Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juli 2002
gepubliceerd op 23 mei 2003

Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, het synthesemodel van de in de algemene uitgavenbegroting van de Staat te publiceren begroting en de wijze van aanrekening van de inkomsten en uitgaven voor de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie, DWTI »

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2003021124
pub.
23/05/2003
prom.
17/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/17/2003021124/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JULI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorstelling van de begroting, het synthesemodel van de in de algemene uitgavenbegroting van de Staat te publiceren begroting en de wijze van aanrekening van de inkomsten en uitgaven voor de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie, DWTI »


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit, inzonderheid op artikel 140;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 augustus 1997 houdende oprichting, binnen de Federale diensten voor wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden, van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « Dienst voor wetenschappelijke en technische informatie, DWTI »;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 februari 2000 tot vaststelling van de organieke voorschriften voor het financieel en materieel beheer van de dienst voor wetenschappelijke en technische informatie als Staatsdienst met afzonderlijk beheer, inzonderheid op de artikelen 20 tot 33;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 april 2001;

Gelet op de akkoord bevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 22 mei 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de DWTI sinds 1 januari 2000 operationeel is zonder begrotingskader en zonder reglementaire boekhouding moet dus dringend de nodige reglementaire grondslag terzake worden geleverd waarvan de inwerkingtreding samenvalt met de aanvang van de activiteiten van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer DWTI, in dit geval 1 januari 2000.

Op voordracht van Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.De begroting omvat de raming van alle ontvangsten en uitgaven in het kader van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer « DWTI ».

Art. 2.Onder ontvangsten wordt verstaan alle vastgestelde rechten in het begrotingsjaar, de dotatie van de Staat voor het begrotingsjaar alsook het begrotingssaldo van het voorgaande jaar.

Art. 3.Onder uitgaven wordt verstaan de bedragen die tijdens het begrotingsjaar verschuldigd zullen zijn wegens voorheen aangegane verbintenissen.

Art. 4.Een recht is vastgesteld wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : 1. het bedrag ervan is op nauwkeurige wijze vastgesteld;2. de identiteit van de schuldenaar of van de schuldeiser is bepaalbaar;3. de verplichting om te betalen bestaat;4. een verantwoordingsstuk is in het bezit van de betrokken dienst.

Art. 5.De vastgestelde rechten doven uit door betaling, door annulatie of door verjaring. HOOFDSTUK II. - Voorstelling van de begroting

Art. 6.De begroting wordt opgemaakt per activiteitenprogramma en per basisallocatie. De programma's stellen de verschillende opdrachten en activiteiten van DWTI voor. De basisallocaties stellen de aard van uitgaven voor en zijn conform de economische classificatie ESR.

Art. 7.De begroting opgemaakt door de beheerscommissie wordt opgesteld volgens de bijlage I van het besluit. Het eerste cijfer van de code van iedere begrotingspost stelt het programma vast waarop het betrekking heeft en de drie volgende cijfers bepalen de basisallocatie ervan. Voor het interne beheer van de diensten kunnen de begrotingskredieten worden vastgelegd per begrotingsartikel dat gedetailleerder is dan de basisallocaties. Het begrotingsartikel is identificeerbaar door de drie laatste cijfers van de code.

Art. 8.De synthese van de begroting die opgenomen wordt in de algemene uitgavenbegroting herneemt de per programma ingeschreven kredieten overeenkomstig het in bijlage II van dit besluit opgenomen model.

Art. 9.De synthese van de begroting die opgenomen wordt in de verantwoordingen van de algemene uitgavenbegroting wordt opgemaakt overeenkomstig het in bijlage III van dit besluit opgenomen model.

Art. 10.Een provisioneel krediet wordt ingeschreven in ieder programma in de vorm van een basisallocatie.

Art. 11.De op de basisallocaties ingeschreven kredieten betreffende de begrotingsontvangsten zijn niet limitatief.

Art. 12.De op de basisallocaties ingeschreven kredieten betreffende de uitgaven binnen een activiteitenprogramma zijn limitatief.

Art. 13.De basisallocaties van de begroting worden uitgedrukt in duizenden Belgische franken voor de jaren 2000 en 2001 en in duizenden euro's vanaf het jaar 2002. HOOFDSTUK III. - Wijze van aanrekening

Art. 14.De verrichtingen worden systematisch geboekt in de rekeningen van de begrotingsboekhouding en, voor zover ze ook een verrichting in de algemene boekhouding uitmaken, gelijktijdig in de rekeningen van de algemene boekhouding, op het moment van de vaststelling van het recht.

Art. 15.De aanrekening op de begroting moet verwijzen naar een gedateerd en door de ordonnateur van de DWTI goedgekeurd verantwoordingsstuk die het bestaan en de omvang van de verrichting vaststelt. De uitgaven worden aangerekend tijdens het boekjaar waarop de transactie betrekking heeft.

Art. 16.De algemene regel voor het boeken van de ontvangsten is het vastgesteld recht en de datum van de aanrekening de welke op het document staat.

Onder vastgesteld recht moet worden verstaan het recht dat de DWTI heeft om de hem verschuldigde geldbedragen te innen. Wanneer de transactie niet op grond van een vastgesteld recht plaatsvindt, wordt ze aangerekend bij de betaling.

Art. 17.De DWTI is verplicht de rechtvaardigingsstukken te bewaren of te kunnen voorleggen gedurende tien jaar.

Art. 18.De belastingen, wedden en sociale lasten worden aangerekend op het boekjaar waarin ze verschuldigd zijn.

Art. 19.Bij elke storting of zending in contanten en andere waarden gedaan in de kassen van de boekhoudkundige dienst van de DWTI, wordt een ontvangstbewijs met strook afgegeven met vermelding van de bestemming ervan.

Dat ontvangstbewijs is bevrijdend en geldt als rechtstitel tegenover de Schatkist. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 20.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2000.

Art. 21.Onze Minister van Wetenschappelijk Onderzoek is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^