Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 november 1997
gepubliceerd op 12 december 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012762
pub.
12/12/1997
prom.
18/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/18/1997012762/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het vervoer;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996, gesloten in het Paritair Comité voor het vervoer, betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor het vervoer Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996.

Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen (Overeenkomst geregistreerd op 7 augustus 1996 onder het nummer 42365/CO/140.01.02.03) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer alsook op hun werklieden, hierna "werknemers" genoemd.

Onder "werknemer", wordt bedoeld : 1° de werklieden en werksters;2° de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven;3° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden;4° de uitzendkrachten die ter beschikking van een in dit artikel bedoelde werkgever worden gesteld. HOOFDSTUK II. - Doeleinden

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is gesloten in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 houdende een sectoraal tewerkstellingsplan toepasselijk op de geregelde en speciale autobusdiensten en op de autocarondernemingen.

Artikel 3, a, 3° van bovenvermelde collectieve arbeidsovereenkomst bevestigt de wil van de ondertekenende organisaties de strijd tegen het sluikwerk onder al zijn vormen voortdurend te leiden. HOOFDSTUK III. - Begrippen

Art. 3.Onder "individueel document" wordt bedoeld het document voorzien bij artikel 8 van het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van sociale documenten.

Art. 4.Onder "Sociaal Fonds", wordt bedoeld het "Sociaal Fonds voor de werklieden van de ondernemingen der openbare en speciale autobusdiensten en van autocardiensten". HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur van het individueel document

Art. 5.§ 1er. Het door deze collectieve arbeidsovereenkomst beheerste individueel document heeft een geldigheidsduur van maximum 13 maanden. § 2. De geldigheidsduur van het individueel document neemt een aanvang op : a) ingeval van indiensttreding : de datum van indiensttreding;b) in de andere gevallen : 1 februari van het afleveringsjaar. § 3. De geldigheidsduur van het individueel document neemt een einde op 31 januari van het jaar volgend op dit van de aflevering.

Indien de arbeidsovereenkomst van de werknemer voor een bepaalde duur is gesloten, neemt de geldigheidsduur van het individueel document een einde op de laatste dag van de arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK V. - Verzoek tot aflevering van het individueel document

Art. 6.§ 1. Ten laatste op de dag van indiensttreding van de arbeider en vooraleer deze effectief aan het werk wordt gesteld, richt de onder artikel 1 bedoelde werkgever aan het Sociaal Fonds een aanvraag tot aflevering van het individueel document. § 2. Het aanvraagformulier tot aflevering van het individueel document dient opgesteld in drie exemplaren.

Eén exemplaar is voor de werkgever bestemd.

Eén exemplaar moet aan de werknemer afgegeven worden.

Het derde exemplaar moet aan het Sociaal Fonds overgemaakt worden overeenkomstig de bepalingen van artikel 7.

Art. 7.De aanvraag tot aflevering waarvan sprake in artikel 6, § 2, vierde lid wordt per fax bij het Sociaal Fonds ingediend.

De per fax ingediende aanvraag tot aflevering van het individueel document wordt per brief bevestigd.

De bevestigingsbrief moet ten laatste de eerst volgende werkdag verstuurd worden die de dag van de verzending van het faxbericht volgt.

Bij de bevestiging van de aanvraag, voegt de werkgever twee pasfoto's van de werknemer.

Art. 8.De aanvraag tot aflevering waarvan sprake in artikel 6 wordt ingediend middels het in bijlage I van deze collectieve arbeidsovereenkomst opgenomen document.

Art. 9.De aanvraag tot hernieuwing van het individueel document moet vóór 31 december van ieder jaar ingediend worden.

De bepalingen van artikel 6, § 2 zijn van toepassing.

Art. 10.Ingeval van wijziging van de arbeidsregime of van de wekelijkse arbeidsduur van de werknemer, is de werkgever er toe gehouden aan het Sociaal Fonds, mits inachtname van de procedure vastgesteld bij artikel 7 en ten laatste op de dag van inwerkingtreding van de wijziging, een formulier te versturen dat conform is aan het model opgenomen in bijlage I van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De bepalingen van artikel 6, § 2 zijn van toepassing.

