Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juni 2014
gepubliceerd op 27 juni 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 2012 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022293
pub.
27/06/2014
prom.
18/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/18/2014022293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 27 maart 2012 tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, overeenkomsten kan sluiten voor de financiering van de deelname aan overleg rond een psychiatrische patiënt, de organisatie en coördinatie van dit overleg en de functie van referentiepersoon


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3° ;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 8 januari 2014;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 13 januari en 3 februari 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 24 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 maart 2014;

Gelet op advies 55.951/2 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aanbracht : 1° Het punt 3° wordt aangevuld met het volgende lid : "De relatie tussen de hulpverlener en de patiënt wordt in het vervolg van dit besluit "hulpverleningsrelatie" genoemd".2° Het punt 4° wordt aangevuld met het volgende lid : "De relatie tussen de gezondheidszorgbeoefenaar en de patiënt wordt in het vervolg van dit besluit "therapeutische relatie" genoemd".

Art. 2.Artikel 2, § 1, 1° wordt vervangen als volgt : "1° patiënten met een psychiatrische problematiek waarvoor een hoofddiagnose is gesteld op basis van de groepen van pathologieën uit de "Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV TR of DSM V)" of de "International Classification of Diseases (ICD-10-CM)", die van herhalende aard of potentieel van herhalende aard is en die als ernstig wordt beschouwd gezien de intensiteit en/of frequentie van de symptomen of/en de aanwezigheid van comorbiditeit.

De aanwezigheid van comorbiditeit betekent dat naast de hoofddiagnose hiervoor bepaald de patiënt minstens nog één bijkomende psychiatrische problematiek heeft waarvan de diagnose is gesteld op basis van de groepen van pathologieën uit de "Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM IV TR of DSM V)" of de "International Classification of Diseases (ICD-10-CM)". Echter de volgende groepen die uitsluitend betrekking hebben op of samengesteld zijn uit een exclusieve combinatie van de volgende pathologieën, zijn uitgesloten als hoofddiagnose : a) dementie;b) andere cognitieve stoornissen van medische, vasculaire of traumatische oorsprong;c) epilepsie;d) mentale retardatie; e) neurologische stoornis;"

Art. 3.In artikel 2, § 1 worden de punten 3° en 4° geschrapt.

Art. 4.Artikel 2, § 1, 5° wordt aangevuld als volgt : "f) een tenlasteneming gedurende minstens 14 dagen door een team psychiatrische zorg thuis vanuit een initiatief voor beschut wonen; g) voor volwassenen : een tenlasteneming gedurende één jaar door een psychiater of een centrum geestelijke gezondheidszorg; h) voor kinderen en jongeren : een tenlasteneming gedurende zes maanden door een kinderpsychiater of een centrum geestelijke gezondheidszorg.".

Art. 5.In artikel 2, § 2 wordt het volgende lid toegevoegd : "De verstrekkingen in dit besluit zijn eveneens van toepassing op patiënten die op het moment dat de therapeutische projecten voor jongere patiënten met een psychiatrische problematiek die onder een justitiële maatregel vallen (FOR-K) aflopen nog ten laste genomen worden door een dergelijk therapeutisch project voor zover de bepalingen van de artikelen 3, 5 en 10 op deze patiënten van toepassing zijn."

Art. 6.In artikel 5 wordt punt 3° vervangen als volgt : "3° minstens één van de aanwezige gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners is iemand uit de eerstelijnsgezondheidszorg of uit een dienst van de welzijnszorg erkend door de bevoegde Gewesten of Gemeenschappen;"

Art. 7.In artikel 7 wordt een punt 9° toegevoegd als volgt : "9° Ondersteunen van de referentiepersoon bij het opstellen van het begeleidingsplan."

Art. 8.Artikel 9 wordt vervangen als volgt : "

Art. 9.De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten kan, op voorwaarde dat de organisatie en coördinatie niet reeds op een andere manier ten laste worden genomen, hiervoor een vergoeding aanrekenen van 206,60 euro voor een eerste overleg rond een patiënt en 139,41 euro per georganiseerd opvolgoverleg.

