Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 juni 2003
gepubliceerd op 18 september 2003

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de kerstpremie

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2003012372
pub.
18/09/2003
prom.
17/06/2003
ELI
eli/besluit/2003/06/17/2003012372/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 JUNI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de kerstpremie (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de warenhuizen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de warenhuizen, betreffende de kerstpremie.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 juni 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de warenhuizen Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2002 Kerstpremie (Overeenkomst geregistreerd op 3 januari 2003 onder het nummer 64931/CO/312) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de warenhuizen. HOOFDSTUK II. - Beginselen

Art. 2.Elke werknemer die voldoet aan de toekenningsvoorwaarden geniet, in de maand december, een kerstpremie.

Art. 3.Deze kerstpremie is gebonden aan de handelsactiviteit van de maand december. HOOFDSTUK III. - Toekenningsvoorwaarden

Art. 4.De kerstpremie wordt toegekend aan de werknemers die in het voorbije jaar ten minste zes, al dan niet opeenvolgende, maanden anciënniteit hebben in de onderneming en die op het ogenblik van de betaling van de premie in de onderneming aanwezig zijn of zich in een toestand bevinden die gelijkgesteld is met effectieve arbeid in toepassing van de wetgeving betreffende de jaarlijkse vakantie. HOOFDSTUK IV. - Bedrag en berekeningsbasis

Art. 5.Voor de werknemers die één jaar anciënniteit in de onderneming hebben en die voldoen aan de in artikel 4 vastgestelde toekenningsvoorwaarden, is het bedrag van de kerstpremie gelijk aan het contractuele loon van de maand november verhoogd met het maandgemiddelde van de late uren, aanvullende uren en overuren gepresteerd in de loop van de voorbije twaalf maanden voorafgaand aan de maand van toekenning, vermenigvuldigd met het uurloon van toepassing in de maand november, zonder dat het bedrag van deze premie 4 335,68 EUR mag overschrijden (tegenover het indexcijfer 108,22, spil van de stabilisatieschijf 106,10 - 110,38; basis 1996 = 100).

Afwezigheden wegens ziekte of ongeval van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd worden, voor de berekening van het bedrag van de kerstpremie, gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen volgens het stelsel van de gelijkgestelde dagen, bepaald in de artikelen 16 en 19 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers (Belgisch Staatsblad van 6 april 1967).

Art. 6.Voor de werknemers met minder dan één jaar anciënniteit in de onderneming die voldoen aan de in artikel 4 vastgestelde toekenningsvoorwaarden, wordt de kerstpremie toegekend volgens dezelfde berekeningsbasis als deze vastgesteld in artikel 5 maar naar rata van het aantal in het jaar gepresteerde maanden.

Art. 7.Voor de werknemers met een wijziging van contractuele arbeidstijd in de loop van het jaar en die voldoen aan de in artikel 4 vastgestelde toekenningsvoorwaarden, zal de berekening gebeuren op basis van het maandelijks gemiddelde van de gepresteerde of gelijkgestelde uren in de loop van de twaalf voorafgaande maanden.

Art. 8.Het bedrag van de premie vastgesteld in de artikelen 5, 6 en 7 wordt toegekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties verricht tijdens het toekenningsjaar aan de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die met pensioen gaan of op brugpensioen gesteld worden.

Art. 9.De grens waarvan sprake is in artikel 5 is gekoppeld aan het verloop van de conventionele aanpassingen, die door het Paritair Comité voor de warenhuizen worden bepaald.

Te dien einde geschiedt de aanpassing in de maand november overeenkomstig de volgende formule : - aantal loonschaalaanpassingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen sinds de laatste aanpassing tot en met 1 november x 2 pct.

Art. 10.Voor het personeel dat wordt betaald op provisie of met een commissieloon, moet rekening gehouden worden met de staat van de provisies of commissielonen verbonden aan de arbeidsprestaties van de maand november. Wanneer het bedrag daarvan niet tijdig berekend is, kan worden verwezen naar de staat van de maand oktober. HOOFDSTUK V. - Aanvulling

Art. 11.De werknemers die tewerkgesteld zijn met een volledige dienstbetrekking en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld bij artikel 4, genieten een aanvullende kerstpremie van 297,47 EUR welke wordt gevoegd bij het artikel 5 vastgestelde bedrag.

