Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 april 2000
gepubliceerd op 07 september 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot invoering van vrijwillige deeltijdse arbeid in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012261
pub.
07/09/2000
prom.
18/04/2000
ELI
eli/besluit/2000/04/18/2000012261/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 APRIL 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot invoering van vrijwillige deeltijdse arbeid in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf, tot invoering van vrijwillige deeltijdse arbeid in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Aalst, 18 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 Invoering van vrijwillige deeltijdse arbeid in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 betreffende de bevordering van de werkgelegenheid ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 (Overeenkomst geregistreerd op 15 september 1997 onder het nummer 44940/CO/110) I. Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf en op de werklieden en werksters die zij tewerkstellen.

II. De overstap naar de deeltijdse arbeid

Art. 2.§ 1. De arbeiders(sters) bedoeld in artikel 1 hiervoor en die voltijds worden tewerkgesteld, kunnen in gemeenschappelijk akkoord met de werkgever overstappen naar een deeltijdse betrekking die minimaal overeenstemt met een halftijdse betrekking. Zij bepalen eveneens de datum van de overstap in gemeenschappelijk akkoord. § 2. Wanneer de overeengekomen overstap van de werknemer naar deeltijdse arbeid voor de werkgever ernstige organisatorische problemen met zich meebrengt, kan de overstap tijdelijk uitgesteld worden. § 3. Overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten wordt de overeenkomst voor deeltijdse arbeid schriftelijk vastgesteld, met vermelding van het overeengekomen arbeidsregime en werkrooster en dit uiterlijk op het tijdstip van de overstap.

III. Toekenning van de premie

Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt verstaan onder : - "de tewerkstellingspremie" : de vermindering van de werkgeversbijdrage van maximum 37 500 F per kwartaal ingevolge de indienstneming van een bijkomende werknemer tot opvulling van het vrijgekomen arbeidsvolume in uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst en in het kader van titel III, hoofdstuk IV - Tewerkstellingsakkoorden -, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen. - "de premie" : het gedeelte van de hierboven vermelde tewerkstellingspremie die als tegemoetkoming voor de overstap naar deeltijdse arbeid aan ieder van de betrokken werknemers wordt uitbetaald.

Art. 4.Aan de werknemers die in het kader van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst overstappen naar een deeltijdse betrekking die minimaal overeenstemt met een halftijdse betrekking, wordt een premie betaald gedurende het kwartaal of de kwartalen dat de werkgever ingevolge de aanwerving van een of meer bijkomende werknemers tot opvulling van het vrijgekomen arbeidsvolume, de tewerkstellingspremie geniet.

Art. 5.De werkgever dient slechts tot aanwerving van een bijkomende werknemer over te gaan wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume overeenstemt met een voltijdse betrekking.

Art. 6.De premie wordt uitbetaald bij de definitieve afrekening van de eerste maand van het kwartaal volgend op dat waarop de tewerkstellingspremie betrekking heeft.

Art. 7.Een bepaald gedeelte van de tewerkstellingspremie wordt als premie aan de werknemers toegekend.

Per tewerkstellingspremie, die de werkgever in uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst geniet, zal een bedrag van 3 250 F per maand als premie onder de betrokken werknemers verdeeld worden.

Art. 8.Per werknemer wordt er een maximum bedrag vastgelegd.

Art. 9.§ 1. Wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume ingevolge de overstap naar deeltijdse arbeid overeenstemt met een of meer voltijdse betrekkingen, zal de verdeling van het bedrag per tewerkstellingspremie, gebeuren in verhouding tot het volume van de vermindering van de arbeidsprestaties van iedere werknemer. § 2. Wanneer het vrijgekomen arbeidsvolume ingevolge de overstap naar deeltijdse arbeid niet volledig overeenstemt met een of meerdere voltijdse betrekkingen, zal de verdeling van het bedrag gebeuren over alle betrokken werknemers in verhouding tot het volume van de respectievelijke vermindering van hun arbeidsprestaties, zonder dat het bedrag van 3 250 F per tewerkstellingspremie in totaliteit overschreden wordt.

IV. Slotbepalingen

Art. 10.Deze overeenkomst is gesloten in toepassing van titel III, hoofdstuk IV - Tewerkstellingsakkoorden -, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen en eveneens in uitvoering van hoofdstuk X - Tewerkstellingsakkoorden - van de nationale collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997.

Deze overeenkomst heeft directe uitwerking zoals bepaald in artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden.

Art. 11.Deze overeenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en is gesloten voor de periode van 1 januari 1997 tot en met 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 april 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^