Indien de dienst of instelling zoals bedoeld in artikel 6 voor deze organisatie en coördinatie een akkoord sloot met een SEL of een CCSD en op voorwaarde dat deze opdracht niet reeds op een andere manier ten laste worden genomen, kan voor een eerste overleg rond een patiënt 206,60 euro worden aangerekend en voor een opvolgoverleg 139,41 euro.

Deze bedragen worden nadien doorgestort aan de SEL of aan de CCSD."

Art. 9.In artikel 10 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden "De referentiepersoon heeft een directe zorgrelatie met de patiënt en heeft volgende verantwoordelijkheden :" vervangen door de woorden "De referentiepersoon heeft steeds de volgende verantwoordelijkheden :" 2° punt 1° van de opsomming wordt vervangen als volgt : "1° opstellen van het begeleidingsplan met ondersteuning van de coördinator overeenkomstig de afspraken die gemaakt zijn tijdens het overleg, en het overmaken aan de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten;";

Art. 10.Artikel 11 wordt vervangen als volgt : "Art 11. De rol van referentiepersoon kan opgenomen worden door gezondheidszorgbeoefenaars, door klinisch psychologen, door maatschappelijk werkers of door orthopedagogen die een directe therapeutische relatie of hulpverleningsrelatie hebben met de patiënt.

In afwijking van het voorgaande lid kan de rol van referentiepersoon voor kinderen en jongeren eveneens opgenomen worden door personeelsleden van erkende diensten en instellingen die professioneel hulp verlenen.".

Art. 11.Artikel 14, § 3, wordt vervangen als volgt : " § 3. Voor de andere gezondheidszorgbeoefenaars en hulpverleners dan deze bedoeld in paragraaf 2 die deelnemen aan het overleg kan de dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten de in § 1 bedoelde tegemoetkomingen maximaal twee keer aanrekenen indien meerdere diensten of instellingen die professioneel zorg of hulp verlenen aanwezig zijn.

De dienst of instelling waarmee in toepassing van artikel 6 een overeenkomst is gesloten maakt voorafgaand duidelijke afspraken met de betrokken gezondheidszorgbeoefenaars of hulpverleners over de verdeling van deze tegemoetkoming.".

Art. 12.In artikel 15, § 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 3° wordt vervangen als volgt : "3° minstens drie verschillende gezondheids-zorgbeoefenaars of hulpverleners aanwezig waren waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg en één uit de eerstelijnsgezondheidszorg of uit een dienst van de welzijnszorg erkend door de bevoegde Gewesten of Gemeenschappen;" 2° het 4° wordt vervangen als volgt : "4° in het begeleidingsplan minstens drie taakafspraken omschreven worden voor de gezondheids-zorgbeoefenaars of hulpverleners;hiervan is er minstens één voor een gezondheidszorgbeoefenaar uit de geestelijke gezondheidszorg of hulpverlener uit de sector geestelijke gezondheidszorg;"

Art. 13.Artikel 15, § 2, 2°, wordt vervangen als volgt : "2° minstens drie verschillende gezondheids-zorgbeoefenaars of hulpverleners aanwezig waren waarvan minstens één uit de sector geestelijke gezondheidszorg en één uit de eerstelijns-gezondheidszorg of uit een dienst van de welzijnszorg erkend door de bevoegde Gewesten of Gemeenschappen;"

Art. 14.Artikel 17 wordt vervangen als volgt : "

Art. 17.Voor volwassenen kunnen de tegemoetkomingen voorzien in dit besluit per patiënt maximaal drie keer per jaar aangerekend worden.

Voor kinderen en jongeren kunnen de tegemoetkomingen voorzien in dit besluit per patiënt maximaal vijf keer per jaar aangerekend worden.

Een jaar begint op de datum van het eerste overleg."

Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.

Art. 16.De minister bevoegd voor Sociale zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juni 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen Mevr. L. ONKELINX

^