Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 januari 2002
gepubliceerd op 06 maart 2002

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2002012026
pub.
06/03/2002
prom.
17/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/17/2002012026/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 2001 Wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden (Overeenkomst geregistreerd op 7 juni 2001 onder het nummer 57386/CO/226)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de bedienden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken met uitsluiting van de ondernemingen en hun bedienden die tot 31 december 1997 ressorteerden onder het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden; deze laatste uitsluiting is evenwel niet van toepassing op bedoelde ondernemingen die na voormelde datum voor de eerste maal één of meerdere bedienden tewerkstelden.

Art. 2.De collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 11 april 1999, laatst gewijzigd bij collectieve arbeidsovereenkomst van 21 mei 1999, neergelegd op 8 juni 1999 en geregistreerd op 9 juli 1999 onder het nummer 51346/CO/226, wordt als volgt gewijzigd : - In artikel 2 worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° de huidige tekst van § 1 wordt het enig lid van artikel 2;2° § 2 wordt opgeheven. - Vanaf 1 juli 2001 wordt artikel 5 vervangen door volgende bepaling : «

Art. 5.Voor de indexering van de weddeschaal worden volgende regels toegepast : a) de bedragen van de in voege zijnde weddeschaal worden vermenigvuldigd met 1,014 tot op de derde decimaal nauwkeurig, zonder afronding;b) de resultaten gevonden bij toepassing van de regel onder a) worden afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang de derde decimaal al dan niet ten minste gelijk is aan 5;c) de afgeronde bedragen bij toepassing van de regel onder b) vormen de nieuwe weddeschaal die telkens de basis is voor een volgende indexering.» - Vanaf 1 juli 2001 wordt artikel 6 vervangen door volgende bepaling : «

Art. 6.Voor de indexering van de degressieve bedragen voor bedienden die jonger zijn dan 21 jaar gelden volgende regels : a) de aanvangswedden van de klassen van de geïndexeerde weddeschaal worden vermenigvuldigd met de degressieve percentages zoals bepaald in artikel 10, eerste lid, waarbij het resultaat uitgerekend wordt tot op het derde decimaal nauwkeurig, zonder afronding;b) de resultaten gevonden bij toepassing van de regel onder a) worden afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang de derde decimaal al dan niet ten minste gelijk is aan 5.» - Vanaf 1 juli 2001 wordt artikel 7 vervangen door volgende bepaling : «

Art. 7.Bij de indexering van de werkelijke wedden, die hoger liggen dan de voorziene minimumwedden, desgevallend begrensd tot de eindwedde van klasse 8 zoals bepaald in artikel 2, worden de resultaten afgerond op het tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang het derde decimaal al dan niet ten minste gelijk is aan 5. » - Vanaf 1 juli 2001 wordt artikel 9 vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 9.§ 1. Op 1 juli 2001 worden de werkelijke wedden evenals de weddeschaal, met inbegrip van de huisweddeschalen, verhoogd met 2 pct. » § 2. Bij toepassing van de bepalingen vervat in § 1 wordt per 1 juli 2001 de minimumweddeschaal voor de bedienden van ten minste 21 jaar, vastgesteld als volgt : Weddeschaal IN EURO Stabilisatieschijf : 104,45 - 107,39 Spil : 105,91 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De hiervoor vermelde weddeschaal wordt vastgesteld onder de opschortende voorwaarde dat er vóór augustus 2001 geen indexering van de weddeschaal plaats heeft bij toepassing van artikel 4. Indien dit wel het geval is dan wordt de toepasselijke weddeschaal per 1 juli 2001 vastgesteld op volgende manier : a) indexering van de toepasselijke weddeschaal in BEF zoals bepaald in artikel 4, met afronding zoals bepaald in de ongewijzigde versie van artikel 5;b) verhoging van de resultaten in BEF verkregen onder a) met 2 pct.en afgerond zoals bepaald in de ongewijzigde versie van artikel 5; c) omzetting van de resultaten in BEF bekomen bij toepassing van b) in euro door ze te delen door 40,3399 waarbij de afronding gebeurt op basis van de nieuwe versie van artikel 5.» Vanaf 1 juli 2001 wordt artikel 10 vervangen door volgende bepalingen : «

Art. 10.Voor bedienden jonger dan 21 jaar gelden degressieve bedragen berekend op de aanvangswedde van de klassen als volgt : 20 jaar = 94 pct. van de aanvangswedde van de klasse; 19 jaar = 88 pct. van de aanvangswedde van de klasse; 18 jaar = 82 pct. van de aanvangswedde van de klasse.

De resultaten van deze berekeningen worden afgerond op de tweede decimaal naar boven of naar beneden naargelang de derde decimaal al dan niet ten minste gelijk is aan 5. » Er wordt een artikel 10ter ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 10ter.Op 1 januari 2002 worden de werkelijke wedden evenals de weddeschaal, met inbegrip van de huisweddeschalen die hierop gebaseerd zijn, verhoogd met 24,79 EUR (maandbasis). Voor deeltijds tewerkgestelde bedienden wordt dat bedrag herleid in functie van het toepasselijk arbeidsregime. » Artikel 17 wordt aangepast als volgt : a) de huidige tekst wordt § 1;b) Er wordt een § 2 toegevoegd luidend als volgt : « § 2.In afwijking van de bepalingen van § 1 geldt volgende regeling in geval van overgang naar een hogere klasse van een bediende die per 1 januari 1998 werd ingeschaald in de weddeschaal bij toepassing van artikel 20 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 maart 1998 betreffende de bezoldigingsvoorwaarden, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, bij dezelfde werkgever of bij een andere werkgever van dezelfde groep : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tijdens de overgangsperiode geldt/gelden de wedde(n) van de tussenliggende klasse(n) en wordt de fictieve barema-anciënniteit geblokkeerd indien deze, bij het begin van de overgangsperiode, hoger is dan de reële dienstanciënniteit in de onderneming. » In artikel 18 worden vanaf 1 juli 2001 de bedragen "1 350 BEF" en "1 650 BEF" vervangen door respectievelijk "33,47 EUR" en "40,90 EUR".

Er wordt in Hoofdstuk IV - overgangsbepalingen een artikel 24bis ingevoegd, luidend als volgt : «

Art. 24bis.§ 1. Voor de periode van 1 juli tot 31 december 2001 stemmen de bedragen van de minimumweddeschaal in euro, opgenomen in artikel 9, overeen met volgende equivalente bedragen in BEF : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor de periode van 1 juli tot 31 december 2001 stemmen de bedragen in euro die voorkomen in artikel 18, overeen met volgende equivalente bedragen in BEF : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 7 mei 2001 en is gesloten voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen geheel of gedeeltelijk worden opgezegd met een opzegging van zes maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken en aan de daarin vertegenwoordigde organisaties. Deze opzegging kan ten vroegste ingaan op 1 oktober 2002.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 januari 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX.

^