18 JULI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, tewerkstellingsakkoord 1997-1998 (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten, tewerkstellingsakkoord 1997-1998.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de apotheken en tarificatiediensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 mei 1997 Tewerkstellingsakkoord 1997-1998 (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 1997 onder het nummer 44279/COB/313) HOOFDSTUK I. - Wettelijk kader en toepassingsgebied Wettelijk kader

Artikel 1.Deze overeenkomst wordt gesloten ter uitvoering van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Bovendien heeft huidig akkoord uitvoering van de koninklijke besluiten die de regering getroffen heeft in uitvoering van bovenstaande wet.

Toepassingsgebied

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Comité voor apotheken en tarificatiediensten. HOOFDSTUK II. - Loonkostenontwikkeling Verhoging van de minimumbarema's

Art. 3.De minimumbarema's, van toepassing op 30 juni 1997, worden verhoogd met 0,5 pct. op 1 juli 1997 en met 0,5 pct. op 1 juli 1998.

De minimumbarema's, voorzien door artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 november 1989, met betrekking tot de arbeids- en loonvoorwaarden, worden met 1 annale verlengd per 1 januari 1998. Het bedrag van deze annale is gelijk aan het huidige verschil in absolute waarden tussen het loon op 44 en 45 jaar. HOOFDSTUK III Paritaire Werkgroep Tewerkstelling

Art. 4.De door de regering recent uitgevaardigde besparingsmaatregelen betreffende de magistrale bereidingen en de prijs van geneesmiddelen, kunnen een negatieve impact hebben op de tewerkstelling in de sector. Alle ingrepen met een effect op de tewerkstelling van economische, technische of organisatorische aard als gevolg van de regeringsmaatregelen kunnen het voorwerp uitmaken van een sociaal overleg in het paritair comité. Dienaangaande zal een paritaire werkgroep tewerkstelling worden samengesteld.

Tewerkstellingsakkoord

Art. 5.In uitvoering van hoofdstuk IV van titel III van de in artikel 1 genoemde wet van 26 juli 1996, en het koninklijk besluit van 24 februari 1997 houdende nadere voorwaarden met betrekking tot de tewerkstellingsakkoorden, worden volgende arbeidsbevorderende maatregelen ingevoerd, die vallen onder het "algemeen kader van arbeidsbevorderende maatregelen", zoals bepaald in artikel 4, § 1 van hogergenoemd koninklijk besluit van 24 februari 1997 : 1. De invoering van een recht op beroepsloopbaanonderbreking ten belope van 2 pct.van het gemiddeld aantal werknemers.

De beroepsloopbaanonderbreking geldt voor een minimumduur van 3 maanden en een maximumduur van 1 jaar (met verlengingsmogelijkheid); 2. De invoering van de mogelijkheid, in gemeenschappelijk overleg, van vrijwillige deeltijdse arbeid met proportioneel loonverlies door opdeling van de arbeidsplaatsen (bijvoorbeeld 1 voltijds contract opsplitsen in 2 contracten van 19 uur/week). Gezien de sector voornamelijk bestaat uit kleine ondernemingen, komen ondertekenende partijen overeen dat dit tewerkstellingsakkoord een directe uitwerking heeft.

De ondernemingen die, door de toepassing van één of beide hogergenoemde arbeidsbevorderende maatregelen, wil genieten van de vermindering van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-werkgeversbijdragen volgens artikel 30 van de in artikel 1 genoemde wet van 26 juli 1996, of volgens artikel 8 van hogergenoemd koninklijk besluit van 24 februari 1997, moeten aantonen dat zij de voorwaarden vervullen om de arbeidsbevorderende maatregelen effectief toe te passen (zoals bepaald in artikel 6, § 1 en § 2 van hogergenoemd koninklijk besluit van 24 februari 1997).

Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming van de risicogroepen

Art. 6.In uitvoering van het koninklijk besluit van 27 januari 1997, houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid, met toepassing van artikel 7, § 2, van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, worden volgende maatregelen overeengekomen : voor de periode 1997 en 1998 wordt 0,10 pct. van de loonmassa van alle werknemers in de sector aangewend ten behoeve van de risicogroepen.

De partijen zullen in een afzonderlijke collectieve arbeidsovereenkomst de risicogroepen omschrijven, evenals de modaliteiten inzake inning der werkgeversbijdragen en de besteding van de middelen. Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal vóór 30 juni 1997 worden afgesloten en neergelegd worden bij de Griffie van de dienst Collectieve Arbeidsbetrekkingen op het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.

Brugpensioen op 58 jaar

Art. 7.a) Voor de periode van 1 juli 1997 tot 31 december 1998 wordt voor de werknemers, mits akkoord van de werkgever, de mogelijkheid toegestaan om op 58 jaar op brugpensioen te gaan. De betrokkene moet een beroepsloopbaan als werknemer van 25 jaar kunnen rechtvaardigen; b) De aanvullende vergoeding bedraagt minimaal de helft van het verschil tussen de refertebezoldiging en de werkloosheidsuitkering. Zij wordt berekend en aangepast volgens de modaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst nr 17 van 19 december 1970; c) De modaliteiten van het brugpensioen moeten in een ondernemingsovereenkomst worden vastgelegd, of in een geschreven overeenkomst tussen werkgever en werknemer. Geldigheidsduur

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 juli 2002.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX