Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juli 2008
gepubliceerd op 01 augustus 2008

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012965
pub.
01/08/2008
prom.
18/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/18/2008012965/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van besluit dat wij de eer hebben aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, strekt ertoe het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, te wijzigen.

Artikel 1 heeft tot doel te verzekeren dat, op het moment dat een werkgever, die binnen het toepassingsgebied van dit besluit valt, de overstap maakt van de openbare sector naar de privé-sector of omgekeerd van de privé-sector naar de openbare sector, de opbrengst van de bijdragevermindering sociale Maribel betaald door deze werkgever gebruikt wordt ter financiering van de reeds bij deze werkgever gecreëerde Maribelbetrekkingen.

Het is dus noodzakelijk dat de bijdrageverminderingen van deze werkgever toegevoegd worden aan de dotatie van het nieuwe bevoegde fonds sociale Maribel. Om deze transfer te garanderen, moet het totaal aan bijdrageverminderingen van de betrokken werkgever onverwijld door het oude bevoegde sociale Maribelfonds worden overgedragen aan het nieuwe fonds.

Dit artikel voegt een derde paragraaf toe aan artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002. De huidige tweede paragraaf van artikel 5 viseert alleen transities binnen de privé-sector aangezien hij verwijst naar de gevallen waar een werkgever verandert van paritair Comité. De paritaire comités zijn overlegorganen eigen aan de privé-sector; voor wat betreft de openbare sector fungeren de onderhandelingscomités en de overlegcomités als overlegorgaan.

Artikel 2 past de berekeningswijze aan van de dotaties voor de federale en bicommunautaire socioculturele sector aan deze van de andere sectoren. Voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap, heeft de aanpassing tot doel transfers te vermijden naar de federale en bicommunautaire socioculturele sector.

Artikel 3, § 1 bepaalt dat de dotaties van de nieuwe fondsen sociale Maribel van de paritaire Comités 330, 331 en 332 zullen berekend worden op basis van een verdeling van de recht openende werknemers in de vroegere paritaire comité's 305.01 en 305.02.

Artikel 3, § 2 heeft tot doel de in de oude paritaire Comités 305.01 en 305.02 reeds gecreëerde werkgelegenheid te behouden, ofwel via een herverdeling van de middelen over de nieuwe fondsen 330, 331 en 332 rekening houdend met een unaniem voorstel van de sociale partners ofwel via een eventuele verhoging van de dotaties aan deze fondsen.

Artikel 3, § 3 bepaalt dat vanaf het jaar 2009, de dotaties voor de nieuwe fondsen 330, 331 en 332 berekend zullen worden volgens artikel 6 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002, met dien verstande dat de dotatie toegekend in 2008 als bodem geldt.

We hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

18 JULI 2008. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers, artikel 35, § 5, ingevoegd bij de wet van 30 december 1988, vervangen bij de wet van 22 december 2003 en gewijzigd bij de wetten van 27 december 2004, 27 december 2005 en 27 december 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 december 2007;

Gelet op het advies 1633 van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 27 februari 2008;

Gelet op het advies 44.571/1 van de Raad van State, gegeven op 5 juni 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 5 van het koninklijk besluit van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, wordt paragraaf 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 28 februari 2007, hersteld als volgt : « § 3. Bij de overgang van een werkgever van een fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 2°, van de wet van 29 juni 1981 naar een sectoraal fonds als bedoeld in artikel 35, § 5, C, 1°, van dezelfde wet, of in het omgekeerde geval, dient het nieuw bevoegde fonds de opbrengst van de bijdragevermindering, bedoeld in artikel 35, § 5 van de wet van 29 juni 1981, van de betrokken instelling te besteden aan de financiering van de reeds bij deze werkgever gecreëerde maribel betrekkingen.

Deze bepaling is van toepassing zodra de vermelde verminderingen daadwerkelijk geïntegreerd werden in de dotatie door het nieuwe fonds en impliceert dat het geheel van de bijdrageverminderingen van deze instelling zonder verwijl moeten worden getransfereerd door het oude fonds naar het nieuwe bevoegde fonds. »

Art. 2.In artikel 62ter van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 10 december 2002 en gewijzigd bij koninklijk besluit van 28 februari 2007, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het derde lid worden de woorden « per kwartaal » ingevoegd na de woorden « met 354,92 euro »; 2° Tussen het derde en vierde lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidend als volgt : « Voor het jaar 2008 wordt de dotatie voor het fonds Sociale Maribel voor de federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties berekend op het aantal rechtopenende werknemers aangegeven onder het paritaire subcomité 329.03 in het jaar 2006 vermenigvuldigd met 354,92 euro per kwartaal. »; 3° In het vroegere vijfde lid, dat het zesde lid geworden is, worden tussen de woorden « de dotatie van het jaar voordien » en « tot in het jaar waarin » de woorden « verminderd, voor het jaar 2008, met het bedrag van de transfert van middelen uitgevoerd in 2007 van dit fonds naar het fonds Sociale Maribel voor de federale en bicommunautaire socio-culturele organisaties » ingevoegd.4° In het vroegere vijfde lid, dat het zesde lid geworden is, worden de woorden « per kwartaal » ingevoegd na de woorden « 354,92 euro ».

Art. 3.Artikel 62quinquies van hetzelfde besluit, ingevoegd bij koninklijk besluit van 18 juli 2005 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 2006 en 28 februari 2007, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 62quinquies.§ 1. Voor het jaar 2008 worden de dotaties voor de sectorale fondsen van de paritaire Comités genoemd onder artikel 1, 1°, n), o) en p) bekomen door het resultaat van de berekening bedoeld in artikel 6 voor de werknemers aangegeven onder het paritaire subcomité 305.02 te verdelen over de drie genoemde fondsen volgens de verhouding van het aantal rechtopenende werknemers van het jaar 2006.

Voor het sectorale fonds van het paritaire Comité genoemd onder artikel 1, 1°, n) wordt hieraan toegevoegd het resultaat van de berekening bedoeld in artikel 6 voor de werknemers aangegeven onder het paritaire subcomité 305.01 in het jaar 2006. § 2. Ten einde te verzekeren dat de drie fondsen van de paritaire Comités genoemd onder artikel 1, 1°, n), o) en p) voldoende middelen hebben in het jaar 2008 om de reeds gecreëerde tewerkstelling verder te financieren, kunnen de Minister van Werk en de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid de dotaties voor het jaar 2008 zoals bepaald in § 1 herverdelen over de fondsen van de paritaire comités genoemd onder artikel 1, 1°, n), o) en p) op basis van een unaniem voorstel van de drie genoemde paritaire Comités, of de dotatie van deze fondsen verhogen. § 3. Vanaf het jaar 2009 wordt de dotatie voor de fondsen Sociale Maribel van de paritaire comités genoemd onder artikel 1, 1°, n), o) en p), berekend volgens de regels bepaald in artikel 6 met als basis het resultaat bekomen in § 1 voor het jaar 2008. Deze dotaties kunnen evenwel niet lager zijn dan de dotatie toegekend voor het jaar 2008 met toepassing van § 2. »

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2008, met uitzondering van artikel 1 dat in werking treedt de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^