Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juli 1997
gepubliceerd op 27 september 1997

Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging

bron
ministerie van landsverdediging
numac
1997007155
pub.
27/09/1997
prom.
18/07/1997
ELI
eli/besluit/1997/07/18/1997007155/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JULI 1997. Koninklijk besluit tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 107, tweede lid. van de gecoördineerde Grondwet;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 augustus 1927 ter regeling van de staat en de stand der militaire aalmoezeniers, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 februari 1928 en 29 oktober 1934, bij het besluit van de Regent van 21 augustus 1948 en bij de koninklijke besluiten van 17 mei 1952, 11 februari 1971, 16 juli 1974, 31 januari 1994 en 2 april 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries, inzonderheid op artikel 4, eerste lid, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 14 september 1994 en 10 april 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1994 houdende het statuut van de morele consulenten bij de Krijgsmacht die tot de niet-confessionele Gemeenschap van België behoren;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni en 4 oktober 1996;

Gelet op de adviezen van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 december 1994. 23 oktober 1995 en 26 juli 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 december 1996;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken. gegeven op 18 december 1996;

Gelet op het protocol van 28 februari 1997 waarin de conclusies van de onderhandeling gevoerd in het Sectorcomité XIV zijn vermeld : Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989;

Overwegende dat de aanpassing van de administratieve loopbaan van de ambtenaren met een bijzondere graad op dezelfde wijze moet worden uitgevoerd als die van de ambtenaren met een gemene graad; dat het bijgevolg noodzakelijk is onverwijld de weddeschalen vast te stellen van de ambtenaren met een bijzondere graad bij het Ministerie van Landsverdediging;

Op de voordracht van Onze Minister van Landsverdediging;

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Organieke regeling Afdeling 1. - Administratief personeel

onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel

Artikel 1.De weddeschaal verbonden aan de hiernavermelde graden wordt vastgesteld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Hoofdlandmeter-expert onroerende goederen (R28) 742.994 - 1.106.044 11 x 10.481 11 x 10.630 11 x 10.688 12 x 10.688 12 x 14.247 22 x 28.493 102 x 24.933 (Kl. 23 j. - N. 2+ - G.A.) - Analist klinische biologie (tot en met 28 februari 1977) (R27) 718.547 - 1.081.115 31 x 10.481 12 x 10.562 12 X 14.247 22 x 28.493 102 x 24.933 (Kl. 23 j. - N.2+ - G.A.) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Landmeter-expert onroerende goederen 1e klasse (R27) 655.680 - 992.068 31 x 10.481 12 x 10.481 12 x 13.970 12 x 27.939 12 x 28.158 92 x 24.933 (Kl. 23 j. - N. 2+ - G.A.) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld - Eerstaanwezend weervoorspeller-meteoroloog (R25) 794.373 - 1.160.861 31 x 10.676 22 x 14.292 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 j. - N. 2 - G.A.) - Weervoorspeller-meteoroloog (R24) 718.547. - 1.085.035 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 (Kl. 20 j. - N.2. - G.A.)

Art. 2.§ 1. Aan de graad van meteoroloog-waarnemer (rang 20) wordt de weddeschaal 20A verbonden. De meteoroloog-waarnemer die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 20B. § 2. De meteoroloog-waarnemer geslaagd in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20E.

Art. 3.§ 1. Aan de graad van hoofdmeteoroloog-waarnemer (rang 22) wordt de weddeschaal 22A verbonden. § 2. De hoofdmeteoroloog-waarnemer die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 22B verkrijgen.

Art. 4.§ 1. Aan de graad van wachter (rang 42) wordt de weddeschaal 42A verbonden. De wachter die vier jaar graadanciënniteit heeft. geniet de weddeschaal 42B. § 2. De wachter die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 42C bekomen. § 3. De wachter die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 42D bekomen. § 4. De wachter die ten minste twaalf jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 42E bekomen. Afdeling 2. - Technisch personeel onderworpen aan het statuut

van het Rijkspersoneel

Art. 5.§ 1. Aan de graad van technisch assistent (rang 20) wordt de weddeschaal 20A verbonden. De technisch assistent die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 20B. § 2. De technisch assistent die slaagt in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20E.

Art. 6.§ 1. Aan de graad van eerstaanwezend technisch assistent (rang 22) wordt de weddeschaal 22A verbonden. § 2. De eerstaanwezend technisch assistent die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 22B verkrijgen.

Art. 7.§ 1. Aan de graad van technisch adjunct (rang 30) wordt de weddeschaal 30D verbonden. De technisch adjunct die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 30E. § 2. De technisch adjunct die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 30G verkrijgen. § 3. De technisch adjunct die ten minste negen jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 30J verkrijgen.

Art. 8.Aan de graad van hoofdtechnisch adjunct (rang 32) wordt de weddeschaal 32B verbonden. Afdeling 3. - Meesters-, vak- en dienstpersoneel

onderworpen aan het statuut van het Rijkspersoneel

Art. 9.§ 1. Aan de graad van vakassistent (rang 20) wordt de weddeschaal 20A verbonden. De vakassistent die vier jaar graadanciënniteit heeft, geniet de weddeschaal 20B. § 2. De vakassistent die slaagt in het examen voor verhoging in weddeschaal, bekomt de weddeschaal 20E.

Art. 10.§ 1. Aan de graad van opperwerkmeester (rang 22) wordt de weddeschaal 22A verbonden. § 2. De opperwerkmeester die ten minste zes jaar graadanciënniteit heeft, kan, voor zover er vacante betrekkingen zijn, de weddeschaal 22B bekomen. Afdeling 4. - Personeel onderworpen

aan andere dan de onder afdeling 1, 2 en 3 vermelde statuten

Art. 11.De vaste wedde verbonden aan de hiernavermelde graden wordt vastgesteld als volgt : - Aalmoezenier 2e klasse van de drie erediensten : 626.780; - Aalmoezenier 1e klasse van de drie erediensten : 855.033; - Hoofdaalmoezenier van de katholieke en protestantse eredienst : 939.197; - Opperaalmoezenier van de protestantse en israëlitische eredienst : 1.317.964; - Opperaalmoezenier van de katholieke eredienst : 1.424.822

Art. 12.De vaste wedde verbonden aan de hiernavermelde graden wordt vastgesteld als volgt : - Morele consulent tweede klasse : 626.780; - Morele consulent eerste klasse : 855.033; - Eerstaanwezend morele consulent : 939.197; - Morele consulent hoofd van dienst : 1.424.822. HOOFDSTUK II. - Overgangsbepalingen

Art. 13.De weddeschaal verbonden aan de hiernavermelde graden wordt vastgesteld als volgt : - Meesterknecht LV (R21) 570.098 - 904.567 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20 j. - N. 2 - G.A) - Werkmeester LV (R22) 635.253. - 976.834 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 (Kl. 20 j. - N. 2 - G.A.) - Opperwerkmeester LV (R24) 718.547 - 1.085.035 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.507 (Kl. 20 j. - N. 2. - G.A.) HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen

Art. 14.§ 1. Voor de ambtenaren die ambtshalve op 1 januari 1994 werden benoemd in een opgerichte graad ingevoerd krachtens artikelen 3, § 1, en 6 van het koninklijk besluit van 1 juli 1997 tot wijziging, voor wat het Ministerie van Landsverdediging betreft, van het koninklijk besluit van 20 juli 1964 betreffende de hiërarchische indeling van de graden waarvan de ambtenaren van de rijksbesturen kunnen titularis zijn, wordt de wedde vastgesteld in de weddeschaal die volgens de tabel welke als bijlage I bij dit besluit is gevoegd, met de schaal van de ingevoerde graad overeenstemt; § 2. Voor de ambtenaren die ambtshalve werden benoemd in een opgerichte graad krachtens artikel 3, § 2, van hetzelfde koninklijk besluit, wordt de wedde vastgesteld in de weddeschaal die volgens de tabel II welke als bijlage bij dit besluit is gevoegd, met de schaal van de ingevoerde graad overeenstemt;

Art. 15.§ 1. In afwijking van artikel 14, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste controleur van werken (afgeschafte graad) en in dienst op 1 januari 1994, het voordeel van de hiernavermelde weddeschaal. 655.680 - 997.261 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 92 x 24.907 § 2. In afwijking van artikel 14, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van eerstaanwezend technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van hoofdtekenaar en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hiernavermelde weddeschaal. 736.009 - 1.102.497 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907 § 3. In afwijking van artikel 14, § 1, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van eerstaanwezend technisch assistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerstaanwezend controleur van werken en die in dienst is op 1 januari 1994, het voordeel van de hiernavermelde weddeschaal. 736.009 - 1.102.497 31 x 10.676 22 x 14.232 22 x 28.463 102 x 24.907

Art. 16.In afwijking van artikel 9, § 1, bekomt de ambtenaar benoemd in de graad van vakassistent, voorheen bekleed met de geschrapte graad van meesterknecht LV en in dienst op 1 januari 1994, na vier jaar anciënniteit in die graad, de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 577.376 - 911.845 31 x 10.676 22 x 14.232 112 x 24.907 (Kl. 20 j. - N. 2 - G.A.)

