Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 december 2003
gepubliceerd op 23 december 2003

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 10 van de wet van 11 december 2003 houdende overname door de Belgische Staat van de wettelijke pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003570
pub.
23/12/2003
prom.
18/12/2003
ELI
eli/besluit/2003/12/18/2003003570/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 DECEMBER 2003. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 10 van de wet van 11 december 2003 houdende overname door de Belgische Staat van de wettelijke pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 11 december 2003 houdende overname door de Belgische Staat van de wettelijke pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel, inzonderheid op artikel 10;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 november 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 17 november 2003;

Gelet op advies 36145/4 december 2003 van de Raad van State, gegeven op 1 december 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat in gevolge de overeenkomst tussen Belgacom en zijn aandeelhouders van 2 oktober 2003, de activa van het pensioenfonds worden gemonetiseerd voor 31 december 2003. Het gevolg is dat er niet langer een redelijke dekking tegenover de pensioenverplichtingen staat en dus de overname van de pensioenverplichtingen door de overheid dezelfde streefdatum dient te hebben; de statutaire werknemers verwachten ingevolge de overeenkomst tussen Belgacom en zijn aandeelhouders dat er een overname van het Pensioenfonds door de overheid geschiedt voor 31 december 2003; er werd als doelstelling geformuleerd om de variabiliteit die de Pensioenbijdragen veroorzaakten, weg te nemen van de Belgacom balans. Door het respecteren van de bovenstaande datum is deze impact verwijderd voor het boekjaar 2004. Concreet in het geval van de compensatiebetalingen moeten in voege treden van het ogenblik van de overname van de pensioenverplichtingen zelf, zijnde 1 januari 2004;

Op voordracht van Onze Minister van Overheidsbedrijven en Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 11 december 2003 houdende overname door de Belgische Staat van de wettelijke pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel.2° « Belgacom » : de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom, waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is te 1030 Brussel, Koning Albert II-laan 27;3° « het Fonds voor Overlevingspensioenen » : het organiek fonds van de Begroting van pensioenen, genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen »;4° « een compensatiebetaling » : een betaling verschuldigd door Belgacom aan het Fonds voor Overlevingspensioenen of door het Fonds voor Overlevingspensioenen aan Belgacom overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van de wet van 11 december 2003 houdende overname door de Belgische Staat van de wettelijke pensioenverplichtingen van de naamloze vennootschap van publiek recht Belgacom ten opzichte van haar statutair personeel.

Art. 2.Voor de toepassing van artikel 10 van de wet, wordt de actuele waarde berekend op basis van de volgende actuariële factoren : a) een reële intrestvoet van 3,34 pct.per jaar; b) de sterftewetten die voortvloeien uit de tafels MR of FR van toepassing op 1 januari 2004, naargelang het rustpensioen toegekend wordt aan een persoon van het mannelijk of vrouwelijk geslacht.Deze tafels zijn vastgesteld met de formule en de constanten zoals bepaald op 1 januari 2004 in bijlage van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorgsinstellingen. De overlijdenskansen in deze tafels worden vanaf 2004 verhoogd met een percentage dat overeenkomt met 21 pct. van deze kansen. Dit percentage van 21 wordt in 2005 met een eenheid verminderd; in elk daaropvolgende jaar wordt het telkens met een bijkomende eenheid verminderd en dat tot 2025.

Art. 3.§ 1 Indien Belgacom gehouden is een compensatiebetaling te verrichten overeenkomstig de bepalingen van artikel 10 van de wet, zal deze betaling gestort moeten worden aan het Fonds voor Overlevingspensioenen.

