Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 januari 2002
gepubliceerd op 06 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012024
pub.
06/03/2002
prom.
17/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/17/2002012024/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1999 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51323/CO/226)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de vakantie, het kort verzuim, de wettelijke feestdagen en de regionale verlofdagen, neergelegd op 12 maart 1998 en geregistreerd op 3 april 1998 onder het nummer 47675/CO/226, wordt als volgt gewijzigd : Artikel 2 wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 2.De bedienden die tijdens het vakantiedienstjaar 12 maanden effectieve of hiermee gelijkgestelde prestaties hebben geleverd, overeenkomstig de wetgeving inzake jaarlijkse vakantie, hebben recht op een bijkomende sectorale vakantiedag. » Artikel 4 wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 4.Voor de toekenning van de anciënniteitsvakantie bedoeld in artikel 3 gelden de hiernavolgende regels : a) Bedienden tewerkgesteld in een onderneming die tot 31 december 1997 ressorteerde onder het Paritair Comité voor import, export, doorvoer en buitenlandse handel en voor de maritieme en expeditiekantoren of in een onderneming die pas na die datum voor het eerst bedienden tewerkstelde. Voor de bedienden in dienst op 31 december 1999 wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar. Hierbij komen de perioden in aanmerking gedurende welke de vakantiegerechtigden als bediende onderworpen zijn geweest aan de wetgeving op de sociale zekerheid der werknemers.

Voor de bedienden die in dienst komen na 31 december 1999 wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar. Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de perioden van tewerkstelling als bediende in een onderneming die ressorteerde onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en ten vroegste vanaf 1 januari 1998. b) Bedienden tewerkgesteld in een onderneming die tot 31 december 1997 ressorteerde onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden. Voor de toekenning van anciënniteitsvakantie wordt rekening gehouden met de anciënniteit bereikt op 31 december van het vakantiedienstjaar.

Hierbij wordt enkel rekening gehouden met de perioden van tewerkstelling als bediende in een onderneming die ressorteerde onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en ten vroegste vanaf 1 januari 1998. Bestaande gunstigere regelingen blijven van toepassing zonder dat er cumul kan zijn met eventuele bijkomende vakantiedagen die reeds op het vlak van de onderneming zouden zijn toegekend. » De artikelen 5 en 6 worden opgeheven.

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd : a) De huidige bepalingen worden § 1 in de aangepaste tekst.b) Er wordt een § 2 toegevoegd, luidend als volgt : « § 2.In afwijking van de bepalingen van § 1 wordt voor de ondernemingen die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden volgende programmatie voorzien : - vanaf het jaar 2002 : toekenning van twee nader te bepalen halve verlofdagen; - vanaf het jaar 2004 : toekenning van twee nader te bepalen halve verlofdagen. » Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd : 1° In punt 7 worden de woorden "van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind" ingevoegd tussen de woorden "van een kleinkind" en het woord "schoonzoon".2° In punt 9 worden de woorden "van een overgrootvader, een overgrootmoeder, van een achterkleinkind" ingevoegd tussen de woorden "van een kleinkind" en het woord "schoonzoon". Artikel 10 wordt vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 10.Voor de toepassing van artikel 8, punten 7 en 9, worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader, de grootmoeder, de overgrootvader, de overgrootmoeder van de bediende. » Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd : a) De huidige bepalingen worden § 1 van de aangepaste tekst.b) Er wordt een § 2 toegevoegd luidend als volgt : « § 2.In afwijking van de bepalingen in § 1 is de regionale verlofdag in de ondernemingen die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden niet cumuleerbaar met bijkomende vakantiedagen die vóór 1 januari 1999 werden toegekend in de onderneming. » HOOFDSTUK VI. - Overgangsbepalingen, met daarin artikel 14 wordt opgeheven. Artikel 15 wordt het nieuwe artikel 14.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten voor een onbepaalde tijd. Zij treedt in werking op 1 januari 2000 met uitzondering van de wijzigingen van de artikelen 8 en 10, die uitwerking hebben met ingang van 12 april 1999.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd met een opzegging van zes maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 oktober 2001.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^