Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 augustus 2019
gepubliceerd op 30 augustus 2019

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het loopbaansparen in het kader van de "Wet Peeters"

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2019203541
pub.
30/08/2019
prom.
17/08/2019
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 AUGUSTUS 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het loopbaansparen in het kader van de "Wet Peeters" (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende het loopbaansparen in het kader van de "Wet Peeters".

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 augustus 2019.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, W. BEKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2019 Loopbaansparen in het kader van de "Wet Peeters" (Overeenkomst geregistreerd op 24 mei 2019 onder het nummer 151765/CO/328.03) Preambule De wet betreffende werkbaar en wendbaar werk van 5 maart 2017 (de zogenaamde "Wet Peeters") heeft een wettelijk kader tot stand gebracht voor loopbaansparen.

Dit systeem biedt aan werknemers de mogelijkheid om bepaalde tijdselementen op te sparen. Deze verlofdagen zullen dan later in hun loopbaan bij de MIVB gebruikt kunnen worden, zowel om hun arbeidstijd tijdelijk aan te passen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven als om hun eindeloopbaan in te richten.

Het uitgangspunt van het wettelijk systeem is "tijd voor tijd". Het doel is niet dat de werknemer tijd opspaart om deze achteraf op te nemen als geld.

Het systeem van loopbaansparen is gebaseerd op het principe van de vrije keuze. De werknemer mag in geen enkel geval verplicht worden om deel te nemen aan het systeem van loopbaansparen. Hij blijft hierin volledig vrij.

De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst past in het kader van de Wet Peeters en heeft als doel om de voorwaarden, procedures en modaliteiten met betrekking tot het sparen op de loopbaanspaarrekening (LSR) en het gebruiken van tijdselementen te regelen.

Artikel 1.Toepassingsgebied De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité 328.03 voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest valt en op al zijn personeelsleden.

Art. 2.Voorwerp Het voorwerp van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is het creëren van het kader voor loopbaansparen, zoals voorzien in de artikelen 33 tot 39 van de Wet Peeters.

Er zullen twee systemen uitgewerkt worden : een systeem "tijdens de loopbaan" en een systeem om de "eindeloopbanen" in te richten.

Art. 3.Definities In de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst hebben de onderstaande termen de volgende betekenis : 1. De "vrijwillige" overuren zijn de uren die de normale voltijdse arbeidsduur overschrijden en die gepresteerd worden op verzoek van de werkgever en met het uitdrukkelijk voorafgaand akkoord van de werknemer.Voor deze uren wordt een overloon betaald, maar ze worden niet ingehaald (geen toekenning van inhaalrust). Dit is zo bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2018 met betrekking tot de interne grens en de implementatie en de modaliteiten van het systeem van vrijwillige overuren in het kader van de Wet Peeters; 2. De extrawettelijke verlofdagen zijn de verlofdagen die voorzien zijn in de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 mei 2019 met betrekking tot de toekenning van extrawettelijk verlof. I. - Het sparen

Art. 4.Anciënniteitsvoorwaarde De werknemers kunnen tijdselementen sparen op de loopbaanspaarrekening zodra ze een jaar dienst in de onderneming hebben.

Opmerking : een werknemer die in dienst treedt op 1 september 2019 kan arbeidstijd beginnen sparen op zijn loopbaanspaarrekening vanaf 1 september 2020.

Art. 5.Opzegperiode en schorsing van de arbeidsovereenkomst Er kunnen geen tijdselementen gespaard worden tijdens de opzegperiode en tijdens periodes van schorsing van de arbeidsovereenkomst met een onafgebroken duur van ten minste 6 maanden.

Art. 6.Periode waarin kan gespaard worden Er kan gespaard worden tijdens de volledige duur van de loopbaan van de werknemer in de onderneming, rekening houdend met de artikelen 4 en 5.

Art. 7.Beheer van de loopbaanspaarrekening Alle gekapitaliseerde dagen en uren zullen als uren toegevoegd worden aan de loopbaanspaarrekening.

De dagen worden omgezet op basis van het dagelijks beurtrolplan (arbeidstijd van de werknemer van toepassing op de laatste dag van de geldigheidsperiode - 31 december, laatste dag van de maand of 31 maart naargelang het type op te sparen tijdselement).

De werknemer zal over zijn volledige loopbaan in de onderneming 1 800 uren kunnen opsparen. Dit quotum zal opgesplitst worden in twee potten.