Art. 11.Indien de in artikel 10 bedoelde wijziging als gevolg heeft dat de werknemer niet meer beschouwd wordt als deeltijds tewerkgesteld, wordt een nieuw individueel document uitgegeven.

Art. 12.Bij verlies, vernieling of beschadiging van het individueel document, moet de werkgever de aflevering van een nieuw individueel document aanvragen middels het formulier opgenomen in bijlage I van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze aanvraag wordt ingediend conform de bepalingen van de artikel 6 en 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Deze aanvraag moet niet vergezeld zijn van twee fotos.

De aanvraag moet worden ingediend ten laatste de eerste werkdag volgend op deze van de vaststelling van het verlies, de vernieling of de beschadiging.

Art. 13.De werkgever is er ook toe gehouden iedere wijziging aan het Sociaal Fonds die betrekking heeft op de gegevens vermeld onder de rubriek 2 mede te delen, met uitzondering van de gegevens die betrekking hebben op de werknemers, en onder rubriek 5 van het formulier opgenomen in bijlage I van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

De wijzigingen van de gegevens van rubriek 2 die betrekking hebben op de werknemers worden automatisch door de Kruispuntbank en de "Vereniging van de Fondsen voor Bestaanszekerheid" medegedeeld.

Deze mededeling moet ten laatste op de dag van inwerkingtreding van de wijziging plaatsvinden.

Deze mededeling geschiedt per fax. Ze moet per brief bevestigd worden.

Deze brief moet ten laatste de daarop volgende werkdag verstuurd worden.

De bepalingen van artikel 6, § 2, derde lid zijn van toepassing. HOOFDSTUK VI. - Inhoud van het individueel document

Art. 14.Het individueel document bevat de volgende inlichtingen : 1° Betiteling : Arbeidskaart - Individueel document;2° Betreffende de werknemer : a) de naam en voornamen;b) nummer toegekend door het Sociaal Fonds aan het individueel document uitgegeven op naam van de werknemer;c) geboorteplaats en -datum;d) nummer van inschrijving in het personeelsregister;e) de functie;f) aanvangsdatum van tewerkstelling;g) de voltijdse of deeltijdse tewerkstelling;h) het nummer van het individueel document;i) de pasfoto van de werknemer;3° Betreffende de werkgever : a) de benaming van de werkgever;b) woonplaats of maatschappelijke zetel; c) het inschrijvingsnummer bij de R.S.Z.; d) het bevoegd paritair comité;4° Een door de werknemer getekende verklaring op eer. Het individueel document is conform aan het model opgenomen in bijlage III van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Overhandiging van het individueel document

Art. 15.Zodra de werkgever in het bezit is van het individueel document dat door het Sociaal Fonds werd doorgegeven, is hij er toe gehouden het aan de werknemer te overhandigen.

Art. 16.De werkgever overhandigt het individueel document aan de werknemer tegen ondertekening van het ontvangtsdocument waarvan het model in bijlage II van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgesteld is.

De werknemer geeft aan de werkgever het exemplaar van het aanvraagformulier tot aflevering van het individueel document terug dat hij bij toepassing van het artikel 6, § 2 had ontvangen.

Op het ogenblik dat de werknemer een nieuw individueel document ontvangt, geeft hij aan de werkgever terug het individueel document waarvan de geldigheid een einde genomen heeft.

Art. 17.Binnen de acht dagen te rekenen vanaf de overhandiging van het individueel document aan de werknemer, is de werkgever er toe gehouden aan het Sociaal Fonds het document te versturen dat door de arbeider getekend werd bij toepassing van artikel 16 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Indien de werkgever aan de werknemer een nieuw individueel document heeft overhandigd, stuurt hij aan het Sociaal Fonds het individueel document terug waarvan de geldigheid een einde genomen heeft.

