Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 mei 1999
gepubliceerd op 07 augustus 1999

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
1999016172
pub.
07/08/1999
prom.
18/05/1999
ELI
eli/besluit/1999/05/18/1999016172/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

18 MEI 1999. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 december 1970 houdende goedkeuring van het besluit d.d. 21 april 1970 van de Raad van Ministers van de Europese Gemeenschappen betreffende vervanging van de financiële bijdragen van de lidstaten door eigen middelen van de Gemeenschappen;

Gelet op de wet van 28 maart 1975 betreffende de handel in landbouw-, tuinbouw- en zeevisserijproducten, gewijzigd bij de wet van 11 april 1983 en bij de wet van 29 december 1990;

Gelet op de wet van 29 juli 1955 tot oprichting van een Landbouwfonds, gewijzigd bij de wet van 26 december 1956;

Gelet op de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, gewijzigd bij de wet van 24 december 1993;

Gelet op het koninkijk besluit van 1 september1955 houdende opdracht aan de Minister van Landbouw van de bevoegdheid om het bedrag en de voorwaarden van de bijdrage van het Landbouwfonds te bepalen;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1996 tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 30 oktober 1996;

Gelet op de verordening (EG) nr. 1527/95 van de Raad van 29 juni 1995 tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van de landbouwomrekeningskoersen voor bepaalde valuta's;

Gelet op de verordening (EG) nr. 2921/95 van de Commissie van 18 december 1995 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen betreffende de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen, laatst gewijzigd bij verordening (EG) nr. 1481/96 van 26 juli 1996;

Gelet op de beslissing van de Ministeraad van 10 november 1995;

Gelet op het akkoord van 9 augustus 1996 van de Europese Commissie;

Gelet op het overleg met de Gewestregeringen;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat onverwijld compenserende steunmaatregelen moeten genomen worden voor de inkomensverliezen die het gevolg zijn van de verlaging van de landbouwomrekeningskoersen en om zich te schikken naar de hiervoor vermelde verordeningen;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 4 augustus tot vaststelling van de compenserende steun in verband met de verlaging van bepaalde landbouwomrekeningskoersen worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° Het 2e lid wordt vervangen door de volgende bepaling : « Het premiesupplement bestaat uit meerdere gedeelten, toegekend volgens de hierna vermelde voorwaarden : a) een eerste premiegedeelte van 685 BEF per Groot Vee Eenheid (GVE) waarvoor op grond van de in 1994 ingediende aanvragen een van de in lid 1 bedoelde premies werd toegekend;b) een tweede premiegedeelte van 538 BEF per GVE, onder dezelfde voorwaarden als voorzien onder a);c) een nationale aanvulling van 430 BEF per GVE bij het eerste premiegedeelte onder dezelfde voorwaarden als voorzien onder a);d) een nationale aanvulling bij het tweede premiegedeelte van 405 BEF per GVE waarvoor op grond van de in 1994 ingediende aanvragen de speciale premie voor producenten van rundvlees werd toegekend.» 2° Het 3e en 4e lid worden opgeheven.

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 20 maart 1996, met uitzondering van artikel 1, 1°, b) en c) die uitwerking hebben met ingang van 9 augustus 1996 en van artikel 1, 1°, d) dat uitwerking heeft met ingang van 1 december 1997.

Art. 3.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 mei 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN

^