Een eerste pot van 800 uren zal kunnen gebruikt worden "tijdens de loopbaan".

Een tweede pot van 1 000 uren zal toegankelijk zijn voor de werknemer "aan het einde van de loopbaan".

Deze limiet (van 1 800 uren) zal niet overschreden mogen worden. Ze zal daarentegen wel meermaals bereikt mogen worden tijdens de loopbaan van een persoon.

De werknemer zal standaard kunnen sparen in de pot die zal gebruikt worden "tijdens de loopbaan". Als de limiet van 800 bereikt is, dan zal er verder gespaard worden in de pot "eindeloopbaan".

Er is geen overdracht tussen de pot "tijdens de loopbaan" en "eindeloopbaan".

De werknemer zal de opgespaarde tijdselementen in de twee potten kunnen gebruiken in de volgende situatie : - Wanneer de werknemer voldoet aan de voorwaarden om de pot "eindeloopbaan" te gebruiken, dat wil zeggen 10 jaar vóór de datum van het vertrek met wettelijk pensioen; of - Wanneer de opzegperiode ingaat; of - Vóór het begin van de laatste maand van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur.

De tellers zullen door de werknemer moeten kunnen geraadpleegd worden op het intranet van de onderneming.

II. - De tijdselementen die kunnen opgespaard worden

Art. 8.Extrawettelijk verlof (code 0079) De extrawettelijke verlofdagen die vrij door de werknemer mogen opgenomen worden kunnen gespaard worden op de loopbaanspaarrekening.

De extrawettelijke verlofdagen die vastgelegd zijn kunnen niet opgespaard worden.

De werknemer zal een aanvraag moeten indienen om extrawettelijke verlofdagen op te sparen door het daartoe voorziene formulier naar de dienst Time te sturen ten laatste op 31 december van het lopende jaar.

De berekening van de op te sparen dagen zal gebaseerd worden op de situatie die vastgesteld is op 31 december van het lopende jaar.

Het aantal gevraagde extrawettelijke verlofdagen om op te sparen zal niet meer mogen bedragen dan het effectieve saldo aan het einde van het jaar. Als de werknemer geen aanvraag doet, dan zullen de extrawettelijke verlofdagen overgedragen worden naar het volgende jaar, volgens de geldende regels.

De extrawettelijke verlofdagen die overgedragen werden zullen mogen opgespaard worden. De aanvraag zal ten laatste moeten gedaan worden op 31 maart van het lopende jaar (het jaar waarnaar deze dagen overgedragen werden). Als de werknemer geen aanvraag doet, zullen deze dagen verloren gaan.

De berekening van de op te sparen dagen zal gebaseerd worden op de situatie die vastgesteld is op 31 maart van het lopende jaar (het jaar waarnaar deze dagen overgedragen werden).

Art. 9.Vrijwillige overuren De vrijwillige overuren zoals omschreven in artikel 8 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 november 2018 met betrekking tot de interne grens en de implementatie en de modaliteiten van het systeem van vrijwillige overuren in het kader van de Wet Peeters kunnen opgespaard worden.

Enkel de tijd die overeenstemt met het normale loon kan opgespaard worden. Het overloon voor deze vrijwillige overuren kan niet opgespaard worden en zal uitbetaald worden aan het einde van de betrokken loonberekeningsperiode.

Opmerking : bijvoorbeeld, een werknemer die 7,5 vrijwillige overuren presteert, zal 7,5 uren kunnen opsparen en 7,5 uren overloon ontvangen.

De keuze om vrijwillige overuren op te sparen moet gemaakt worden per en voor de volledige prestatie. Als de werknemer, in de loop van een prestatie, het maximale aantal op te sparen uren bereikt, dan zal deze niet kunnen opgespaard worden.

De werknemer zal een aanvraag moeten indienen om vrijwillige overuren op te sparen via de ter beschikking gestelde tools, ten laatste vóór het einde van de maand waarin de vrijwillige overuren gepresteerd werden. Als de werknemer geen keuze maakt, dan zullen de vrijwillige overuren uitbetaald worden.

Art. 10.Wachtverlof De dagen wachtverlof zullen kunnen opgespaard worden vanaf de inwerkingtreding van een collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de wachtdiensten.

