Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 december 2003
gepubliceerd op 02 februari 2004

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid »

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003202237
pub.
02/02/2004
prom.
17/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/17/2003202237/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid » (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Artikel 1 . Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot wijziging van de statuten van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid ».

Art. 2 . Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 14 mei 2003 Wijziging van de statuten van het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid » (Overeenkomst geregistreerd op 10 juli 2003 onder het nummer 66779/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsindustrie. § 2. Met « arbeiders » worden de mannelijke en de vrouwelijke arbeiders bedoeld. HOOFDSTUK II. - Wijziging van de statuten

Art. 2.Het artikel 12 van de statuten van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid", opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 1989, tot wijziging en coördinatie van de statuten van het « Waarborg- en Sociaal Fonds van de arbeiders van de voedingsnijverheid », algemeen verbindend verklaard door het koninklijk besluit van 5 maart 1991 (Belgisch Staatsblad van 24 april 1991), wordt vervangen door de volgende bepalingen : «

Art. 12.§ 1. Vanaf 1 januari 2001 en voor onbepaalde duur, is de bijdrage van de werkgevers, vastgesteld op 1,15 pct. van de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, bestemd voor het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid ». § 2. De volgende bijkomende bijdragen worden geïnd, bestemd voor de financiering van een bijkomende vergoeding bovenop de ziekte-uitkering volgens de modaliteiten die bepaald worden door de raad van beheer van het fonds : - vanaf 1 oktober 2003 tot 31 december 2003, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; - vanaf 1 januari 2004 tot 30 juni 2005, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,10 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. § 3. De volgende bijdragen worden geïnd voor het « Instituut voor Professionele Vorming van de voedingsnijverheid », hierna genoemd « IPV » : - vanaf 1 oktober 2003 tot 31 december 2003, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,35 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, zijnde 0,05 pct. voor de financiering van het IPV en 0,30 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen; - vanaf 1 januari 2004 tot 30 juni 2004, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,15 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen; - vanaf 1 juli 2004 en voor onbepaalde duur, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid zijnde 0,05 pct. voor de financiering van het IPV en 0,15 pct. voor vormings- en tewerkstellingsinitiatieven voor de risicogroepen. § 4. De volgende bijkomende bijdragen worden geïnd voor de financiering van de ontwikkelingsprojecten in de derde wereld : - vanaf 1 oktober 2003 tot 31 december 2003, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,20 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid; - vanaf 1 januari 2004 tot 31 december 2004, is de bijdrage van de werkgevers per arbeider, vastgesteld op 0,05 pct. berekend op de lonen aangegeven aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.

De projecten zullen betrekking hebben tot de verbetering van de voedselketen. De projecten dienen ingediend te worden door Belgische organisaties voor ontwikkelingssamenwerking. De modaliteiten van deze financiering zullen vastgelegd worden door de raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid. § 5. De bijdragen vermeld in de §§ 1, 2, 3 en 4 worden geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en worden overgemaakt aan het « Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid ». Deze maakt de bijdrage bepaald in § 3 over aan het IPV. » HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 oktober 2003 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk der ondertekenende partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, gericht per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Comité van de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 december 2003.

De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE

^