Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2005
gepubliceerd op 13 oktober 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen voor de periode 2003-2004

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005202519
pub.
13/10/2005
prom.
17/09/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen voor de periode 2003-2004 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden, de werkgelegenheid en de inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen voor de periode 2003-2004.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2003 Loon- en arbeidsvoorwaarden, werkgelegenheid en inspanningen inzake opleiding en vorming inzake risicogroepen voor de periode 2003-2004 (Overeenkomst geregistreerd op 3 oktober 2003 onder het nummer 67899/CO/129) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van de wet van 26 juli 1996 betreffende de bevordering van de tewerkstelling en de preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (Belgisch Staatsblad van 1 augustus 1996).

Art. 2.Zij is eveneens gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, en dit in al zijn bepalingen. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de voortbrenging van papierpap, papier en karton (PC 129). HOOFDSTUK III. - Koopkracht

Art. 4.In het belang van de economische activiteit van de sector, zullen de onderhandelaars op het vlak van de onderneming, onderhandelingen voeren rekening houdend met de economische situatie die momenteel moeilijker is dan deze van de afgelopen jaren.

Art. 5.De sociale partners op ondernemingsvlak onderschrijven, ondubbelzinnig, de indicatieve marge van het intersectoraal akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003.

Art. 6.Met betrekking hiermee verwachten de werkgevers dat er 3 indexen mogelijk zijn gedurende de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst en daarom nodigen zij de onderhandelaars uit om op ondernemingsvlak hiermee rekening te houden.

Art. 7.In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt ook opgenomen dat de eindejaarspremie 8,33 pct. van de brutolonen bedraagt (cfr. hoofdstuk 4, artikel 15 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001, geregistreerd onder het nummer 57013). HOOFDSTUK IV. - Verlenging bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 8.De voornoemde overeenkomst wordt verlengd, inzonderheid de artikelen 3 en 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 15, hoofdstuk 6 (vorming en opleiding risicogroepen) artikels 16, 17, 18 en hoofdstuk 8, artikel 22. 4.1. Eindeloopbaan

Art. 9.De artikelen 3 tot 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 betreffende de arbeids- en loonsvoorwaarden (geregistreerd onder het nummer 57013) worden vervangen als volgt : «

Art. 3.Overeenkomstig artikel 10, § 2, van de wet van 3 april 1995, houdende maatregelen tot bevordering van de tewerkstelling en als verlenging van artikel 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1999 (geregistreerd onder het nummer 51598) en zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, wordt, vanaf 1 januari 2003 en tot 31 december 2004, het brugpensioenstelsel verlengd voor brugpensioen vanaf de leeftijd van 58 jaar voor de arbeiders en arbeidsters met een beroepsverleden van minimum 25 jaar. Deze regeling geldt niet voor arbeiders en arbeidsters ontslagen wegens dringende redenen.

Art. 4.Overeenkomstig de mogelijkheden voorzien in artikel 23 van de wet van 26 juli 1996 en als verlenging van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 21 april 1999 en zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, wordt vanaf 1 januari 2003 tot 31 december 2004 de brugpensioenleeftijd verlaagd tot 56 jaar voor de arbeiders en arbeidsters met een beroepsverleden van 33 jaar, waarvan minstens 20 jaar in een arbeidsregime met nachtarbeid, zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 afgesloten in de Nationale Arbeidsraad, van 23 maart 1990, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990 en dit onder de voorwaarden bepaald in artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.De ondertekenende partijen komen overeen dat de berekening van de aanvullende vergoeding bij brugpensioen voor al diegenen die in het stelsel stappen vanaf 1 januari 2002 zal gebeuren op basis van een referteloon van het inkomen van een gezin met één inkomen. Dit geldt niet voor de brugpensioenen ingevoerd in ondernemingen in herstructurering of ondernemingen in moeilijkheden.

Art. 6.Op basis van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid (Belgisch Staatsblad van 1 april 1999) en op basis van het uitvoeringsbesluit van 30 april 1999 (Belgisch Staatsblad van 19 juni 1999) en conform het interprofessioneel akkoord 2003-2004 van 17 januari 2003, kan halftijds brugpensioen op 55 jaar toegepast worden mits vastlegging van de modaliteiten op ondernemingsvlak, rekening houdend met de federale maatregelen inzake het tijdskrediet.

Art. 7.De ondertekenende partijen komen overeen dat de bestaande regeling van 1972 (collectieve arbeidsovereenkomst van 4 oktober 1972) betreffende het vervroegd vertrek behouden blijft, wat betekent dat inzake deze regeling een vergoeding van 6 weken loon per jaar wordt toegekend (verhoogd met 8,33 pct. eindejaarspremie).

