

Art. 12.De lineaire obligaties zijn terugbetaalbaar op hun eindvervaldag. De Administratie der Thesaurie heeft echter de mogelijkheid om de uitgegeven lineaire obligaties op de secundaire markt te verwerven. De aldus verworven effecten kunnen, naar keuze van de Administratie der Thesaurie, worden afgelost, worden bewaard tot de eindvervaldag of opnieuw worden verkocht op de secundaire markt. HOOFDSTUK V. - Gedelegeerd ambtenaar - Bevoegde rechtbanken Keuze van woonplaats

Art. 13.Onze Minister van Financiën kan aan de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie en aan de ambtenaar die werd aangewezen om hem bij verhindering te vervangen, de bevoegdheid delegeren om te beslissen over de inschrijving op en de schrapping van de lijst van de toegelaten inschrijvers,het model van de offertes, de uitgifte van lineaire obligaties, de aanvaarding van de aanbiedingen en inschrijvingen, de vermindering van het bedrag van de inschrijvingen buiten mededinging en de toekenning van uitstel van betaling.

Hij kan hun eveneens de bevoegdheid verlenen om het recht van deelneming van de markhouders aan de inschrijvingen buiten mededinging te schorsen, te verminderen of te verhogen overeenkomstig de bepalingen opgenomen in het lastenkohier en de gedragscode van de markthouders in Schatkistwaarden en iedere overeenkomst of document te ondertekenen dat vereist is voor de toepassing van dit besluit.

Art. 14.Alle geschillen betreffende de uitgifte van lineaire obligaties behoren tot de uitsluitende bevoegdheid van de rechtbanken van het gerechtelijk arrondissement Brussel. HOOFDSTUK VI. - Splitsing en wedersamenstelling van lineaire obligaties

Art. 15.Onze Minister van Financiën kan bij de opening van een lijn van lineaire obligaties beslissen dat het recht op het kapitaal en het recht op iedere interestbetaling als zelfstandige gedematerialiseerde effecten kunnen worden verhandeld.

De effecten verkregen ingevolge de splitsing van lineaire obligaties worden genoemd : - wat betreft het recht op kapitaal « lineaire obligaties x - kapitaal »; - wat betreft het recht op interest « lineaire obligaties x - interest y »; waarbij x staat voor het jaar waarin het recht op het kapitaal vervalt en y staat voor het jaar waarin het recht op betaling van de interest vervalt.

Art. 16.De effecten verkregen uit de splitsing van lineaire obligaties worden, per categorie van effecten met dezelfde kenmerken, op een rekening geboekt overeenkomstig de artikelen 3 tot 12bis van de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium.

Art. 17.Alleen de door de Minister van Financiën daartoe aangestelde markthouders, die zich ertoe verbinden om de liquiditeit te verzekeren van de markt van de effecten verkregen ingevolge de splitsing van lineaire obligaties, mogen aan de Nationale Bank van België de splitsing en de wedersamenstelling van lineaire obligaties vragen.

De Nationale Bank van België mag lineaire obligaties splitsen en wedersamenstellen teneinde de overdracht van effecten, bekomen uit de splitsing, aan andere effectenclearingstelsels te vergemakkelijken.

Art. 18.Teneinde de liquiditeit van de secundaire markt van de lineaire obligaties te vrijwaren, mag de Minister van Financiën het recht van de aangestelde markthouders om de splitsing van lineaire obligaties te vragen, schorsen. Deze schorsing verhindert de vereffening niet van splitsingen die reeds aan de Nationale Bank van België waren aangevraagd op de dag van de inwerkingtreding van de schorsing, indien de valutadatum van de splitsing niet later valt dan de zevende kalenderdag volgend op de datum van inwerkingtreding van de schorsing.

De Minister van Financiën mag aan de Administrateur-generaal van de Administratie der Thesaurie en aan de ambtenaar die werd aangewezen om hem bij verhindering te vervangen, de in lid 1 bedoelde bevoegdheid delegeren.

Art. 19.Onze Minister van Financiën kan minimum- en maximumbedragen vastleggen waarop de splitsing van lineaire obligaties mag betrekking hebben. HOOFDSTUK VII. - Andere bepalingen - Overgangs- en slotbepalingen - Wijzigingen van de uitgiftebesluiten van lineaire obligaties - Inwerkingtreding - Uitvoering van dit besluit

Art. 20.§ 1. De lineaire obligaties uitgedrukt in de munteenheid van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap die de eenheidsmunt aanneemt overeenkomstig het verdrag dat deze Gemeenschap instelt, worden omgezet in euro-munteenheden vanaf de dag dat deze aanneming effectief is en volgens de modaliteiten vastgelegd door Onze Minister van Financiën. § 2.Indien zij dezelfde interestvoet en dezelfde vervaldata hebben inzake interest en terugbetaling, worden de lineaire obligaties, die initieel uitgedrukt waren in verschillende munteenheden, fungibel en zij vormen slechts één enkele lijn van zodra zij omgezet zijn in euro- munteenheden.

Art. 21.Het koninklijk besluit van 9 november 1992 houdende de coördinatie van het koninklijk besluit van 27 maart 1992 betreffende de uitgifte van lineaire obligaties wordt opgeheven, met uitzondering van Hoofdstuk 4, afdeling 1.

Art. 22.Onze Minister van Financiën bepaalt de datum waarop dit besluit in werking treedt.

Art. 23.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 16 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, Ph. MAYSTADT

^