Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 november 2000
gepubliceerd op 21 december 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012848
pub.
21/12/2000
prom.
17/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/17/2000012848/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het garagebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, betreffende de uurlonen.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het garagebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 1997 Uurlonen (Overeenkomst geregistreerd op 18 november 1997 onder het nummer 45996/CO/112) In uitvoering van artikel 5.2. van het nationaal akkoord 1997-1998. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werklieden" verstaan: de werklieden of de werksters. HOOFDSTUK II. - Lonen 1. Meerderjarige werklieden 1.1. Minimumuurlonen

Art. 2.Het minimumuurloon van de hulpwerkman (spanning 100) en van de hulpwerkman "service" wordt verhoogd met (regime 38u/week) : - 3 BEF op 1 oktober 1997; - 3 BEF op 1 oktober 1998.

Deze verhogingen schommelen voor de andere categorieën volgens de loonspanningen voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 1 juli 1997.

Art. 3.Bijgevolg worden de minimumuurlonen als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1.2. Werkelijk betaalde lonen

Art. 4.De aan de meerderjarige werklieden werkelijk betaalde uurlonen worden als volgt verhoogd (regime 38u/week) : - 3 BEF op 1 oktober 1997; - 3 BEF op 1 oktober 1998. 2. Jonge werklieden Art.5. Op de bedragen vermeld in de artikelen 2, 3 en 4 is het voor de minderjarige werklieden bepaald stelsel van degressiviteit van toepassing, overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming, van 1 juli 1997. 3. Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen Art.6. De minimumuurlonen en de werkelijk betaalde lonen van kracht op 1 oktober 1997 stemmen overeen met de indexaanpassing van 1 mei 1997 op basis van het referte-indexcijfer (april 1997) 121,65; zij schommelen overeenkomstig de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de loonvorming van 1 juli 1997, en de in voege zijnde wettelijke bepalingen. HOOFDSTUK III. - Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 23 maart 1993, gesloten in het Paritair Comité voor het garagebedrijf, geregistreerd onder nummer 32483/CO/112 op 22 april 1993.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en geldt voor een onbepaalde tijd.

Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden wordt betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het garagebedrijf.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 november 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^