Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2005
gepubliceerd op 31 maart 2006

Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2006009250
pub.
31/03/2006
prom.
17/09/2005
ELI
eli/besluit/2005/09/17/2006009250/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een dienst internationaal humanitair recht


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het International Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Justitie, inzonderheid op artikel 2, § 1, 1°;

Overwegende de verplichting tot justitiële samenwerking bedoeld in de resoluties van de Veiligheidsraad en in het statuut van het ICTY - Internationaal Straftribunaal voor voormalig Joegoslavië (resolutie 827 (1993) van 25 mei 1993, § 4) en van het ICTR - Internationaal Straftribunaal voor Rwanda (resolutie 955 (1994) van 8 november 1994, § 2);

Overwegende de verplichting tot justitiële samenwerking bedoeld in artikel 86 van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafgerechtshof en op de verklaring van België d.d. 28 juni 2000, gegrond op artikel 87, § 1, van voornoemd Statuut;

Overwegende de aanzienlijke ontwikkeling zowel uit het oogpunt van het concept, als uit dat van het beheer van individuele gevallen, van de aangelegenheid van het internationaal en humanitair recht;

Overwegende de aanwijzing van de Minister van Justitie als centrale autoriteit inzake de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en met de internationale straftribunalen voor voormalige Joegoslavië en voor Rwanda Overwegende de rol van de FOD Justitie inzake internationaal humanitair recht, zowel op het stuk van de werkzaamheden van de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht als op dat van de ontwikkeling van een regelmatige coördinatie over het standpunt van België over enige aangelegenheid inzake de internationale straftribunalen, in samenwerking met de Eerste Minister, de FOD Buitenlandse Zaken, de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Defensie.

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 en 23 maart 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 30 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 30 mei 2005;

Gelet op het protocol nr. 289 van 4 juli 2005 van het Sectorcomité III-Justitie;

Gelet op het advies 38.781/2/V van de Raad van State, gegeven op 10 augustus 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het kader van het directoraat-generaal Wetgeving, Fundamentele Rechten en Vrijheden van de Federale Overheidsdienst Justitie wordt een dienst internationaal humanitair recht opgericht.

Art. 2.De dienst internationaal humanitair recht is tenminste samengesteld uit : 1° twee personeelsleden van niveau A met minstens een diploma van licentiaat in de rechten, waaronder het diensthoofd dat is bekleed met de graad van adviseur en bovendien houder is van een diploma houdende specialisatie in het internationaal recht;2° een personeelslid van niveau B of C. De samenstelling van de dienst bedoeld in het eerste lid kan worden uitgebreid op grond van de behoeften ervan.

Art. 3.De dienst internationaal humanitair recht is inzonderheid belast met : § 1. het beheer en de follow-up van de dossiers die ressorteren onder de bevoegdheid van de Minister van Justitie in de hoedanigheid van centrale autoriteit naar luid van de wet van 29 maart 2004 betreffende de samenwerking met het Internationaal Strafgerechtshof en de internationale straftribunalen. § 2. de voorbereiding van de follow-up en de tenuitvoerlegging van de grondwettelijke, wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen inzake het internationaal humanitair recht en de internationale straftribunalen; § 3. de follow-up van de Belgische gerechtelijke dossiers inzake de ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht; § 4. de tenuitvoerlegging en de follow-up van de dossiers inzake gerechtelijke samenwerking met de internationale straftribunalen; § 5. de voorbereiding, de follow-up en de deelneming aan de onderhandelingen en andere internationale werkzaamheden inzake het internationaal humanitair recht en de werkzaamheden van de internationale straftribunalen; § 6. de voorbereiding, de follow-up en de tenuitvoerlegging van de verdragen en andere bilaterale en multilaterale internationale instrumenten inzake de samenwerking met de internationale straftribunalen; § 7. het voorzitterschap en de coördinatie van de Belgian Task Force - ICC-ICT (Intenational criminal Court - International criminal Tribunals); § 8. de opleiding, de voorlichting en de samenwerking met betrekking tot de bestraffing van de ernstige schendingen van het internationaal recht en de werkzaamheden van de internationale straftribunalen; § 9. de vertegenwoordiging van de Minister van Justitie in de Interministeriële Commissie voor Humanitair Recht; § 10. het overleg in het kader van de follow-up van de dossiers inzake internationale gerechtelijke samenwerking met de nationale strafgerechten en in het bijzonder met het federaal parket; § 11. de behandeling en het beheer van alle vertrouwelijke documenten die verband houden met aangelegenheden die onder haar bevoegdheid ressorteren.

Art. 4.Dit koninklijk besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX

^