De werknemer zal een aanvraag moeten indienen om dagen wachtverlof op te sparen via de ter beschikking gestelde tools, ten laatste op 31 maart van het jaar dat volgt op het jaar waarin de wachtdienst(en) uitgevoerd werd(en). Op 31 maart van jaar X, zal de werknemer enkel het wachtverlof dat verworven werd in jaar X-1 mogen opsparen. Als de werknemer geen keuze maakt, dan zullen de uren wachtverlof niet gespaard worden op de loopbaanspaarrekening.

Voorbeeld : als een collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de wachtdiensten in werking treedt op 1 januari 2020, dan zal het "nieuwe" wachtverlof van 2020 mogen opgespaard worden op 31 maart 2021.

III. - Manier waarop de werknemer zijn spaartegoed kan opnemen

Art. 11.Modaliteiten Er zullen twee systemen uitgewerkt worden : een systeem "tijdens de loopbaan" en een systeem om de "eindeloopbanen" in te richten.

De modaliteiten voor de vermindering van de prestaties (verminderingspercentage, duur en schorsingsdag(en)) zullen bepaald worden in onderlinge overeenstemming met het lokaal management om de haalbaarheid op het vlak van organisatie te verzekeren.

De aanvraag zal ten minste twee maanden vóór de aanvang van het gevraagde verlof moeten gedaan worden, behalve in gerechtvaardigde uitzonderlijke gevallen.

De lokale manager zal slechts één keer de aanvang van dit verlof tot maximaal 4 maanden na de door de werknemer gewenste datum mogen uitstellen en moet zijn beslissing motiveren.

Het opnemen van het spaartegoed zal standaard in dagen plaatsvinden.

Halve dagen opnemen zal enkel mogelijk zijn als de organisatie van de diensten het toelaat. De afrekening ten opzichte van de urenpot zal in uren gebeuren op basis van het dagelijks beurtrolplan dat van toepassing is op de dag waarop de uren van de loopbaanspaarrekening opgenomen worden (en niet op basis van de geplande dienst).

Art. 12.Tijdens de loopbaan Een werknemer zal tijdens zijn loopbaan gespaarde uren op de loopbaanspaarrekening kunnen opnemen om het hoofd te bieden aan levensgebeurtenissen of een project waarvoor een aanpassing van zijn arbeidstijd nodig is.

De werknemer zal zijn wekelijkse arbeidstijd kunnen verminderen tot 90 pct., 80 pct., 50 pct. of volledig schorsen voor een duur van ten minste 1 maand tot maximaal 6 maanden, onafhankelijk van het schorsingspercentage.

De werknemer zal sinds ten minste 2 jaar moeten gespaard hebben eer hij opgespaarde uren zal kunnen opnemen.

Opmerking : bijvoorbeeld, de werknemer spaart voor het eerst op 1 oktober 2019. Hij zal zijn LSR-verlofdagen kunnen opnemen vanaf 1 oktober 2021.

Om het operationeel beheer van de onderneming niet in het gedrang te brengen, zal er een periode van één jaar van toepassing zijn na het opnemen van verlofdagen op de loopbaanspaarrekening. Deze periode van één jaar start op de dag na het einde van de vorige LSR-verlofperiode.

Opmerking : bijvoorbeeld, als een werknemer verlof van de loopbaanspaarrekening opneemt van 1 september 2019 tot 31 oktober 2019, dan zal hij opnieuw gespaarde uren op de loopbaanspaarrekening kunnen opnemen volgens de "tijdens de loopbaan"-aanpak vanaf 1 november 2020.

Art. 13.Eindeloopbaan De op de LSR opgespaarde uren zullen opgenomen kunnen worden vanaf 10 jaar vóór de datum van vertrek met wettelijk pensioen.

De werknemer zal zijn wekelijkse arbeidstijd kunnen verminderen tot 90 pct., 80 pct., 50 pct. of volledig schorsen voor periodes van ten minste 1 maand. Er is geen maximale duur.

Opmerking : bijvoorbeeld, een werknemer zou kunnen vragen om zijn wekelijkse arbeidstijd te verminderen tot 80 pct. gedurende 2 jaar en/of tot het einde van zijn loopbaan of om 4 maanden volledige schorsing aan één stuk op te nemen in de laatste 4 maanden van zijn loopbaan.

De modaliteiten met betrekking tot de dekapitalisering van de pot aan het einde van de loopbaan, ofwel in één keer ofwel in meerdere periodes, bijvoorbeeld een meerjarenovereenkomst, zullen bepaald worden tussen de werknemer en de lokale manager.