Art. 18.Indien de werkgever de bepalingen van dit Hoofdstuk niet eerbiedigt, is hij verschuldigd ten aanzien van het Sociaal Fonds van de schadeloosstellende bijdrage geregeld door hoofdstuk XIV van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VIII. - Bewaring van documenten door de werkgever

Art. 19.De werkgever moet, gedurende vijf jaar te rekenen vanaf 1 januari van het jaar volgend op hetwelk de geldigheidsduur van het individueel document verstrijkt, de volgende documenten bewaren : a) afschrift van de in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde aanvraag tot aflevering van het individueel document;b) afschrift van de wijzigingen die aan het Sociaal Fonds werden medegedeeld bij toepassing van artikel 10 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;c) afschrift van de mededelingen aan het Sociaal Fonds verstuurd bij toepassing van de artikelen 12 en 13 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IX. - Verplichting van de werknemer

Art. 20.§ 1. De werknemer moet, tijdens de hele duur van zijn prestaties, het individueel document, dat door de werkgever hem werd overhandigd, zichtbaar op het bovenlichaam dragen. § 2. De verplichting om het individueel document zichtbaar te dragen zoals door § 1 geregeld is van toepassing wanneer de werknemer achter het stuur zit. § 3. Tijdens de prestaties die niet onder § 2 zijn bedoeld, moet de werknemer het individueel document kunnen tonen op verzoek van een overste of van een functionaris die met het toezicht van de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten belast is. § 4. Gedurende de tijdsspanne tussen de indiensttreding en de overhandiging van het door het Sociaal Fonds uitgegeven individueel document, moet de werknemer altijd op zich het exemplaar van aanvraag tot aflevering van het individueel document waarvan sprake in artikel 6, § 2, derde lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze bepaling is eveneens van toepassing op alle werknemers tijdens de maand maart 1996. § 5. Mits naleving van de procedure voorzien door de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen en binnen de perken van het in de onderneming toepasselijke arbeidsreglement, kan de werkgever een sanctie opleggen ten laste van de werknemer die de bepalingen van dit artikel niet nakomt. HOOFDSTUK X. - Taken van het Sociaal Fonds

Art. 21.In het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst, neemt het Sociaal Fonds de volgende taken op zich : a) uitgifte van de individuele documenten;b) bewaring van de aanvragen tot aflevering van de individuele documenten;c) het bijhouden van een register van de inkomende faxberichten met bij elk binnenkomend bericht het uur ervan;d) beheer van het bestand betreffende de individuele documenten;e) inning van de kostprijs betreffende de uitgifte van het individueel document zoals vastgesteld door artikel 28 van deze collectieve arbeidsovereenkomst;f) inning van de schadeloosstellende bijdrage vastgesteld in hoofdstuk XIV van deze collectieve arbeidsovereenkomst g) bewaring van alle documenten die door de werkgevers verstuurd worden bij toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 22.Om de twee weken, richt het Sociaal Fonds tot de Inspectie van Sociale Wetten van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid de volgende inlichtingen : a) per werkgever, de lijst van de uitgegeven individuele documenten;b) per werkgever, de lijst van de aangevraagde en niet uitgegeven individuele documenten met vermelding van de redenen er van.

Art. 23.Het Sociaal Fonds krijgt de toelating om aan elke bevoegde overheidsdienst die er toe verzoekt de inlichtingen te verstrekken betreffende de uitgegeven individuele documenten alsook betreffende de aangevraagde maar niet uitgegeven individuele documenten met de vermelding van de redenen van niet-uitgifte.

Art. 24.Binnen de maand volgend op het einde van ieder kwartaal, richt het Sociaal Fonds tot het Beperkt Comité, opgericht krachtens artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 houdende een sectoraal tewerkstellingsplan toepasselijk op de geregelde en speciale autobusdiensten en op de autocarondernemingen, een verslag betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 25.Wanneer de werkgever geen aangifte indient bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, kan het Sociaal Fonds beroep doen op de medewerking van de Inspectie van de Sociale Wetten of van de Sociale Inspectie.