Art. 12.De werknemers die tewerkgesteld zijn met een onvolledige dienstbetrekking en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld in artikel 4 genieten een aanvullende kerstpremie die bij het bedrag, vastgesteld in artikel 5, wordt gevoegd. Deze aanvulling wordt als volgt berekend : - 297,47 EUR x aantal uren arbeidsprestaties in de maand november / 151,66 behoudens bijzondere paritaire afspraken die in de onderneming tot stand komen.

Art. 13.De werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of voor een duidelijk omschreven werk en die voldoen aan de voorwaarden vastgesteld bij artikel 4, genieten een aanvullende kerstpremie, die bij het in artikel 5 vastgestelde bedrag wordt gevoegd.

Deze aanvulling wordt als volgt berekend : - 297,47 EUR x aantal maanden tewerkstelling gedurende het jaar / 12.

Art. 14.Het bedrag van de aanvullende premie, vastgesteld in de artikelen 12 en 13, wordt toegekend naar rata van het aantal maanden arbeidsprestaties verricht tijdens het toekenningsjaar aan de werknemers die verbonden zijn door een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd en die met pensioen gaan of op brugpensioen gesteld worden.

Afwezigheden wegens ziekte of ongeval van de werknemers met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, worden voor de berekening van het bedrag van de aanvullende premie, bepaald in de artikelen 12 en 13, gelijkgesteld met effectief gewerkte dagen volgens het stelsel van de gelijkgestelde dagen, waarin is voorzien in de artikelen 16 en 18 van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers.

Art. 15.Betreffende de ziekte of het ongeval zoals vermeld in artikelen 5 en 14, dient men een onderscheid te maken naargelang deze al dan niet langer dan twaalf maanden heeft geduurd : a) de ziekte of het ongeval duurt niet langer dan twaalf maanden in de loop van hetzelfde toekenningsjaar : krachtens gelijkstellingsreglementen worden het bedrag van de op het einde van het jaar toegekende kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie in dit geval niet verminderd door de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval;b) de ziekte of het ongeval duurt geen twaalf maanden, maar is over twee toekenningsjaren verspreid : krachtens de gelijkstellingsreglementen zal de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval in dit geval geen aanleiding geven tot een vermindering van het bedrag van de kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie op het einde van elk van beide toekenningsjaren;c) de ziekte of het ongeval duurt langer dan twaalf maanden : krachtens de gelijkstellingsreglementen zal de duur van de afwezigheid om redenen van ziekte of ongeval voor de eerste twaalf maanden geen aanleiding geven tot een vermindering van het bedrag van de op het einde van het jaar toegekende kerstpremie en van de aanvulling bij deze premie. Het gedeelte van de afwezigheidsduur dat boven twaalf maanden ligt, kan niet gelijkgesteld worden, daardoor worden de kerstpremie en de aanvulling bij deze premie, met een twaalfde per maand afwezigheid verminderd (20 dagen in het stelsel van 5 werkdagen per week en 25 dagen in het systeem van 6 werkdagen per week) boven de twaalf gelijkgestelde maanden.

Voorbeeld : een werknemer wordt ziek op 1 juni 2001 en gaat op 1 november 2002 weer aan het werk : - in 2001 zal de werknemer recht hebben op het volledige bedrag van de kerstpremie en de aanvulling bij deze premie; - in 2002 worden de kerstpremie en de aanvulling aldus berekend : 5 (januari tot mei) x 1/12de bij wijze van gelijkstelling; 2 (november en december) x 1/12de als werkelijk verrichte arbeid.

Totaal : 7/12de van de kerstpremie en de aanvulling.

Indien een werknemer het werk hervat in de loop van een bepaalde maand, zullen de prestaties van die maand als werkelijk verrichte arbeid beschouwd worden voor de berekening, voor zover de werknemer in de loop van die maand meer dan de helft van de vastgestelde werkdagen heeft gewerkt. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 16.De collectieve arbeidsovereenkomst van 13 december 1989 tot vaststelling van de arbeids- en loonvoorwaarden (koninklijk besluit van 21 september 1990, Belgisch Staatsblad van 20 december 1990) wordt opgeheven.

Art. 17.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de warenhuizen.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 juni 2003.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^