Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 juni 2014
gepubliceerd op 02 juli 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2014022358
pub.
02/07/2014
prom.
18/06/2014
ELI
eli/besluit/2014/06/18/2014022358/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 JUNI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2002 pub. 04/04/2002 numac 2002022106 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering sluiten tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 208;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2002 pub. 04/04/2002 numac 2002022106 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering sluiten tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering;

Gelet op het advies van het Algemeen beheerscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 16 september 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 december 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 14 februari 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris van Ambtenarenzaken, gegeven op 7 april 2014;

Gelet op het advies 56.255/2 van de Raad van State, gegeven op 26 mei 2014;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 22 januari 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/01/2002 pub. 04/04/2002 numac 2002022106 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering sluiten tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en van de vergoedingen toe te kennen aan de voorzitters, ondervoorzitters, leden en secretarissen van sommige raden, comités, commissies en colleges van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, wordt een artikel 3bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 3bis.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitters van elke afdeling en aan de voorzitter van de gemeenschappelijke afdelingen van het Observatorium voor chronische ziekten, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die afdelingen bedoeld in artikelen 10octies, 2°, 3°, 4° en 5° en 10nonies van het koninklijk besluit van 3 juli 1996Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 19/12/2008 numac 2008001031 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type koninklijk besluit prom. 03/07/1996 pub. 10/12/2007 numac 2007000977 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen van het eerste semester van het jaar 2007 sluiten tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; 3° 2,48 euro aan de secretarissen en adjunct-secretarissen van die afdelingen.".

Art. 2.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4ter ingevoegd, dat luidt als volgt : « Art. 4ter, § 1. Per dag plenaire vergadering van de colleges van geneesheren voor weesgeneesmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 7,44 euro aan de leden van die colleges, vertegenwoordigers van de verzekeringsinstellingen;2° 2,48 euro aan de secretaris en de adjunct-secretaris van die colleges; § 2. Elke geneesheer-expert die lid is van een of meer van die colleges, ontvangt een jaarlijkse vergoeding van 108,88 euro, waaraan per dag plenaire vergadering een forfaitaire vergoeding van 46,63 euro wordt toegevoegd om de expertise die zij bij hun verschillende taken moeten verlenen, te dekken.".

Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 8ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 8ter.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Commissie voor tegemoetkoming van implantaten, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie voor tegemoetkoming van implantaten;3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie voor tegemoetkoming van implantaten.».

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13bis ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 13bis.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Stuurgroep kwaliteitspromotie tandheelkunde;2° 7,44 euro aan de leden van die Stuurgroep; 3° 4,96 euro aan de secretaris van die Stuurgroep.".

Art. 5.In hetzelfde besluit wordt een artikel 13ter ingevoegd, dat luidt als volgt : "

Art. 13ter.Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Evaluatiecommissie tandheelkunde;2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie; 3° 4,96 euro aan de secretaris van die Commissie.".

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 14sexies ingevoegd, dat luidt als volgt : " Art. 14quinquies. Per zittingsdag wordt een presentiegeld toegekend ten belope van : 1° 14,87 euro aan de voorzitter van de Beroepscommissie tandheelkunde, ingesteld bij de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het voormelde Instituut;2° 7,44 euro aan de leden van die Commissie; 3° 2,48 euro aan de secretaris van die Commissie.".

Art. 7.De minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 juni 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX

^