Art. 17.§ 1. In afwijking van artikel 36 van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de weddeschalen der aan verscheidene ministeries gemene graden, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van geselecteerd werkman B en in dienst op 1 januari 1994, het voordeel van de weddeschaal 32/4 indien hij op deze datum recht had op deze weddeschaal en voor zover deze voordeliger uitvalt dan de weddeschaal 30D. § 2. In afwijking van artikel 36 van hetzelfde koninklijk besluit, geniet de ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van geselecteerd werkman B in dienst op 1 januari 1994 en die drie jaar graadanciënniteit heeft, de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : 529.269. - 699.346 31 x 5.595 52 x 11.141 72 x 13.941 (Kl. 18 j. - N. 3 - G.A.)

Art. 18.§ 1. In afwijking van artikel 36 van hetzelfde koninklijk besluit, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van geselecteerd werkman C en in dienst op 1 januari 1994, het voordeel van de weddeschaal 30/4 indien hij op deze datum recht had op deze weddeschaal en voor zover deze voordeliger uitvalt dan de weddeschaal 30D. § 2. In afwijking van artikel 36 van hetzelfde koninklijk besluit, behoudt de ambtenaar benoemd in de graad van vakman. voorheen bekleed met de geschrapte graad van geselecteerd werkman C en in dienst op 1 januari 1994, het voordeel van de weddeschaal 32/5 indien hij op deze datum recht had op deze weddeschaal en voor zover deze voordeliger uitvalt dan de weddeschaal 30D. § 3. In afwijking van artikel 36 van hetzelfde koninklijk besluit, geniet de ambtenaar benoemd in de graad van vakman voorheen bekleed met de geschrapte graad van geselecteerd werkman C, in dienst op 1 januari 1994 en die drie jaar graadanciënniteit heeft, de hiernavermelde bijzondere weddeschaal : 544.987 - 729.005 31 x 5.595 52 x 11.141 82 x 13.941 (Kl. 18 j. - N. 3 - G.A.)

Art. 19.De ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste geselecteerd werkman B en in dienst op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : 529.269 - 699.346 31 x 5.595 52 x 11 141 72 x 13.941 (Kl. 18 j. - N. 3 - G.A.)

Art. 20.De ambtenaar benoemd in de graad van vakman, voorheen bekleed met de geschrapte graad van eerste geselecteerd werkman C en in dienst op 1 januari 1994, behoudt het voordeel van de hierna vermelde bijzondere weddeschaal : 544.987. - 729.005 31 x 5.595 52 x 11.141 82 x 13.941 (Kl. 18 j. - N. 3 - G.A.) HOOFDSTUK IV. - Opheffings- en slotbepalingen

Art. 21.Dit besluit treedt in werking op dezelfde datum van het koninklijk besluit van 16 juni 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van het Ministerie van Landsverdediging. met uitzondering van de artikelen 6, 7, 8, 11, 12, 13, 14, § 1, 15, 16, 17, 18, 19 en 20 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 1994.

Art. 22.§ 1. De weddeschalen verbonden aan de bijzondere graden, die zijn opgenomen in het koninklijk besluit van 13 december 1984 tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 1988, 17 december 1990, 25 juni 1991, 2 juli 1992, 10 mei 1993, 26 september 1994 en 22 februari 1995 worden vervangen door de weddeschalen geldig op de data vermeld in artikel 21. § 2. Het koninklijk besluit van 13 december 1984 tot vaststelling van de weddeschalen voor de bijzondere graden bij het Ministerie van Landsverdediging, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 december 1988, 17 december 1990, 25 juni 1991, 2 juli 1992, 10 mei 1993, 26 september 1994 en 22 februari 1995 wordt opgeheven.

Art. 23.Onze Minister van Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY Bijlage I Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY Bijlage II Conversietabel van de geschrapte graden en de eraan verbonden weddeschalen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 18 juli 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, J.-P. PONCELET De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY

^