Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2010
gepubliceerd op 29 september 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 oktober 1981 houdende vaststelling van de methoden voor het trekken van monsters en voor het verrichten van kwantitatieve analyses van binaire mengsels van textielvezels

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2010011349
pub.
29/09/2010
prom.
17/09/2010
ELI
eli/besluit/2010/09/17/2010011349/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 oktober 1981 houdende vaststelling van de methoden voor het trekken van monsters en voor het verrichten van kwantitatieve analyses van binaire mengsels van textielvezels


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 6 april 2010 betreffende marktpraktijken en consumentenbescherming, artikel 11;

Gelet op het koninklijk besluit van 6 oktober 1981 houdende vaststelling van de methoden voor het trekken van monsters en voor het verrichten van kwantitatieve analyses van binaire mengsels van textielvezels;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 10 maart 2010;

Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 2 april 2010;

Gelet op advies 48.458/1 van de Raad van State, gegeven op 8 juli 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister voor Ondernemen, van de Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen en van de Minister van Klimaat en Energie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit strekt tot omzetting van Richtlijn 2009/122/EG van de Commissie van 14 september 2009 tot wijziging van bijlage II bij Richtlijn 96/73/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende bepaalde methoden voor de kwantitatieve analyse van binaire mengsels van textielvezels met het oog op de aanpassing aan de technische vooruitgang.

Art. 2.In bijlage II bij het koninklijk besluit van 6 oktober 1981 houdende vaststelling van de methoden voor het trekken van monsters en voor het verrichten van kwantitatieve analyses van binaire mengsels van textielvezels, vervangen bij het koninklijk besluit van 14 maart 2007, worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° De tabel « Bijzondere methoden - Samenvattende tabel », vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen door de volgende tabel : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 2° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 1, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), linnen (7), hennep (8), jute (9), abaca (10), alfa (11), kokos (12), brem (13), ramee (14), sisal (15), cupro (21), modal (22), proteïne (23), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), elastomultiester (45), elastolefine (46) en melamine (47).

Het is duidelijk dat deze methode niet van toepassing is op aan de oppervlakte gedeacetyleerd acetaat. »; 3° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 4° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 2, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. katoen (5), cupro (21), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyamide of nylon (30), polyester (34), polypropeen (36), elastaan (42), glasvezel (43), elastomultiester (45), elastolefine (46) en melamine (47). Wanneer meer dan één soort eiwitvezel aanwezig is, levert deze methode de totale hoeveelheid maar niet de afzonderlijke gehalten daarvan. »; 5° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor katoen, viscose, modal en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt, en voor ongebleekt katoen, waarvoor ze 1,03 bedraagt. »; 6° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. katoen (5), elastolefine (46) en melamine (47).

Indien de aanwezigheid van een modalvezel wordt vastgesteld, moet door een voorafgaande proef worden geverifieerd of deze vezel in het reagens oplost.

Deze methode geldt niet voor mengsels waarin de katoen chemisch sterk is aangetast en evenmin in de gevallen waarin de viscose of de cupro gedeeltelijk onoplosbaar is geworden door de aanwezigheid van bepaalde reactieve kleurstoffen of van permanente finishes, die niet volledig kunnen worden verwijderd. »; 7° Onderdeel 5 van dezelfde Methode, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,02 voor katoen, 1,01 voor melamine en 1,00 voor elastolefine. »; 8° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 4, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), chloorvezel (27), polyester (34), polypropeen (36), glasvezel (43), elastomultiester (45), elastolefine (46) en melamine (47). Zoals hierboven vermeld geldt deze methode voor mengsels die wol bevatten, maar wanneer het wolgehalte meer dan 25 % bedraagt moet methode nr. 2 worden toegepast, waarbij de wol wordt opgelost in een alkalische natriumhypochlorietoplossing. »; 9° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 10° Onderdeel 1 van de Methode nr.5, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 1. TOEPASSINGSGEBIED Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van : 1. acetaat (19) met : 2.triacetaat (24), elastolefine (46) en melamine (47). »; 11° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 12° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 6, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43), elastomultiester (45), elastolefine (46) en melamine (47). Opmerking : Triacetaatvezels die gedeeltelijk zijn verzeept door een speciale nabehandeling zijn niet meer volledig oplosbaar in het reagens. In dit geval kan de methode niet worden toegepast. »; 13° Onderdeel 5 van dezelfde Methode, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor polyester, elastomultiester, elastolefine en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 14° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 8, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), polyester (34), elastomultiester (45), elastolefine (46) en melamine (47).

Zij geldt eveneens voor acryl en bepaalde modacrylvezels die met metaalcomplexkleurstoffen zijn geverfd, maar zij is niet van toepassing voor dergelijke vezels die zijn geverfd met chromeringskleurstoffen. »; 15° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor wol, katoen, cupro, modal, polyester, elastomultiester en melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 16° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 9 wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43), elastomultiester (45) en melamine (47).

Wanneer het wol- of zijdegehalte van het mengsel groter is dan 25 % dient methode nr. 2 te worden toegepast.

Wanneer het gehalte van het mengsel aan polyamide of nylon groter is dan 25 %, dan moet methode nr. 4 worden toegepast. »; 17° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 18° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 10, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. bepaalde chloorvezels (27), te weten polyvinylchloridevezels, al dan niet nagechloreerd, elastolefine (46) en melamine (47). »; 19° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 11, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), elastolefine (46) en melamine (47) »;20° Onderdeel 5 van dezelfde Methode, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 0,985 voor wol, 1,00 voor elastolefine en 1,01 voor melamine. »; 21° Onderdeel 1.2 van de Methode nr. 13 wordt vervangen als volgt : "2. wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), acryl (26), polyamide of nylon (30), polyester (34), glasvezel (43), elastomultiester (45) en melamine (47). »; 22° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 23° Het eerste onderdeel van de Methode nr.14, gewijzigd bij koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 1. TOEPASSINGSGEBIED Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van : 1. katoen (5), acetaat (19), cupro (21), modal (22), triacetaat (24), viscose (25), bepaalde acrylvezels (26), bepaalde modacrylvezels (29), polyamide of nylon (30), polyester (34) en elastomultiester (45). met 2. chloorvezels (27), op basis van homopolymeren van vinylchloride, al dan niet nagechloreerd, elastolefine (46) en melamine (47). De betrokken modacrylvezels zijn die welke een heldere oplossing geven bij onderdompeling in geconcentreerd zwavelzuur (d20 = 1,84 g/ml).

Deze methode kan met name in plaats van de methoden nr. 8 en nr. 9 worden gebruikt. »; 24° Onderdeel 2 van dezelfde Methode, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 2007, wordt vervangen als volgt : « 2.PRINCIPE Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel worden de in punt 1.1 vermelde vezels in geconcentreerd zwavelzuur (d20 = 1,84 g/ml) opgelost. Het uit de chloorvezel, de elastolefine of de melamine bestaande residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt als percentage van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage van de tweede bestanddelen wordt verkregen door aftrekking. »; 25° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00, behalve voor melamine, waarvoor ze 1,01 bedraagt. »; 26° Het eerste onderdeel van de Methode nr.15 wordt vervangen als volgt : « 1. TOEPASSINGSGEBIED Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van : 1. acetaat (19), triacetaat (24), chloorvezel (27), bepaalde modacrylvezels (29), bepaalde elastanen (42) met 2.wol (1), dierlijk haar (2 en 3), zijde (4), katoen (5), cupro (21), modal (22), viscose (25), polyamide of nylon (30), acryl (26), glasvezel (43) en melamine (47).

Indien is vastgesteld dat modacryl- of elastaanvezel aanwezig is, dient in een voorafgaande proef te worden bepaald of die volledig in het reagens oplosbaar is.

De methoden nr. 9 en nr. 14 zijn eveneens toepasbaar voor het analyseren van mengsels die chloorvezels bevatten. »; 27° Onderdeel 5 van dezelfde Methode wordt vervangen als volgt : « 5.BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte. De waarde van « d » bedraagt 1,00 behalve voor de volgende vezels : zijde en melamine 1,01; acryl 0,98. »; 28° De bijlage wordt aangevuld met een Methode nr.16, luidende : « METHODE Nr. 16 MELAMINE EN BEPAALDE ANDERE VEZELS (Methode met behulp van warm mierenzuur) 1. TOEPASSINGSGEBIED Deze methode is, na verwijdering van niet-vezelbestanddelen, geschikt voor binaire mengsels van : 1.melamine (47) met 2. katoen (5) en aramide (31) 2.PRINCIPE Uitgaande van een bekend drooggewicht van het mengsel wordt de melamine opgelost met behulp van warm mierenzuur (90 % m/m).

Het residu wordt verzameld, gewassen, gedroogd en gewogen; het gewicht wordt eventueel gecorrigeerd en uitgedrukt als percentage van het drooggewicht van het mengsel. Het percentage van de tweede bestanddelen wordt verkregen door aftrekking.

Opmerking : Houd strikt het aanbevolen temperatuurbereik aan, want de oplosbaarheid van melamine is sterk afhankelijk van de temperatuur. 3. APPARATUUR EN REAGENTIA (niet vermeld in het algemene gedeelte) 3.1. Apparatuur i) Erlenmeyer van minstens 200 ml met ingeslepen stop. ii) Schudwaterbad of ander apparaat om de erlenmeyer te schudden en op een temperatuur van 90 + 2 °C te houden. 3.2. Reagentia i) Mierenzuur (90 % m/m, d20 : 1,204 g/ml).Verdun 890 ml mierenzuur van 98-100 % m/m (d20 : 1,220 g/ml) met water tot 1 l.

Omdat warm mierenzuur zeer corrosief is, moet er voorzichtig mee worden omgegaan. ii) Verdunde ammonia : verdun 80 ml geconcentreerde ammonia (d20 : 0,880) met water tot 1 l. 4. WERKWIJZE De in het algemene gedeelte verstrekte instructies opvolgen en als volgt te werk gaan : Aan het analysemonster in de erlenmeyer van minstens 200 ml met ingeslepen stop 100 ml mierenzuur per gram monster toevoegen.Sluiten en schudden om het monster te bevochtigen. Houd de erlenmeyer onder krachtig schudden gedurende één uur bij een temperatuur van 90 + 2 °C in een schudwaterbad. Koel de erlenmeyer af tot kamertemperatuur. De vloeistof in een gewogen filterkroes decanteren. 50 ml mierenzuur toevoegen aan het residu in de erlenmeyer, met de hand schudden en de inhoud filtreren door de filterkroes. Eventueel resterende vezels overbrengen in de filterkroes door de erlenmeyer te spoelen met een kleine extra hoeveelheid mierenzuur. De filterkroes afzuigen en het residu wassen met mierenzuur, warm water en verdunde ammonia en tenslotte met koud water. Na elke wasbehandeling de filterkroes afzuigen. Telkens wachten tot de spoelvloeistof uit zichzelf is doorgelopen alvorens af te zuigen. Tenslotte de filterkroes afzuigen en tezamen met het residu drogen, afkoelen en wegen.

Opmerking : De temperatuur is van zeer grote invloed op de oplosbaarheidseigenschappen van melamine en dient zorgvuldig geregeld te worden. 5. BEREKENING EN WEERGAVE VAN DE RESULTATEN De resultaten worden berekend zoals aangegeven in het algemene gedeelte.De waarde van « d » voor katoen en aramide bedraagt 1,02. 6. NAUWKEURIGHEID VAN DE METHODE Voor een homogeen mengsel van textielmaterialen liggen de betrouwbaarheidsgrenzen van de volgens deze methode verkregen resultaten niet hoger dan + 2 bij een betrouwbaarheidsdrempel van 95 %.».

Art. 3.De Minister bevoegd voor Economie, de Minister bevoegd voor Middenstand en de Minister bevoegd voor Consumentenzaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister voor Ondernemen, V. VAN QUICKENBORNE De Minister van K.M.O.'s en Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Klimaat en Energie, belast met Consumentenzaken, P. MAGNETTE

^