Deze betaling zal moeten toekomen bij het Fonds voor Overlevingspensioenen : - binnen de 3 maanden die volgen op de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 3, lid 2 van dit besluit, in de hypothese bedoeld in artikel 10, § 2, 1°, van de wet; - op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit plaatsvindt, in de hypotheses bedoeld in artikel 10, § 2, 2° en 3° van de wet. § 2. Indien Belgacom niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in § 1 van dit besluit, is Belgacom van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan het Fonds voor Overlevingspensioenen. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld met toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in § 1. Indien Belgacom het bewijs levert dat het niet-storten van de compensatiebetaling binnen de bepaalde termijn toe te schrijven is aan uitzonderlijke omstandigheden, kan de Minister van Pensioenen een vrijstelling verlenen voor de betaling van voormelde nalatigheidintresten. De aanvraag tot vrijstelling moet bij de Minister van Pensioenen toekomen binnen de maand die volgt op de dag waarop Belgacom door de Administratie der Pensioenen op de hoogte werd gebracht van het feit dat ze in gebreke is gebleven te voldoen aan de voormelde verplichtingen. § 3. In de hypothese bedoeld in artikel 10, § 2, 1°, van de wet, brengt Belgacom de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke wijziging die aangebracht wordt aan het geldelijk statuut van haar statutaire personeelsleden die een verhoging van de pensioenen van haar voormalige statutaire personeelsleden tot gevolg heeft met toepassing van artikel 12 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector. Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanname van de wijziging.

De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgacom het bedrag van de compensatiebetaling mee dat verschuldigd is met toepassing van artikel 10, § 2, 1°, van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. Deze kennisgeving vindt plaats binnen de drie maanden volgend op de eerste daadwerkelijke betaling van de pensioensverhoging aan de begunstigden. § 4. In de hypotheses bedoeld in artikel 10, § 2, 2° en 3°, van de wet, maakt Belgacom aan de Administratie der Pensioenen per betrokkene alle nuttige informatie over voor de berekening van de compensatiebetaling, met inbegrip van de wedde van de betrokkene op 1 januari 2004.

De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgacom ten laatste op 1 december het bedrag mee van de compensatiebetaling dat verschuldigd is met toepassing van artikel 10, § 2, 2° en 3° van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. De meegedeelde compensatiebetaling heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de kennisgeving plaats vindt tot 31 oktober van het jaar waarin de kennisgeving plaats vindt.

Art. 4.Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen gehouden is een compensatiebetaling te verrichten aan Belgacom overeenkomstig de bepalingen van artikel 10, § 2, 2° en 3°, van de wet, moet deze betaling toekomen bij Belgacom op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van van onderhavig besluit plaats vindt.

Deze compensatiebetaling verschuldigd door het Fonds voor Overlevingspensioenen wordt gecompenseerd met de compensatiebetaling mogelijk verschuldigd door Belgacom aan het Fonds voor Overlevingspensioenen op basis van artikel 10, § 2, 2° of 3°, van de wet voor dezelfde periode.

De afrekening van deze compensatie wordt overgemaakt aan Belgacom ter gelegenheid van de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit.

Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in het eerste lid, is het Fonds voor Overlevingspensioenen van rechtswege aan Belgacom nalatigheidintresten verschuldigd op de niet-gestorte sommen. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in het eerste lid.

Art. 5.In de hypothese bedoeld in artikel 10, § 2, 4°, van de wet, brengt Belgacom de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke nieuwe regeling van verlof voorafgaandelijk aan de pensionering ingevoerd ten voordele van het statutair personeel van Belgacom. Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanname van deze nieuwe vorm van verlof voorafgaandelijk aan de pensionering.

Indien, ingevolge de toepassing van het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten, Belgacom patronale bijdragen heeft gestort overeenkomstig artikel 10, § 2, 4°, van de wet voor perioden van verlof voorafgaandelijk aan de pensionering die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen, is het Fonds voor Overlevingspensioenen gehouden een compensatiebetaling te verrichten aan Belgacom. De compensatiebetaling komt overeen met het bedrag van de patronale bijdragen door Belgacom gestort voor de perioden van verlof voorafgaandelijk aan de pensionering die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen met toepassing van het bovengenoemde koninklijk besluit nr. 442.

Deze compensatiebetaling moet toekomen bij Belgacom op 31 december en heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de datum van de compensatiebetaling tot 31 oktober van het jaar van de datum van de compensatiebetaling. De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgacom ten laatste op de datum van de compensatiebetaling het nauwkeurige detail mee van de berekening van het bedrag van deze betaling.

Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen in gebreke blijft te voldoen aan de verplichtingen bepaald in lid 3, is het Fonds voor Overlevingspensioenen van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan Belgacom. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van de compensatiebetaling zoals bepaald in lid 3.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2004.

Art. 7.De Ministers die bevoegd zijn voor Overheidsbedrijven en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 december 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE De Minister van Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^