Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 maart 2010
gepubliceerd op 17 juni 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het levenslang leren - meting van de opleidingsinspanningen in de onderneming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012078
pub.
17/06/2010
prom.
17/03/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MAART 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het levenslang leren - meting van de opleidingsinspanningen in de onderneming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking, betreffende het levenslang leren - meting van de opleidingsinspanningen in de onderneming.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 maart 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2009 Levenslang leren - meting van de opleidingsinspanningen in de onderneming (Overeenkomst geregistreerd op 26 oktober 2009 onder het nummer 95223/CO/126)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders/sters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking.

Art. 2.Doelstelling 2.1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten om uitvoering te geven aan de Europese Richtsnoeren betreffende het werkgelegenheidsbeleid van de Lidstaten van Europa, meer bepaald aan het besluit van de Raad van Europa van 12 juli 2005, richtsnoer 23 : de bevordering van de deelname aan opleidingen op de werkplek en voortdurende opleiding.

Op 26 april 2005 ondertekenden de sociale partners van het Paritair Comité voor de stoffering en de houtbewerking een intentieverklaring met betrekking tot de ontwikkeling van een meetinstrument voor het vaststellen van de inspanningen die de ondernemingen doen in verband met opleidingen op de werkplek en levenslang leren. 2.2. Zij geeft bovendien uitvoering aan het koninklijk besluit van 10 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/02/2008 pub. 26/02/2008 numac 2008012203 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen type koninklijk besluit prom. 10/02/2008 pub. 21/02/2008 numac 2008012080 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43decies van 20 december 2007, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43 van 2 mei 1988 houdende wijziging en coördinatie van de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 21 van 15 mei 1975 en nr. 23 van 25 juli 1975 betreffende de waarborg van een gemiddeld minimum maandinkomen type koninklijk besluit prom. 10/02/2008 pub. 08/04/2008 numac 2008000305 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen. - Duitse vertaling sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 januari 2001 tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen, houdende de sociale balans.

Art. 3.Toepassing voor K.M.O.'s De registratie van precieze waarden schept in een zeer kleine en kleine onderneming praktische problemen.

Informele opleiding wordt er vaak zelfs niet als "opleiding" ervaren.

Formele opleiding wordt niet altijd vooraf gepland, doch wordt "meegenomen" wanneer een gelegenheid zich biedt.

Aangezien de sector voor 90 pct. een K.M.O.-sector is, raden de sociale partners de ondernemingen aan : 1° gebruik te maken van de sectorale registratietool die het Opleidingscentrum Hout ter beschikking stelt;2° gebruik te maken van de definities en forfaitaire waarden waarover zij zich akkoord hebben verklaard.

Art. 4.Definities De definities van de begrippen zoals bepaald in het in artikel 2.2. vermelde koninklijk besluit worden voor deze meting overgenomen en hierna meer gespecificeerde rekening houdend met de in de sector gangbare praktijk.

Tot de "initiële" opleiding behoren aldus niet alleen het industrieel leerlingwezen of het leerstelsel middenstand, maar ook andere vormen van alternerende opleiding.

Tot de "voortgezette" beroepsopleidingen behoren onder meer de formele opleidingen georganiseerd door het Opleidingscentrum Hout die plaatsvinden, hetzij op een locatie buiten de onderneming, hetzij in een lokaal van de onderneming verschillend van de werkplek.

Tot de "informele" beroepsopleidingen behoren onder meer : - de "on the job" opleidingen waarvan het leerprogramma al of niet werd ontwikkeld door het Opleidingscentrum Hout; - de "on the job" opleidingen van nieuw aangeworven werknemers al of niet volgens een leerprogramma vastgesteld door het Opleidingscentrum Hout.

De sociale partners gaan ervan uit dat elke aanwerving van een arbeider gepaard gaat met een aanpassings- en opleidingsperiode. Deze opleidingsperiode is minstens gelijk aan de indicatie die wordt gegeven in de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de sectorale takenclassificatie of in de productiviteitspercentages die terzake worden gehanteerd in de reglementering met betrekking tot de individuele beroepsopleiding.