Art. 26.Het Sociaal Fonds is er toe gemachtigd om ambtshalve aan de bevoegde federale, gewestelijke of gemeenschaps- overheden mede te delen : a) de lijst van de werkgevers die de aflevering van het individueel document geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst aanvragen;b) per werkgever, het aantal afgeleverde individuele documenten;c) per werkgever, het aantal individuele documenten waarvan de aflevering geweigerd werd alsook de redenen van deze weigering;d) per werkgever, de lijst van de arbeiders ten behoeve van dewelke het individueel document werd afgeleverd;e) de lijst van de werkgevers die de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet eerbiedigen. HOOFDSTUK XI. - Kost van de aflevering van het individueel document

Art. 27.De kost betreffende de uitgifte van de individuele documenten valt ten laste van de werkgever die de uitgifte aanvraagt.

Art. 28.§ 1. Per individueel document, is de kost op 350 F vastgesteld. § 2. In afwijking op de bepalingen van paragraaf 1, wordt de kostprijs op 1.000 F gebracht voor de volgende categorieën werknemers : 1° de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten ongeacht de juridische kwalificatie die door de partijen aan hun arbeidsovereenkomst werd gegeven; Worden hierdoor niet bedoeld de werknemers in de zin van artikel 1, tweede lid, 1° van deze collectieve arbeidsovereenkomst. 2° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden;3° de uitzendkrachten die ter beschikking van een in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgever wordt gesteld. § 3. De prijs kan aangepast worden op eenvoudige beslissing van de raad van beheer van het Sociaal Fonds.

Art. 29.De werkgever stort op de bankrekening van het Sociaal Fonds het bedrag dat verschuldigd is krachtens artikel 28 en dit op het moment dat hij tot het Sociaal Fonds de aanvraag tot aflevering richt. HOOFDSTUK XII. - Weigering van aflevering van het individueel document

Art. 30.Het Sociaal Fonds is er toe gehouden de aflevering van het individueel document te weigeren in de volgende gevallen : a) indien de aanvraag tot aflevering onjuist of onvolledig ingevuld is; b) indien de aanvraag tot aflevering ingediend wordt door een werkgever die niet bij de R.S.Z. is ingeschreven met het kencijfer toegekend aan de onder artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgevers; c) indien de aanvraag tot aflevering betrekking heeft op een werknemer die minstens de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, behalve indien : 1° de werknemer de verklaring op eer getekend heeft die opgenomen is in bijlage van het aanvraagformulier tot van aflevering van het individueel document;2° de aanvraag vergezeld is van een attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Pensioenen waaruit blijkt dat de werknemer niet van een rust- of overlevingspensioen geniet; De werknemer wordt beschouwd als genietend van een rust- of overlevingspensioen van zodra de bevoegde overheid of administratie hem het recht op dit pensioen heeft toegekend en het bedrag er van heeft bepaald.

De werknemer die van een overlevingspensioen geniet mag het individueel document geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst krijgen indien hij aan de voorwaarden beantwoordt die bepaald zijn door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensioneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer. d) indien de aanvraag tot aflevering betrekking heeft op een deeltijdse tewerkgestelde arbeider, moet de aanvraag vergezeld zijn van een attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening waaruit blijkt dat de arbeider niet uitgesloten is van het recht op werkloosheidsuitkeringen tengevolge het genot van een rust- of overlevingspensioen. De werknemer wordt beschouwd als genietend van een rust- of overlevingspensioen van zodra de bevoegde overheid of administratie hem het recht op dit pensioen heeft toegekend en het bedrag er van heeft bepaald.

