Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 februari 2003
gepubliceerd op 06 maart 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022193
pub.
06/03/2003
prom.
18/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/18/2003022193/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, geeft uitvoering aan een punt van het interprofessioneel akkoord 2003 - 2004 en dient samen met de andere onderdelen ervan snel te worden uitgevaardigd zodanig dat de sectoren en ondernemingen in een sereen en duidelijk kader hun onderhandelingen kunnen aanvatten.

Het beoogt een verduidelijking aan te brengen aan de bestaande reglementering inzake de berekeningsbasis voor het vakantiegeld van de bedienden, met name door daarin uitdrukkelijk te bepalen dat geen rekening moet worden gehouden met het deel van de bezoldiging dat niet als basis dient voor de berekening van de socialezekerheidsbijdragen.

Deze verduidelijking is conform het standpunt dat jarenlang werd ingenomen door de dienst reglementering van het Ministerie van Sociale Voorzorg en door de sociale inspectie. Nu het Hof van Cassatie in een arrest van 4 februari 2002 een andere zienswijze heeft gehuldigd, moet vastgesteld worden dat de wetgeving ter zake onvoldoende duidelijk is en dat een precisering van de reglementering nodig is om de rechtszekerheid te herstellen.

Onderzoek van de artikelen :

Artikel 1.Dit artikel voegt een bepaling toe aan het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders teneinde te verduidelijken dat het deel van de bezoldiging dat niet aan de berekening van de socialezekerheidsbijdragen is onderworpen, niet in aanmerking genomen wordt voor de berekening van het vakantiegeld voor bedienden.

Artikel 2.Dit artikel duidt de minister aan die belast is met de uitvoering van dit besluit.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

18 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, inzonderheid op artikel 9, laatst gewijzigd bij de wet van 22 mei 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders, inzonderheid op titel III, hoofdstuk 1, afdeling 1;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 4 februari 2003;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van onze Minister van Begroting, gegeven op 19 december 2002;

Gelet op het verzoek op spoedbehandeling gemotiveerd door het feit dat in het verleden enige verwarring kon ontstaan omdat er in de rechtspraak uiteenlopende opvattingen bestaan omtrent de vraag of voor de berekening van het vakantiegeld rekening moet worden gehouden met het deel van de bezoldiging dat niet als basis dient voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen; dat de sociale partners in het interprofessioneel akkoord 2003-2004 overeengekomen zijn hieromtrent ondubbelzinnige rechtszekerheid te garanderen door de opneming van een bepaling in het koninklijk besluit van 30 maart 1967 waardoor uitdrukkelijk bepaald wordt dat die loonbestanddelen niet in aanmerking genomen worden voor het berekenen van het bedrag van het vakantiegeld; dat het in deze context eveneens aangewezen is de stortingen en premies die de werkgever in het voordeel van zijn personeel ten laste neemt terzake van buitenwettelijke voordelen inzake ouderdom of vroegtijdig overlijden of van een aanvullende verzekering voor hospitalisatie, uitdrukkelijk op te nemen in de voordelen die niet als loon worden aangemerkt voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de overwogen maatregel in het kader van het interprofessioneel akkoord 2003-2004 werd vastgesteld. Overwegende dat deze bepaling uitwerking zal hebben voor de berekening van de vakantiegelden van 2003 moeten de betrokkenen onverwijld op de hoogte gebracht worden van de draagwijdte van de voorgestelde maatregel ten einde de rechtszekerheid te garanderen;

Gelet op het advies nr. 34.665/1 van de Raad van State, gegeven op 14 januari 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Besluit :

Artikel 1.In afdeling I, hoofdstuk I, titel III, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie der loonarbeiders, wordt een artikel 38bis ingevoegd, luidende : « 38bis. Voor de toepassing van deze afdeling wordt het deel van de bezoldiging dat niet als basis dient voor de berekening van de sociale zekerheidsbijdragen bedoeld in artikel 38, § 2 of § 3, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers niet in aanmerking genomen voor het berekenen van het bedrag van het vakantiegeld. »

Art. 2.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCK

^