Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 oktober 2016
gepubliceerd op 29 november 2016

Koninklijk besluit tot bepaling van de bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbenden uit te voeren om uit te maken of een werk of fonogram al dan niet verweesd is

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2016011429
pub.
29/11/2016
prom.
17/10/2016
ELI
eli/besluit/2016/10/17/2016011429/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot bepaling van de bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek naar de rechthebbenden uit te voeren om uit te maken of een werk of fonogram al dan niet verweesd is


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van economisch recht, artikel XI.245/4, § 1, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/2015 pub. 24/08/2015 numac 2015011331 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende de omzetting van de richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken sluiten;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2016;

Gelet op het advies 59.710/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2° van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat het overleg met de representatieve organisaties van de rechthebbenden en met de representatieve organisaties van de gebruikers elektronisch plaats vond van 24 juli 2015 tot en met 4 september 2015;

Overwegende dat artikel XI.245/4, § 1, eerste lid, van het Wetboek van economisch recht bepaalt dat een zorgvuldig onderzoek dat uitgevoerd wordt door de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties, om uit te maken of een werk of fonogram al dan niet verweesd is, gebeurt door de geschikte bronnen voor de desbetreffende categorie van werken of fonogrammen te raadplegen;

Overwegende dat artikel XI.245/4, § 1, tweede lid, van het Wetboek van economisch recht bepaalt dat de Koning in overleg met de representatieve organisaties van de rechthebbenden en met de representatieve organisaties van de gebruikers, de geschikte bronnen bepaalt;

Overwegende dat artikel 3, lid 2, van de richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken bepaalt dat de geschikte bronnen ten minste de in de bijlage van de richtlijn opgesomde relevante bronnen omvat;

Overwegende dat de bronnen die geschikt zijn om een zorgvuldig onderzoek te verrichten door elke lidstaat in overleg met rechthebbenden en gebruikers bepaald worden, en ten minste de in de bijlage bij de richtlijn opgesomde relevante bronnen omvatten; dat deze bronnen cumulatief moeten worden geraadpleegd opdat het zorgvuldig onderzoek te goeder trouw uitgevoerd zou worden;

Overwegende dat om uit te kunnen maken of een werk of fonogram een verweesd werk is, de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties er, overeenkomstig artikel XI.245/3, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor moeten zorgen dat voor elk werk of fonogram te goeder trouw een zorgvuldig onderzoek uitgevoerd wordt;

Overwegende dat samenwerkingsakkoorden tussen de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties en de beheersvennootschappen worden aangemoedigd, teneinde de in de artikelen XI.192/1 en XI.218/1 bedoelde instellingen en organisaties op individueel verzoek, toegang te verlenen tot gemakkelijk doorzoekbare lijsten houdende het repertoire dat wordt beheerd door de betrokken beheersvennootschap; overwegende dat deze lijsten houdende het repertoire opgesteld moeten worden in algemeen gekend en gebruikt digitaal formaat;

Op de voordracht van de Minister van Economie en Consumenten en van de Minister van Digitale Agenda, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de omzetting van artikel 3, lid 2, en de bijlage bij richtlijn 2012/28/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 oktober 2012 inzake bepaalde toegestane gebruikswijzen van verweesde werken.

Art. 2.De bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek uit te voeren om uit te maken of een gepubliceerd boek al dan niet verweesd is, zijn : 1° het wettelijk depot, bibliotheekcatalogi en door bibliotheken en andere instellingen bijgehouden trefwoordenlijsten;2° de verenigingen van uitgevers en auteurs;3° bestaande databanken en registers, Watch (Writers, Artists and their Copyright Holders), het ISBN (International Standard Book Number) en databanken die in druk verschenen boeken catalogiseren;4° de databanken van de collectieve beheersvennootschappen;5° bronnen die verscheidene databanken en registers omvatten, met inbegrip van VIAF (Virtual International Authority Files) en Arrow (Accessible Registries of Rights Information and Orphan Works); 6° de website www.unicat.be.

Art. 3.De bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek uit te voeren om uit te maken of kranten, magazines, dagbladen en tijdschriften al dan niet verweesd zijn, zijn : 1° de ISSN (International Standard Serial Number) voor periodieke publicaties;2° indexen en catalogussen van bibliotheekcollecties en verzamelingen;3° het wettelijk depot;4° de verenigingen van uitgevers en de verenigingen van auteurs en journalisten;5° de databanken van collectieve beheersvennootschappen.

Art. 4.De bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek uit te voeren om uit te maken of visuele werken, met inbegrip van kunstvoorwerpen, fotografie, illustraties, vormgeving, architectuur, schetsen van de laatstgenoemde werken en andere dergelijke werken die opgenomen zijn in boeken, dagbladen, kranten en tijdschriften of andere werken al dan niet verweesd zijn, zijn : 1° de in artikel 1 en 2 bedoelde bronnen;2° de databanken van de betrokken collectieve beheersvennootschappen voor visuele kunsten in het bijzonder;3° waar van toepassing, de databanken van fotoagentschappen en beeldbanken voor illustraties;4° de website(s) van Kunstenpunt.

Art. 5.De bronnen die geschikt zijn om het zorgvuldig onderzoek uit te voeren om uit te maken of audiovisuele werken en fonogrammen al dan niet verweesd zijn, zijn : 1° het wettelijk depot;2° de databanken van verenigingen van producenten;3° databanken van instellingen voor cinematografisch of audiovisueel erfgoed en nationale bibliotheken;4° databanken met relevante standaarden en identificatiecodes zoals ISAN (International Standard Audiovisual Number) voor audiovisueel materiaal, ISWC (International Standard Music Work Code) voor muziekwerken en ISRC (International Recording Code) voor fonogrammen;5° de databanken van collectieve beheersvennootschappen, in het bijzonder voor auteurs, uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen en audiovisuele producenten;6° de aftiteling/medewerkerslijst en andere informatie op de kopie van het werk of op de verpakking van het werk;7° databanken van andere relevante verenigingen die een specifieke categorie van rechthebbenden vertegenwoordigen; 8° de websites www.muziekarchief.be en www.ultratop.be; 9° de website(s) van Kunstenpunt.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De minister bevoegd voor het auteursrecht en de minister bevoegd voor de Digitale Agenda zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 oktober 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie, K. PEETERS De Minister van Digitale Agenda, A. DE CROO

^