Meer gunstige regelingen die vandaag bestaan in de ondernemingen blijven behouden. » 4.2. Overuren

Art. 10.Artikel 8 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 wordt vervangen als volgt : «

Art. 8.Betreffende het maken van overuren, bevelen de ondertekenende partijen aan om zich strikt aan de wettelijke regeling terzake te houden en deze waar mogelijk om te zetten in tewerkstelling. » 4.3. Tijdskrediet

Art. 11.Artikel 9 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 wordt vervangen als volgt : «

Art. 9.Zoals voorzien in het interprofessioneel akkoord 2003-2004, hebben de arbeiders en arbeidsters recht op loopbaanonderbreking/tijdskrediet. De arbeiders en arbeidsters zullen tevens van de maatregelen vervat in de regionale werkgelegenheidsakkoorden kunnen genieten. » 4.4. Contractuelen

Art. 12.Artikel 10 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.Met het oog op het beperken van de economische werkloosheid, verbinden de ondertekenende partijen er zich toe om bij het inschakelen van contractuelen (contracten van bepaalde duur), uitzendkrachten, werk aan derden en onderaannemingscontracten de wetgeving terzake strikt na te komen. » 4.5. Arbeiders- en bediendenstatuut

Art. 13.Artikel 11 en 12 van hoofdstuk 4 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 worden vervangen als volgt : «

Art. 11.Eén carenzdag per jaar zal betaald worden, vanaf 1 januari 2003 volgens de modaliteiten die op ondernemingsvlak bepaald werden.

Art. 12.Betreffende de verlenging van de opzeggingstermijnen, beslissen de ondertekenende partijen deze veralgemening van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 75 te verlengen vanaf 1 januari 2003, behalve voor bedrijven in herstructurering of voor bedrijven in moeilijkheden, en voor werknemers die in het stelsel van brugpensioen stappen.

De opzeggingstermijnen volgens anciënniteit betreffen : Vanaf 6 maanden tot minder dan 5 jaar : 35 dagen;

Vanaf 5 jaar tot minder dan 10 jaar : 42 dagen;

Vanaf 10 jaar tot minder dan 15 jaar : 56 dagen;

Vanaf 15 jaar tot minder dan 20 jaar : 84 dagen;

Vanaf 20 jaar en meer : 112 dagen. ». 4.6. Vorming en opleiding

Art. 14.De artikelen 16,17 en 18 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 worden vervangen als volgt : «

Art. 16.De ondertekenende partijen beslissen de bestaande overeenkomsten voor risicogroepen en opleidingen te verlengen.

Overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 27 januari 1997, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 en de vorige collectieve arbeidsovereenkomst (artikelen 10, 11 en 12) en het interprofessioneel akkoord van 17 januari 2003, wordt voor de periode 2003-2004 de inspanning van 0,15 pct. van de loonmassa, ten voordele van personen behorende tot de risicogroepen behouden.

Art. 17.Onder meer om de permanente vorming in de bedrijven te stimuleren en met het oog op het behoud van de werkzekerheid, verbinden de partijen zich ertoe de sectorale inspanning van 0.25 pct. voor opleidingen in alle bedrijven te verlengen.

Art. 18.De vormingsdossiers dienen aan de ondernemingsraad te worden voorgelegd. Het betreft hier alle initiatieven inzake vorming. De leden van de ondernemingsraad kunnen opmerkingen formuleren die, bij het ter financiering indienen van deze vormingsdossiers bij het fonds voor bestaanszekerheid, zullen gevoegd worden. » 4.7. Mobiliteit

Art. 15.Artikel 22 van hoofdstuk 8 van bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 28 maart 2001 wordt vervangen als volgt : «

Art. 22.De werkgevers van de sector komen voor 80 pct. tussen in de vervoerskosten, namelijk in de heenrit op basis van het openbaar vervoer of de treinkaart, en dit vanaf de eerste kilometer, ongeacht het vervoermiddel. » HOOFDSTUK V. - Bestaanszekerheid

Art. 16.De indirecte premies (huwelijk, pensioen, overlijden) worden met 4,5 pct. verhoogd vanaf 1 januari 2003.

Art. 17.De huwelijkspremie tot 13,99 EUR per dienstjaar en tot een maximum van 69,94 EUR.

Art. 18.De pensioen- en overlijdenspremie tot maximum 466,29 EUR.

Art. 19.De andere vergoedingen voor bestaanszekerheid, bij werkloosheid, ziekte of ongeval worden eveneens als volgt aangepast : - bij ziekte : 1,30 EUR per dag, vanaf de 61ste dag : 2,59 EUR per dag; - bij ongeval : 1,30 EUR per dag; - bij dodelijk arbeidsongeval : 259,05 EUR per kind; - bij tijdelijke werkloosheid : 4,54 EUR per dag.

Art. 20.De syndicale premie wordt verhoogd tot 123,95 EUR.

Art. 21.Deze verhogingen betekenen geen verhoging van de bijdragen aan het fonds voor bestaanszekerheid. HOOFDSTUK VI. - Startbanen

Art. 22.De ondertekenende partijen gaan akkoord dat er een vrijstelling verleend wordt op sectoraal vlak, mits een akkoord van de ondernemingsraad. HOOFDSTUK VII. - Wekelijkse arbeidsduur

Art. 23.Vanaf 1 januari 2003 is de gemiddelde wekelijkse arbeidsuur 37 uur, berekend op jaarbasis. HOOFDSTUK VIII. - Varia

Art. 24.De werkgroepen "milieu" en "arbeidsorganisatie" blijven behouden en worden geactiveerd. HOOFDSTUK IX. - Herziening bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten

Art. 25.De partijen engageren zich om de tekst van alle bestaande collectieve arbeidsovereenkomsten te actualiseren voor 31 december 2004.

Art. 26.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en eindigt op 31 december 2004.

Art. 27.Tijdens de duurtijd van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de sociale vrede gegarandeerd voor de punten die betrekking hebben op de inhoud van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2005.

Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE

^