Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2001
gepubliceerd op 17 augustus 2001

Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012682
pub.
17/08/2001
prom.
17/07/2001
ELI
eli/besluit/2001/07/17/2001012682/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2001. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de opzeggingstermijnen in de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, inzonderheid op artikel 61, gewijzigd bij de wet van 20 juli 1991;

Gelet op het voorstel van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat er dringend aanleiding toe bestaat de opzeggingstermijnen te wijzigen in het belang van de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, teneinde de rechtspositie van de betrokken werknemers te waarborgen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 juli 1956 tot vaststelling van de opzeggingstermijnen voor de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Nationaal Paritair Comité voor de vezelbedrijven ressorteren, is dit besluit van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk ressorteren, met uitzondering van de onderneming N.V. Celanese en de werkgevers en werknemers die onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, het Paritair Subcomité voor de vlasbereiding of het Paritair Subcomité voor het vervaardigen van en de handel in jute of in vervangingsmaterialen ressorteren.

Art. 2.In afwijking van de bepalingen van artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt, wanneer de opzegging van de werkgever uitgaat, de bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst voor werklieden na te leven opzeggingstermijn vastgesteld op : 1° vijfendertig dagen wat de werklieden betreft die tussen zes maanden en minder dan vijf jaar anciënniteit in de onderneming tellen;2° tweeënveertig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijf en minder dan tien jaar anciënniteit in de onderneming tellen;3° zesenvijftig dagen wat de werklieden betreft die tussen tien en minder dan vijftien jaar anciënniteit in de onderneming tellen;4° vierentachtig dagen wat de werklieden betreft die tussen vijftien en minder dan twintig jaar anciënniteit in de onderneming tellen;5° honderdentwaalf dagen wat de werklieden betreft die twintig of meer jaar anciënniteit in de onderneming tellen.

Art. 3.De opzeggingstermijnen bepaald in artikel 2 zijn niet van toepassing ingeval van opzegging met het oog op brugpensioen. In dat geval gelden de opzeggingstermijnen zoals bepaald in artikel 59 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.

Art. 4.De opzeggingstermijnen die moeten worden nageleefd wanneer de opzegging van de werkman uitgaat, bedragen de helft van de opzeggingstermijnen die overeenkomstig artikel 2 in geval van opzegging door de werkgever moeten worden nageleefd. Daarbij wordt een halve dag naar een lagere eenheid afgerond.

Art. 5.De opzeggingen betekend voor de inwerkingtreding van dit besluit, blijven hun gevolgen behouden.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2002.

Art. 7.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. Wet van 20 juli 1991, Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1991.

^