Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 januari 2000
gepubliceerd op 17 maart 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 - hoofdstuk II - Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming - houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012021
pub.
17/03/2000
prom.
17/01/2000
ELI
eli/besluit/2000/01/17/2000012021/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JANUARI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 - hoofdstuk II - Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming - houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op hoofdstuk II;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997, gesloten in het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk, betreffende de uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 - hoofdstuk II - Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming - houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 januari 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 27 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997.

Bijlage Paritair Subcomité voor het marokijnwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 1997 Uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 - hoofdstuk II - Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming - houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Overeenkomst geregistreerd op 19 september 1997 onder het nummer 45246/CO/128.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het marokijnwerk.

Art. 2.De in artikel 1 bedoelde werkgevers betalen voor de jaren 1997 en 1998 een bijdrage van 0,10 pct., berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld bij artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers.

Art. 3.De opbrengst van de inning van de bijdrage van 0,10 pct. is bestemd voor de medefinanciering van opleidingsinitiatieven van personen die behoren tot de risicogroepen.

Deze initiatieven kunnen hetzij collectief, hetzij individueel of hetzij voor een groep van ondernemingen georganiseerd worden.

De modaliteiten van de financiering voor de algemene kosten, de ontwikkelingskosten en de rechtstreekse opleidingskosten zullen in de raad van bestuur van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk" bepaald worden.

De projectontwikkeling, de coördinatie, de kostenverrekening en de verslaggeving wordt toevertrouwd aan de werkgeversfederatie.

Art. 4.In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst moeten, rekening houdend met de bijzondere concurrentiedruk die op de sector uitgeoefend wordt, als risicogroepen beschouwd worden : - de ongeschoolde of laaggeschoolde werknemers en/of werkzoekenden; - de werknemers waarvan de tewerkstelling bedreigd wordt door gebrek aan scholing of herscholing van de vakbekwaamheid; - de werknemers die een activiteit uitoefenen die de nakomende activiteiten in dermate beïnvloeden dat bij gebrek aan bestendige aanpassing de tewerkstelling in cascade bedreigd wordt.

Art. 5.Deze bijdrage wordt geïnd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid en overgemaakt aan het "Fonds voor bestaanszekerheid voor het marokijnwerk", Hoogstraat 26-28, 1000 Brussel, dat zal instaan voor de vereffening van de door de raad van bestuur van het fonds besliste bestedingen.

De totaliteit van de financiering in het kader van de bijdrage van 0,10 pct. mag de totaliteit van de ontvangsten niet overschrijden.

Art. 6.Jaarlijks zal, in de schoot van het paritair subcomité, een evaluatie worden gemaakt van de bestaande opleidingsinitiatieven en bestedingen zoals voorzien in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^