Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 mei 2008
gepubliceerd op 25 juni 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot opheffing en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008012472
pub.
25/06/2008
prom.
18/05/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 MEI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot opheffing en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, tot opheffing en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 mei 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers Collectieve arbeidsovereenkomst van 15 oktober 2007 Opheffing en vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983 betreffende de invoering en organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers (Overeenkomst geregistreerd op 8 november 2007 onder het nummer 85606/CO/120.01) HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft betrekking op de invoering en organisatie van zogenaamde overbruggingsploegen in ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.

Art. 2.Het stelsel van de overbruggingsploegen biedt aan de in artikel 1 bedoelde ondernemingen de mogelijkheid om, hetzij voor gans de onderneming, hetzij voor een of meerdere afdelingen ervan, het maximum aantal machine uren per jaar te verwezenlijken.

Art. 3.De ondernemingen die van de mogelijkheden van deze collectieve arbeidsovereenkomst gebruik wensen te maken, moeten zich in een ondernemingsovereenkomst verbinden tot een verhoging van het aantal arbeidsplaatsen in de afdeling(en) waar het stelsel van de overbruggingsploegen wordt ingevoerd. De invoering van overbruggingsploegen dient in elk geval een verhoging van het totaal aantal effectief tewerkgestelde werklieden in de onderneming tot gevolg te hebben.

De invoering van overbruggingsploegen in een of meerdere afdelingen mag geen aanleiding geven tot afdankingen in andere afdelingen, tenzij in het geval van sluiting van bepaalde afdelingen van de betrokken onderneming.

Bij invoering van productievere technologieën kan afgeweken worden van de verplichting tot verhoging van de tewerkstelling mits ter zake en voorafgaand aan de invoering ervan, een ondernemingsovereenkomst gesloten wordt tussen de betrokken werkgever, de vertegenwoordigers van de arbeiders in de onderneming en de gewestelijke werkgevers- en werknemersorganisaties.

Art. 4.De ondernemingen die overbruggingsploegen hebben ingevoerd, moeten bij eventuele gedeeltelijke werkloosheid deze gelijkwaardig verdelen over alle arbeidsstelsels van de betrokken afdeling(en).

Art. 5.Elke onderneming bedoeld in artikel 1, kan overgaan tot de invoering van overbruggingsploegen op voorwaarde dat dit gebeurt via een overeenkomst op ondernemingsvlak gesloten tussen de werkgever, de vertegenwoordigers van de arbeiders en de gewestelijke werkgevers- en werknemersorganisaties.

De gewestelijke werkgevers- en arbeidersorganisaties zullen met elkaar contact opnemen vooraleer zij, bij toepassing van deze kaderovereenkomst, een ondernemingsakkoord sluiten en/of concrete werkvoorwaarden bepalen. Naar aanleiding van dit contact zal nagegaan worden of de verhoging of bevordering van de tewerkstelling in de onderneming, het optimale gebruik van het productieapparaat vereist.

Art. 6.De in artikel 5 bedoelde ondernemingsovereenkomsten moeten in elk geval de regels en principes eerbiedigen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst worden vastgesteld. HOOFDSTUK II. - Arbeidsduur en lonen

Art. 7.De overbruggingsploegen waarborgen de continuïteit van de ondernemingsactiviteiten in de afdeling(en) waar zij worden ingevoerd en dit op zaterdagen, zondagen, wettelijke feestdagen en vervangingsdagen voor wettelijke feestdagen, waarop door traditionele ploegen niet gewerkt wordt.

Per ploeg zal de arbeider 12 uren aanwezig zijn, waarvan 11 u. 30 m. prestaties en 1/2 uur betaalde rust.

Zij zullen evenwel geen prestaties leveren op drie zaterdagen en drie zondagen per jaar, dit in de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie.

Art. 8.Voor de in artikel 7 bedoelde arbeidsprestaties en betaalde rust moet het globale jaarloon ontvangen in het traditioneel-3ploegenstelsel, worden gewaarborgd.

Art. 9.Elke andere prestatie dan deze bedoeld in artikel 7, moet als een buitengewone prestatie beschouwd worden en moet supplementair vergoed worden en dit aan hetzelfde uurloon als voor de gewone prestaties in overbruggingsploegen.

De werknemers tewerkgesteld in overbruggingsploegen kunnen echter niet opgeroepen worden op dagen tijdens de periode van de jaarlijkse collectieve vakantie zoals bepaald door het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.

Art. 9bis.De tijd dat de werknemers tewerkgesteld in dit stelsel een opleiding volgen tijdens de weekdagen (maandag tot vrijdag), op vraag van de werkgever, zal vergoed worden aan het gemiddelde uurloon van het traditionele drieploegenstelsel, dit wil zeggen het uurloon van de ochtendploeg, van de namiddagploeg en van de nachtploeg gedeeld door drie.

De eventuele gunstigere systemen die zouden bestaan op ondernemingsniveau blijven van toepassing.

Art. 9ter.De tijd dat de werknemers tewerkgesteld in dit stelsel deelnemen aan een vergadering van de ondernemingsraad en/of van het comité voor preventie en bescherming op het werk tijdens de weekdagen (maandag tot vrijdag) zal vergoed worden aan het gemiddeld uurloon van het traditionele drieploegenstelsel, dit wil zeggen het uurloon van de ochtendploeg, van de namiddagploeg en van de nachtploeg gedeeld door drie.

De eventueel gunstigere systemen die zouden bestaan op ondernemingsniveau blijven van toepassing. HOOFDSTUK III. - Toetreding

Art. 10.De toetreding tot het stelsel van de overbruggingsploegen is vrij. Voor de werklieden betekent dit dat zij niet kunnen verplicht worden om onder dit stelsel te werken.

Bovendien wordt uitdrukkelijk overeengekomen dat de ondernemingen die overbruggingsploegen willen uitvoeren, voor de samenstelling ervan uitsluitend mogen rekruteren uit volledig en uitkeringsgerechtigde werklozen, behoudens het op vrijwillige basis inschakelen in deze ploegen van bij de onderneming in dienst zijnde werknemers op voorwaarde dat elke van deze werklieden op zijn oorspronkelijke werkpost vervangen wordt, onverminderd de toepassing van de bepalingen van artikel 3, laatste lid. HOOFDSTUK IV. - Waarborgen

Art. 11.De ondernemingen die overbruggingsploegen invoeren moeten voor de in dit stelsel tewerkgestelde werklieden alle rechten en voordelen waarborgen die voortvloeien uit de uitvoering van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in de traditionele arbeidsstelsels.

Art. 11bis.§ 1. Voor de toepassing van artikel 30, § 2 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat betrekking heeft op het vaderschapsverlof, wordt de afwezigheidsduur van toepassing op de werklieden in dit stelsel vastgelegd op 4 dagen van 12 uren, te kiezen binnen de dertig dagen vanaf de dag van de bevalling. § 2. Voor de toepassing van artikel 30, § 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, dat betrekking heeft op het adoptieverlof, wordt de afwezigheidsduur van toepassing op de werklieden in dit stelsel vastgelegd op 4 dagen van 12 uren, te kiezen binnen de dertig dagen die volgen op de inschrijving van het kind in het bevolkingsregister of in het vreemdelingenregister van de gemeente van verblijf, alsof het deel uitmaakt van het gezin.

Art. 11ter.Overeenkomstig artikel 30, § 2 en § 3 van voornoemde wet geniet de arbeider het behoud van zijn loon gedurende 3/10 van zijn vaderschaps- of adoptieverlof, berekend op basis van 48 uren.

Gedurende 7/10 van zijn vaderschaps- of adoptieverlof geniet hij een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, berekend op basis van 48 uren.

Art. 11quater.In aanvulling op de ziekte- en invaliditeitsbijdrage betaalt de werkgever aan de arbeider, tewerkgesteld in dit stelsel, een toeslag die overeenkomt met het verschil tussen het vervangingsinkomen, berekend op basis van 48 uren en dat berekend op basis van 54 uren, onder voorbehoud van de beperking vastgelegd in het 3de lid van dit artikel.

Onder "vervangingsinkomen" moet worden verstaan : het behoud van het loon voor 3/10 en de ziekte- en invaliditeitsuitkering voor 7/10 van de uren begrepen in het vaderschaps- of adoptieverlof.

Het bedrag van de toeslag mag echter niet hoger zijn dan het verschil tussen, enerzijds, het bedrag van het bruto belastbaar loon dat de arbeider zou ontvangen hebben tijdens de uren die overeenkomen met 7/10, berekend op basis van 54 uren, en, anderzijds, het bedrag van de uitkering die hem wordt toegekend voor 7/10, berekend op basis van 48 uren, in het kader van de ziekte- en hospitalisatieverzekering.

Art. 12.Elke onderneming die een stelsel van overbruggingsploegen invoert moet ervoor zorgen dat de in het stelsel tewerkgestelde werklieden geen enkel financieel nadeel inzake sociale zekerheidsvergoedingen ondervinden tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en na de beëindiging van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Evaluatie

Art. 13.Het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers zal jaarlijks, in de loop van de maand december, een verslag opstellen inzake de naleving van deze kaderovereenkomst en inzake de tewerkstellingsresultaten die de toepassing van overbruggingsploegen oplevert.

Art. 14.Om het paritair subcomité in de mogelijkheid te stellen het in artikel 13 bedoelde verslag op te stellen, is elke onderneming die overbruggingsploegen invoert verplicht om, binnen de maand die volgt op het sluiten van de desbetreffende ondernemingsovereenkomst, een exemplaar van de overeenkomst te bezorgen aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.

Bovendien moet de gewestelijke werkgeversorganisatie alle gegevens verzamelen betreffende de jaarlijkse evolutie van de tewerkstelling in de ondernemingen waar overbruggingsploegen werden ingevoerd. Meer in het bijzonder moet voor elk van deze ondernemingen een overzicht opgemaakt worden over de evolutie van het aantal arbeidsplaatsen in de afdeling(en) waar overbruggingsploegen werden ingevoerd en tevens van de evolutie van het aantal arbeidsplaatsen voor de gehele onderneming.

Deze gegevens moeten opgenomen worden in een verslag dat per onderneming het beoogde overzicht weergeeft. Dit verslag moet door de gewestelijke werkgeversorganisatie een jaarlijks en vóór 1 december aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers worden bezorgd. HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen

Art. 15.Er kan een einde gemaakt worden aan een overbruggingsstelsel in een onderneming of in een ondernemingsafdeling, mits het in acht nemen van een opzeggingstermijn van drie maanden, schriftelijk betekend aan de ondertekenende partijen van de ondernemingsovereenkomst.

Art. 16.De ondernemingen waar voor het in werking treden van deze collectieve arbeidsovereenkomst reeds overbruggingsploegen functioneerden en/of waar ter zake een ondernemingsovereenkomst werd gesloten, zullen zo vlug mogelijk de nodige maatregelen nemen om zich aan dit akkoord aan te passen en dit ten laatste binnen de zes maanden. Deze termijn vangt aan op de datum van het in werking treden van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De aanpassing moet op zo een manier gebeuren, dat ze voor de in overbruggingsploegen tewerkgestelde werklieden geen nadelige gevolgen met zich brengt op het vlak van de arbeidsduur en het op het vlak van het loon.

Art. 17.In het kader van het koninklijk besluit nr. 179 van 30 december 1982 betreffende de experimenten voor aanpassing van de arbeidstijd in de ondernemingen met het oog op een herverdeling van de beschikbare arbeid, zijn de partijen overeengekomen om de nodige afwijkingen te vragen, zodat de tewerkstelling in de overbruggingsploegen voor de betrokken werklieden geen nadelige gevolgen met zich brengt op het vlak van de arbeidsduur en de sociale zekerheid.

Zo lang geen bevredigende regeling tot stand komt, moeten de ondernemingen die overbruggingsploegen invoeren, zich in de ondernemingsakkoorden schikken naar de bepalingen in artikel 12.

Art. 18.Elk interpretatiegeschil betreffende deze collectieve arbeidsovereenkomst zal aan het bureau van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers worden voorgelegd, dat hierover zal beslissen.

Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 15 oktober 2007. Zij wordt gesloten voor onbepaalde duur en kan enkel worden opgezegd mits naleving van een opzeggingstermijn van een jaar, schriftelijk betekend aan de ondertekenende partijen.

Art. 20.Deze overeenkomst annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 februari 1983 betreffende de invoering en de organisatie van overbruggingsploegen in de textielnijverheid van het administratief arrondissement Verviers.

Art. 21.Het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers vraagt dat deze overeenkomst algemeen verbindend verklaard wordt bij koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 mei 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^