De werknemer die van een overlevingspensioen geniet mag het individueel document geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst krijgen indien hij aan de voorwaarden beantwoordt die bepaald zijn door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensioneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer. e) indien de werkgever aan het Sociaal Fonds het bedrag verschuldigd krachtens artikel 28 van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet heeft gestort;f) indien de werkgever geen aangifte bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid indient;g) indien de aanvraag tot aflevering van het individueel document betrekking heeft op een nieuw aangeworven werknemer die minstens de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt zonder de leeftijd van 65 jaar te hebben bereikt : 1° moet de werknemer de verklaring op eer opgenomen in bijlage van het aanvraagformulier tot aflevering van het individueel document hebben getekend;2° binnen de maand volgend op de indiening van het aanvraagformulier tot aflevering van het individueel document, moet de werkgever aan het Sociaal Fonds het attest versuren waaruit blijkt dat de betrokken niet van het recht op werkloosheidsuitkeringen is uitgesloten tengevolge het genot van een rust- of overlevingspensioen en dat hij niet geniet van een brugpensioenstelsel. De werknemer wordt beschouwd als genietend van een rust- of overlevingspensioen van zodra de bevoegde overheid of administratie hem het recht op dit pensioen heeft toegekend en het bedrag er van heeft bepaald.

De werknemer die van een overlevingspensioen geniet mag het individueel document geregeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst krijgen indien hij aan de voorwaarden beantwoordt die bepaald zijn door artikel 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het tewerkstellingsverbod van gepensioneerden en bruggepensioneerden in de ondernemingen van het geregeld vervoer, van het bijzonder geregeld vervoer en van het ongeregeld vervoer die ressorteren onder het Paritair Comité voor het vervoer.

Art. 31.In geval van toepassing van artikel 30, a), en/of d), nodigt het Sociaal Fonds de werkgever uit de aanvraag tot aflevering correct en volledig in te vullen.

In de mate van het mogelijk, gebruikt het Sociaal Fonds de fax om de werkgever te contacteren.

Art. 32.In geval van toepassing van artikel 30, b), deelt het Sociaal Fonds aan de Voorzitter van het Paritair Comité voor het vervoer mede de naam en adres van de werkgever.

De Voorzitter ziet bij de bevoegde dienst van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, na het advies dat gegeven werd betreffende het paritair comité waaronder de werkgever ressorteert.

Indien de inlichtingen die door de Voorzitter verzameld zijn laten blijken dat de werkgever van het Paritair Comité voor het vervoer niet afhangt of dat geen advies uitgebracht werd, kunnen de ondertekenende organisaties bij de bevoegde dienst van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid verzoeken dat een onderzoek plaatsvindt om het bevoegd paritair comité te bepalen.

Indien de door de Voorzitter verzamelde inlichtingen laten blijken dat de werkgever wel van het Paritair Comité voor het vervoer afhangt maar dat hij bij de R.S.Z. niet ingeschreven is onder een kengetal van dit Paritair Comité, is het Sociaal Fonds gemachtigd om : 1° de werkgever uit te nodigen bij de R.S.Z. een wijziging van zijn inschrijvingsnummer aan te vragen; 2° de R.S.Z. te verzoeken een ambtshalve wijziging van het inschrijvingsnummer van de werkgever door te voeren; 3° een tussenkomst van de Inspectie van de Sociale Wetten aan te vragen;4° de bekomen inlichtingen aan alle bevoegde overheden door te geven. Zolang de werkgever bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid niet ingeschreven is onder het kengetal voorbehouden aan de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgevers, wordt het individueel document niet afgeleverd.

Art. 33.In geval van toepassing van artikel 30, c), is het Sociaal Fonds gemachtigd de juistheid van de werknemersverklaringen na te kijken.

Art. 34.In geval van toepassing van artikel 30, e), wordt het individueel document niet afgeleverd zolang de werkgever het verschuldigd bedrag niet heeft gestort.

Art. 35.In toepassing van artikel 30, f), zolang de werkgever geen aangifte heeft ingediend bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, levert het Sociaal Fonds geen individueel document af.

