Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 december 1998
gepubliceerd op 31 december 1998

Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar

bron
ministerie van justitie
numac
1998010019
pub.
31/12/1998
prom.
18/12/1998
ELI
eli/besluit/1998/12/18/1998010019/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 1998. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen door de wet van 9 augustus 1980 en gewijzigd bij de wetten van 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de wet van 5 juli 1998 betreffende de collectieve schuldenregeling en de mogelijkheid van verkoop uit de hand van de in beslag genomen onroerende goederen werd bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 31 juli 1998 en zij in werking treedt de eerste dag van de zesde maand na die waarin zij is bekendgemaakt;

Overwegende dat artikel 1675/19 van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd bij de wet van 5 juli 1998, de Koning opdraagt de regels en barema's tot vaststelling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar te bepalen;

Overwegende dat de toepassing en de uitvoering van een aantal bepalingen van de wet van 5 juli 1998 bemoeilijkt worden zolang de regels en barema's tot vaststelling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar niet zijn bepaald;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het ereloon en de emolumenten van de schuldbemiddelaar bestaan uit forfaitaire vergoedingen.

Art. 2.Deze vergoedingen bedragen : 1° voor het geheel van de handelingen die voortvloeien uit de toepassing van de artikelen 1675/9, § 2, 1675/10, 1675/11, § 1, en 1675/14, § 3, van het Gerechtelijk Wetboek, een eenmalig bedrag van F 15 000 wanneer het aantal schuldeisers dat aangifte van schuldvordering heeft gedaan, hoogstens 5 bedraagt, te vermeerderen met F 1 000 per bijkomende schuldeiser;2° voor elke handeling verbonden aan een betaling ten gunste van de verzoeker, zolang zijn schuldenaars in handen van de schuldbemiddelaar moeten betalen overeenkomstig artikel 1675/9, § 1, 4°, van hetzelfde Wetboek alsook voor elke handeling verbonden aan een betaling namens de verzoeker overeenkomstig artikel 1675/11, § 3, van hetzelfde Wetboek : F 250 per betaling;3° voor het geheel van de handelingen bedoeld in de artikelen 1675/14, § 1, eerste lid, en 1675/17, § 3, tweede lid, van hetzelfde Wetboek : F 6 000 op jaarbasis wanneer het aantal schuldeisers dat aangifte van schuldvordering heeft gedaan, hoogstens 5 bedraagt, te vermeerderen met F 400 per bijkomende schuldeiser;4° voor de handelingen gesteld in toepassing van de artikelen 1675/14, § 2, derde lid, of 1675/15 van hetzelfde Wetboek : F 5 000 per schriftelijke verklaring die tot een vonnis aanleiding geeft;5° voor het inwinnen van nuttige inlichtingen bedoeld in artikel 1675/8, eerste lid, van hetzelfde Wetboek : F 3 000 per schriftelijke verklaring.

Art. 3.Aan de schuldbemiddelaar wordt een vacatierecht toegekend van F 2500 voor zijn aanwezigheid op de zitting, wanneer die is vereist.

Art. 4.De schuldbemiddelaar heeft recht op afzonderlijke en forfaitaire vergoedingen voor de administratieve kosten die vermeld zijn op de hiernavolgende lijst en dienen tot dekking van uitgaven die rechtstreeks verband houden met de schuldbemiddeling waarmee hij is belast.

Forfaitair tarief : 1° kosten voor een gewone brief : F 350, in voorkomend geval te vermeerderen met de kosten van een aangetekende zending;2° kosten voor een gewone omzendbrief gericht aan drie of meer schuldenaars of schuldeisers : F 200, in voorkomend geval te vermeerderen met de kosten van een aangetekende zending;3° kosten voor telefoon, elektronische berichtgeving en fotokopieën : F 3 000 per dossier;4° reiskosten : F 7 per kilometer.

Art. 5.De bedragen genoemd in de artikelen 2, 3 en 4, worden aangepast wanneer de stijgingen of dalingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen de bedragen op 1 januari van het volgende jaar met 5 % meer doen toenemen of dalen.

Het aanvangsindexcijfer is het indexcijfer van de consumptieprijzen van december 1998.

Die aanpassingen worden bij een bericht in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.

Art. 6.Onverminderd de vergoedingen bedoeld in artikel 4, heeft de schuldbemiddelaar recht op terugbetaling van de uitgestelde kosten om zich de uitgiften, uittreksels of stukken aan te schaffen welke hij nodig heeft in het kader van de schuldbemiddeling waarmee hij is belast.

Art. 7.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 1999.

Art. 8.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 december 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, E. DI RUPO De Minister van Justitie, T. VAN PARYS

^