Art. 14.Opzegperiode en einde van de arbeidsovereenkomst van bepaalde duur De werknemer en zijn lokale manager zullen in onderlinge overeenstemming een plan moeten opstellen om de loopbaanspaarrekening te vereffenen vóór zijn vertrek uit de onderneming : - Wanneer de opzegperiode begint en ten laatste vóór het einde van de eerste volledige maand van de opzegperiode; of - Vóór het begin van de laatste maand van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur.

Als er geen akkoord bereikt wordt, dan worden de opgespaarde tijdselementen allemaal samen aan het einde van de opzegperiode geplaatst onder de vorm van een volledige schorsing.

In de loop van de opzegperiode zal er geen minimumperiode of maximumperiode zijn voor het opnemen van gespaarde elementen op de loopbaanspaarrekening - dit is dus van toepassing zowel voor de systemen "tijdens de loopbaan" als aan het "einde van de loopbaan".

Het opnemen van opgespaarde tijdselementen op de loopbaanspaarrekening tijdens de opzegperiode geeft geen aanleiding tot schorsing van de opzegtermijn.

Als de uren op de loopbaanspaarrekening om organisatorische redenen niet opgenomen kunnen worden tijdens de opzegperiode, dan zullen ze uitbetaald worden met de expliciete toestemming van de lokale manager en de Corporate HR-directie.

Art. 15.Formaliteiten met betrekking tot de aanvraag voor het opnemen van de opgespaarde tijdselementen De aanvraag zal de ingangsdatum van het verlof, de periode en de vermindering van de arbeidstijd die de werknemer wenst evenals de verlofdagen moeten vermelden.

Art. 16.Einde van de arbeidsovereenkomst In overeenstemming met artikel 37 van de Wet Peeters, heeft de werknemer recht op de volledige uitbetaling van het saldo van zijn spaartegoed op het moment waarop zijn arbeidsovereenkomst eindigt.

IV. - Waardering van de opgespaarde tijdselementen

Art. 17.Waarderingswijze van de opgespaarde tijdselementen op het moment waarop de werknemer deze wil opnemen De opgespaarde tijdselementen zullen uitbetaald worden in overeenstemming met het loon dat van toepassing is op het moment waarop ze effectief opgenomen worden.

Opmerking : bijvoorbeeld, een werknemer heeft 90 vrijwillige overuren opgespaard in 2019. In 2022 wil hij daar de helft van opnemen. Op het moment waarop hij de uren op de loopbaanspaarrekening opneemt, ontvangt hij zijn normale loon tegen het bedrag dat van toepassing is in 2022.

V. - Financieel beheer

Art. 18.Beheer van het loopbaansparen en garanties voor de werknemer Het financieel beheer van het systeem van loopbaansparen zal verzorgd worden door de werkgever.

De nodige betalingswaarborgen zullen voorzien worden door de werkgever, ook in geval van liquidatie van de onderneming.

VI. - Slotbepalingen

Art. 19.Sociale vrede en evaluatie De partijen en hun mandatarissen zullen zich ervan weerhouden om voor de duur van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst een collectief conflict op het niveau van de onderneming met betrekking tot de in deze overeenkomst behandelde punten uit te lekken, te doen losbarsten of te steunen.

De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zal om de 2 jaar geëvalueerd worden.

Art. 20.Inwerkingtreding De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 10 mei 2019.

In het kader van de technische overgang, zal het mogelijk zijn om de extrawettelijke verlofdagen van 2019 op te sparen en de vrijwillige overuren op te sparen tegen ten laatste eind maart 2020.

Ze wordt afgesloten voor onbepaalde duur.

Art. 21.Opzegging Elke ondertekenende partij kan de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst volledig of gedeeltelijk opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden betekend bij per post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest.

De opzegtermijn gaat in vanaf de datum van verzending van het aangetekend schrijven.

De partij die het initiatief neemt om de onderhavige overeenkomst op te zeggen, moet de redenen daarvoor opgeven en een nieuwe tekst voorstellen.

Art. 22.Registratie De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zal door de voorzitter van het paritair subcomité neergelegd worden op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog op haar registratie.

De algemeenverbindendverklaring bij koninklijk besluit zal gevraagd worden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 augustus 2019.

De Minister van Werk, W. BEKE

^