Art. 36.In geval van toepassing van artikel 30, g), geeft het Sociaal Fonds het aangevraagde individueel document niet uit zolang het niet in het bezit is van de attest afgeleverd door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Art. 37.Indien de werkgever geen aangifte bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid heeft ingediend of indien uit deze aangifte blijkt dat de werkgever voor al de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werknemers of voor sommige werknemers geen aanvraag tot aflevering van het individueel document heeft ingediend, is het Sociaal Fonds ertoe gemachtigd een tussenkomst van de Inspectie van de Sociale Wetten te vragen. HOOFDSTUK XIII. - Andere verplichtingen van de werkgever

Art. 38.§ 1. Het Sociaal Fonds ontvangt automatisch de gegevens betreffende de in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werknemers en werkgevers via de Kruispuntbank en de "Vereniging van de Fondsen voor Bestaanszekerheid". § 2. De in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgever is ook ertoe gehouden de bepalingen van de artikelen 5 tot 20, 28, § 2, 30 a) tot 30 e), 30 g) tot 36, 39 tot 41 en 43 tot 51 te eerbiedigen ten aanzien van de volgende categorieën van werknemers : 1° de uitzendkrachten die ter zijner beschikking worden gesteld;2° de personen verbonden door een arbeidsovereenkomst geregeld door de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten die hoofdzakelijk handenarbeid verrichten en die aan de Rijksdienst voor sociale zekerheid niet als arbeiders zijn aangegeven;3° de personen bedoeld in artikel 3, 5°bis van het koninklijk besluit van 28 november 1969 betreffende de sociale zekerheid van de loontrekkenden. HOOFDSTUK XIV. - Schadeloosstellende bijdrage

Art. 39.Zonder afbreuk te doen op de sancties voorzien door of krachtens de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en/of het koninklijk besluit van 8 augustus 1980 betreffende het bijhouden van de sociale documenten of door andere wetten of besluiten, is de werkgever er toe gehouden een schadeloosstellende bijdrage aan het Sociaal Fonds te storten in de gevallen voorzien in dit hoofdstuk.

Art. 40.§ 1. De verschuldigde schadeloosstellende bijdrage wordt door het Beperkt Comité opgericht door artikel 7 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 1995 houdende een sectoraal tewerkstellingsplan toepasselijk op de geregelde en speciale autobusdiensten en op de autocarondernemingen. § 2. Vooraleer het bedrag van de schadeloosstellende bijdrage vast te stellen, nodigt het Beperkt Comité de werkgever zijn verdedigingsmiddelen te laten gelden.

Tot deze einde, richt de Voorzitter van het Beperkt Comité aan de werkgever een aangetekende brief waarin hij de feiten vermeldt die hem verweten zijn.

De werkgever beschikt over een termijn van één maand om zijn middelen te laten gelden. § 3. Na ontvangst van het antwoord van de werkgever, kan het Beperkt Comité beslissen de schadeloosstellende bijdrage niet toe te passen. § 4. Bij ontstenis van antwoord van de werkgever of indien het Beperkt Comité beslist de procedure voort te zetten, is de werkgever, per aangetekende brief, uitgenodigd aan de vergadering van het Beperkt Comité deel te nemen om zijn stelling mondeling uit te leggen. § 5. Iedere beslissing van het Beperkt Comité is gemotiveerd. § 6. De beslissing van het Beperkt Comité is aan de werkgever per aangetekende brief verstuurd.

Art. 41.Indien de werkgever nalaat de aflevering van het individueel document aan te vragen, is het bedrag van de schadeloosstellende bijdrage op 10.000 F vastgesteld per arbeider en per kwartaal voor dewelke de aflevering niet werd aangevraagd.

Art. 42.Wanneer de werkgever niet binnen de termijnen voorzien de wetgeving zijn aangifte indient bij de Rijksdienst voor sociale zekerheid, is hij ertoe gehouden aan het Sociaal Fonds een schadeloosstellende bijdrage te betalen waarvan het bedrag vastgesteld is op : 1° bij de eerste inbreuk : 1.000 F; 2° bij de volgende inbreuken : 2.000 F.

Art. 43.Indien de werkgever de aflevering van een individueel document betreffende een deeltijds tewerkgestelde werknemer heeft aangevraagd en indien het blijkt dat de werknemer voltijds is tewerkgesteld, is de schadeloosstellende bijdrage vastgesteld bij artikel 41 van toepassing.

Art. 44.Indien de werkgever nalaat het individueel document aan het Sociaal Fonds terug te sturen binnen de acht dagen te rekenen vanaf het einde van de tewerkstelling van de arbeider, is hij er toe gehouden aan het Sociaal Fonds een schadeloosstellende bijdrage te storten van 25.000 F per arbeider voor dewelke hij de bepalingen van artikel 46 van deze collectieve arbeidsovereenkomst niet heeft nageleefd. HOOFDSTUK XV. - Uitdiensttreding

Art. 45.Op het ogenblik dat de arbeidsovereenkomst een einde neemt, is de werknemer er toe gehouden het individueel document dat de werkgever hem overhandigd heeft aan de werkgever terug te geven.

Art. 46.De werkgever is er toe gehouden aan het Sociaal Fonds, binnen de acht dagen te rekenen vanaf het einde van de overeenkomst, het individueel document van de werknemer wiens arbeidsovereenkomst een einde genomen heeft terug te sturen. HOOFDSTUK XVI. - Overgangsbepalingen

Art. 47.Voor de werknemers die in dienst zijn op de datum van inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst, zijn de werkgevers er toe gehouden aan het Sociaal Fonds de aanvraag tot aflevering van het individueel document in te dienen vóór 31 maart 1996.

Art. 48.Voor de arbeiders die in dienst van de werkgever treden na 31 januari 1996 en vóór 15 april 1996, moet de aanvraag tot aflevering van het individueel document in het bezit zijn van het Sociaal Fonds ten laatste op 15 april 1996. HOOFDSTUK XVII. - Opheffingsbepalingen

Art. 49.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft op en vervangt met uitwerking op 31 januari 1996 de collectieve arbeidsovereenkomst van 31 janauri 1996 betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen (geregistreerd onder het nummer 41195/CO/140.01.02.03 op 21 maart 1996). HOOFDSTUK XVIII. - Geldigheidsduur

Art. 50.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor onbepaalde duur gesloten en treedt inwerking op 31 januari 1996.

Art. 51.Zij kan opgezegd worden door iedere partij mits betekening, per aangetekende brief gericht tot de Voorzitter van het paritair comité vóór 1 oktober van ieder jaar.

De opzegging heeft uitwerking op 1 januari van het jaar volgend op hetwelk ze betekend werd aan de Voorzitter van het paritair comité.

Art. 52.Behalve indien de opzegging het gevolg is van de invoering van de sociale identiteitskaart ten aanzien van de door deze collectieve arbeidsovereenkomst bedoelde werkgevers, moet de opzeggingsbrief de redenen ervan vermelden.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage I van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen.

Aanvraagformulier tot aflevering van een individueel document.

I. AARD VAN DE MEDEDELING. A. De betrokken werknemer is nog geen houder van een individueel document. 1.1. Aangifte van een in dienst tredende werknemer die nog niet in het bezit is van een individueel document.

B. De betrokken werknemer is houder van het individueel document nr..... geldig van.... tot.... 1.2. Aangifte van een in dienst tredende werknemer. 1.3. Aangifte van het einde van de arbeidsovereenkomst. 1.4. Aangifte van verlies / vernieling / beschadiging van het individueel document. 1.5. Mededeling van een wijziging van gegevens vermeld onder de rubrieken 2 en 5.

II. IDENTITEITSGEGEVENS. WERKGEVER. 2.1. Naam en voornaam of maatschappelijk naam : 2.2. Hoofdverblijfsplaats of maatschappelijke zetel : 2.3. Benaming waaronder de werkgever zich tot het publiek richt : 2.4. