Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 september 2020
gepubliceerd op 26 oktober 2020

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord 2019-2020

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2020203613
pub.
26/10/2020
prom.
17/09/2020
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord 2019-2020 (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2019, gesloten in het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk, betreffende het protocolakkoord 2019-2020.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, N. MUYLLE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 september 2019 Protocolakkoord (Overeenkomst geregistreerd op 31 oktober 2019 onder het nummer 154943/CO/102.09) 1. Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasbaar op alle werkgevers, arbeiders en arbeidsters die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor het bedrijfvan de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk.2. Context Deze overeenkomst wordt gesloten met toepassing en met naleving van het koninklijk besluit van 19 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/04/2019 pub. 24/04/2019 numac 2019011989 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en tot instelling van de maximale marge voor loonkostenontwikkeling voor de periode 2019-2020.3. Koopkracht a) Met ingang van 1 juli 2019 worden de effectieve en de minimum basisuurlonen verhoogd met 0,20 EUR bruto (stelsel 40u/week) per uur;b) Elke werknemer krijgt met het loon van de maand juli 2019 een uitzonderlijke compensatiepremie uitbetaald.Die premie is gelijk aan 1,1 pct. van het reële loon en van de premies verbonden aan het loon (bruto onderworpen aan RSZ) ontvangen door de werknemer voor zijn prestaties van 1 januari tot 30 juni 2019. 4. Sectoraal pensioen Er zullen technische vergaderingen worden gehouden, waarbij de eerste uiterlijk plaatsvindt op 30 september 2019 tussen de sociale partners en de verzekeringsinstellingen om, uiterlijk tegen 31 oktober 2019 de pistes te bepalen om de duurzaamheid van het extralegaal pensioenfonds te waarborgen.5. Mobiliteit (woon-werkverkeer) a) Verplaatsingen met het openbaar vervoer - overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr.19/9 van de Nationale Arbeidsraad van 23 april 2019 worden vanaf 1 juli 2019 de tegemoetkomingen in de kosten voor het woon-werkverkeer met het openbaar vervoer verhoogd; - op middellange termijn zal een paritair onderzoek worden gevoerd met betrekking tot het nieuwe systeem dat werd ontwikkeld in een gemengde commissie NAR/CRB en dat inzet op het gebruik van duurzame vervoermiddelen en de vereenvoudiging van de bestaande regelingen; - aan de ondernemingen wordt aanbevolen om, op vrijwillige basis, de derdebetalersregeling toe te passen. b) Met ingang van 1 juli 2019 kan aan de regelmatige fietsgebruikers een fietsvergoeding van 24 cent per effectief afgelegde kilometer tussen woon- en werkplaats worden toegekend.De toekenningsvoorwaarden moeten op ondernemingsniveau worden bepaald. c) Er wordt aan de werkgevers ook aanbevolen om na te denken over maatregelen die multimodale mobiliteit en carpooling bevorderen.6. Opleiding a) In het kader van de hervorming van het landschap van de paritaire comités zal een werkgroep worden opgedragen om te onderzoeken of de opleidingen in de subsectoren van Paritair comité voor het groefbedrijf op mekaar kunnen worden afgestemd, om zo de ondernemingen van de sector een meerwaarde te bieden op het gebied van beroepsopleiding, en hierbij eventueel uit te gaan van gelijkaardige initiatieven in andere sectoren.b) De bijdrage voor de risicogroepen wordt voor de periode 2019-2020 verder besteed op het niveau van het Paritair Subcomité voor het bedrijf van de groeven van niet uit te houwen kalksteen en van de kalkovens, van de bitterspaatgroeven en -ovens op het gehele grondgebied van het Rijk ("Paritair Opleidingsfonds voor de arbeiders van de sector kalksteen-kalkovens").c) De sectorale doelstelling van gemiddeld 2 dagen opleiding per werknemer per j aar werd in 2018 bereikt, de interprofessionele doelstelling van gemiddeld 5 dagen opleiding per equivalent voltijds zal voor de periode 2019-2020 concrete vorm krijgen door een verhoging van de sectorale doelstelling van gemiddeld 3 in plaats van 2 dagen opleiding per werknemer per jaar. Het gemiddelde aantal opleidingsdagen zou, na evaluatie, om de twee jaar worden verhoogd met een dag in het kader van de sectorale onderhandelingen, om op het niveau van de sector met ingang van 2023 te komen tot gemiddeld 5 dagen per equivalent voltijds. 7. Humanisering van de arbeid a) Voor de periode 2019-2020 worden, voor wat de toegang tot het recht op uitkeringen voor een landingsbaan betreft (zie artikel 8, § 1 van collectieve arbeidsovereenkomst nr.103), de leeftijdsgrenzen voor werknemers met een lange loopbaan of die een zwaar beroep uitoefenen vastgesteld op : - 57 jaar voor werknemers die hun arbeidsprestaties verminderen tot een halftijdse betrekking; - 55 jaar voor de werknemers die hun prestaties verminderen met 1/5de-tijds.

Deze overeenkomst wordt gesloten met toepassing en binnen de grenzen van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 137 van de Nationale Arbeidsraad van 23 april 2019.

Voor de uitvoering van de bovenvermelde stelsels van landingsbanen wordt er rekening gehouden met : - de beperkingen qua vergoedingen die voortvloeien uit administratieve voorschriften (bijvoorbeeld functies die het presteren van overuren veronderstellen); - de noodwendigheden inzake de werking van de ondernemingen (zie met name de overeenkomst betreffende de regels en organisatiemodaliteiten van het recht op een loopbaanvermindering met één dag per week of gelijkwaardig in de arbeidsregelingen met ploegen of cycli). b) Om de sector te ondersteunen op het vlak van werkbaar werk en welzijn op het werk, stellen de ondernemingen Fediex in kennis van de "goede praktijken" die zij op hun niveau hebben ingevoerd in het kader van de uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr.104 betreffende de tewerkstelling van oudere werknemers. Fediex bezorgt de lijst met goede praktijken aan de sociale partners en aan de ondernemingen uit de sector. 8. Anciënniteit en bestaanszekerheid a) De jaarlijkse anciënniteitspremie wordt, met ingang van de in 2019 uitbetaalde premie, vastgesteld op : - 2 keer loon A vanaf 10 jaar anciënniteit; - 3 keer loon A vanaf 15 jaar anciënniteit; - 4 keer loon A vanaf 20 jaar anciënniteit; - 5 keer loon A vanaf 25 jaar anciënniteit; - 6 keer loon A vanaf 30 jaar anciënniteit; - 8 keer loon A vanaf 35 jaar anciënniteit.

Het bedrag van de premie wordt bepaald in functie van het aantal volledige jaren anciënniteit op het moment van de toekenning van de premie b) Rekening houdend met de evolutie van de kosten van levensonderhoud worden de bijzondere werkloosheidsbijdragen vanaf 1 juli 2019 vastgesteld op : - 8,70 EUR per dag in geval van werkloosheid om economische redenen; - 7,30 EUR per dag in geval van werkloosheid wegens uitzonderlijke klimatologische omstandigheden en wegens andere redenen. 9. SWT (brugpensioen) Een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op 20 juni 2019 (geregistreerd op 24 juli 2019 onder nr.152789/CO/102.09) heeft de verschillende stelsels van werkloosheid met bedrijfstoeslag die toepasbaar zijn in 2019-2021 ingevoerd, met verwijzing naar de in dat verband in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomsten, namelijk : - SWT lange loopbaan vanaf 59 jaar in 2019-2020 en van 1 januari tot 30 juni 2021 na een beroepsloopbaan van 40 jaar (Nationale Arbeidsraad nr. 134 en nr. 135 - Nationale Arbeidsraad nr. 141 en nr. 142); - SWT lange loopbaan vanaf 59 jaar in 2019-2020 en van 1 januari tot 30 juni 2021 na een beroepsloopbaan van 33 jaar en 20 jaar nachtarbeid (Nationale Arbeidsraad nr. 130 en nr. 131 - Nationale Arbeidsraad nr. 138 en nr. 139); - SWT lange loopbaan vanaf 59 jaar in 2019-2020 en van 1 januari tot 30 juni 2021 na een beroepsloopbaan van 33 jaar in een zwaar beroep (Nationale Arbeidsraad nr. 130 en nr. 131 - Nationale Arbeidsraad nr. 138 en nr. 139).

Deze collectieve arbeidsovereenkomst maakt integraal deel uit van deze overeenkomst die voorziet in wederzijdse engagementen.

Er wordt bovendien op gewezen dat er in 2019-2020 een stelsel bestaat van werkloosheid met bedrijfstoeslag vanaf 58 jaar met een loopbaan van 35 jaar voor bepaalde oudere, mindervalide werknemers of de werknemers met ernstige lichamelijke problemen in geval van ontslag (Nationale Arbeidsraad nr. 133). 10. Arbeidsorganisatie Wanneer de werkzaamheden van de Nationale Arbeidsraad in de context van de regeling van tijdsparen zijn afgerond, zal het paritair comité door de meest gerede partij worden aangesproken om een beslissing te nemen over de eventuele uitwerking van een regeling van tijdsparen, het zij op sectoraal, hetzij op ondernemingsniveau.Er zullen akkoorden mogelijk zijn in de ondernemingen zonder vakbondsafvaardiging, mits het paritair comité daarmee instemt. 11. Aanbevelingen a) De sociale partners verwijzen naar de bepalingen van de artikelen I.4-72 tot en met I.4-82 van de Code inzake Welzijn op het Werk met betrekking tot het re-integratietraject.

In dit kader : - wordt aan de werkgevers aanbevolen om de betrokken werknemers, met inachtneming van de persoonlijke levenssfeer, te herinneren aan hun recht om zich gedurende het gehele re-integratieproces door een werknemersvertegenwoordiger in het CPBW of, bij gebreke daarvan, door een vakbondsvertegenwoordiger te laten bij staan (artikel I.4-77); - de sociale partners erkennen het belang van samenwerking tussen werkgevers en werknemers voor het goede verloop van het re-integratietraject (artikel I.4-78) en van regelmatig overleg met het CPBW over de collectieve aspecten van re-integratie en over het re-integratiebeleid in het algemeen (artikelen I.4-78 en I.4-79). b) De sociale partners brengen de volgende basisprincipes in herinnering waarin de sectorale akkoorden voorzien : - Paritaire vaststelling, op het niveau van de ondernemingen, van de tijd en faciliteiten die nodig zijn met het oog op de uitoefening van de syndicale opdrachten en activiteiten (zie artikel 8, 1ste lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2014 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging); - Toepassing van de procedures bepaald voor de uitoefening van de externe vakbondsopdrachten (zie artikel 8, 3de lid van de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 december 2014 betreffende het statuut van de syndicale delegatie) en voor syndicale vormingen.

In geval van moeilijkheden bij de toepassing van deze bepalingen zullen de ondernemingen een beroep doen op de vrijgestelde afgevaardigden. 12. Verlenging van de vorige akkoorden De bepalingen voor bepaalde tijd van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 september 2017 tot bepaling van de arbeidsvoorwaarden voor de arbeiders en de arbeidsters (geregistreerd op 8 februari 2018 onder het nr.144437/CO/102.09 - koninklijk besluit van 9 oktober 2019 - Belgisch Staatsblad van 26 oktober 2018), worden mits de aanpassingen die voortvloeien uit dit akkoord, verlengd voor de periode van 1 januari 2019 tot 31 december 2020. 13. Sociale vrede De sociale vrede zal worden gewaarborgd tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, namelijk tot 31 december 2020. Bijgevolg zal geen enkele complementaire of aanvullende eis, van algemene of collectieve aard, die de verbintenissen van de ondernemingen waarin voorzien is door deze collectieve arbeidsovereenkomst zou uitbreiden of wijzigen op welk niveau dan ook worden ingediend of ondersteund.

Bij schending van de sociale vrede zullen de syndicale vrijgestelden en afgevaardigden interveniëren en zo nodig een verzoeningsbureau inschakelen. 14. Duur van het akkoord § 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en stopt van kracht te zijn op 31 december 2020. § 2. In afwijking van § 1 zijn punten 1 en 9 van kracht vanaf 1 januari 2019 tot 30 juni 2021.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 september 2020.

De Minister van Werk, N. MUYLLE

^