Art. 5.Kost voor de onderneming 5.1. Principe De sociale balans dient te vermelden, voor elke van de hiervoor genoemde opleidingen, afzonderlijk voor mannen en vrouwen, het aantal werknemers dat dergelijke opleiding heeft gevolgd, het aantal uren aldus gespendeerd aan die opleiding en de kostprijs van de opleiding. 5.2. De volgende kosten komen in aanmerking : - loonkosten van de werknemer die de opleiding volgt (bruto- uurloon + patronale RSZ bijdragen); - loonkosten van de werknemer die de opleiding geeft (of een collega begeleidt) (bruto uurloon + patronale RSZ bijdragen); - facturen van externe opleiders; - kosten van het lokaal waar de opleiding plaats heeft, waarbij de verhouding tussen het aantal m2 van het opleidingslokaal ter attentie van het totaal aantal m2 van de onderneming of van het gebouw waarin het lokaal zich bevindt, kan worden toegepast op huurprijzen of afschrijvingen, verwarming, verlichting, onderhoud, verzekering, enz.; - kosten van documentatie, materialen, huur van apparatuur; - de bijdrage "risicogroepen" (1) Deze opsomming is niet limitatief. 5.3. Forfait De kosten kunnen op reële cijfers gebaseerd worden.

Ze kunnen om redenen van administratieve eenvoud echter ook "forfaitair" vastgesteld worden voor het gehele boekjaar en het gehele bedrijf.

De sociale partners zijn het daarom eens dat een gemiddelde forfaitaire uurloonkost kan worden gebruikt, die dezelfde is voor alle werknemers van de onderneming.

Dit forfait kan als volgt worden berekend : - de codes 100 en 102 van de sociale balans laten toe, de loonkosten van één uur opleiding per werknemer te berekenen; - code 102 (totaal) bevat de personeelskosten van de gehele onderneming, in kolom 3 voor het beschouwde boekjaar. Deze komt overeen met rubriek 62 van de resultatenrekening (bezoldigingen en sociale voordelen, werkgeversbijdragen sociale verzekeringen, werkgeverspremie bovenwettelijke verzekeringen, andere personeelskosten, pensioenen); - code 100 (VTE) is het aantal voltijds equivalenten in de onderneming, eveneens kolom 3 voor het beschouwde boekjaar; - per boekjaar zijn de kosten van één VTE werknemer dus gelijk aan : resultaat code 102/totaal code 100; - de kosten per uur per werknemer zijn dan gelijk aan de kost van één VTE/1 792 uur (37 u. 20 min. x 48 weken).

De sociale partners zijn het er bovendien over eens dat sommige vormen van "teren" helemaal niet geregistreerd kunnen worden, zoals : raadplegen van een collega, raadplegen van vakliteratuur, website, opzoekingen, trial and error Deze zelfstudie kan worden geschat op 0,5 pct. van het totaal in de onderneming gepresteerde uren (code 101T), en kan dus eveneens in de sociale balans worden opgenomen bij de informele opleidingen. 5.4. Nettokost (2) De netto kost van de opleiding voor de onderneming is gelijk aan het totaal van de bruto loonkost van alle opleidingsuren van het boekjaar vermeerderd met de patronale RSZ bijdragen en verminderd met het totaal aan terugbetalingen of subsidies die de werkgever heeft genoten in verband met "opleiding", zoals : de terugbetaling van "betaald educatief verlof" of enige andere subsidie of opleidingscheque. 5.5. Uurloonkost voor de opgeleide arbeider en voor de begeleider Voor de werknemer die een opleiding volgt, wordt het exacte aantal uren opleiding genoteerd in de voor het type opleiding bestemde rubriek van de sociale balans.

Indien een werknemer van de onderneming optreedt als "opleider" voor een formele opleiding, dan wordt eveneens het exacte aantal uren van de opleider genoteerd (zowel voorbereiding als het geven van de opleiding".

Indien een werknemer van de onderneming optreedt als "begeleider" voor een "informele" opleiding, dan registreren we per uur opleiding, genoten door de opgeleide arbeider, bovendien ook 15 minuten voor de begeleider.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing vanaf 1 januari 2009 en wordt gesloten voor onbepaalde duur.

De partij die deze collectieve arbeidsovereenkomst wenst op te zeggen zal dit doen, met inachtneming van een opzeggingstermijn van 6 maanden en mits verzending van een aangetekende brief aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 maart 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Arbeiders PC 126 : 0,15 pct.op lonen à 108 pct.

Bedienden PC 2I8 : 0,20 pct. op lonen à 100 pct.

Opgelet! Beide bijdragen zijn begrepen in de totale RSZ-patronale bijdrage. (2) Indien men gebruik maakt van de berekeningswijze "sociale balans", namelijk 102 100, dan is de patronale RSZ reeds in die uurloonkost vervat.

^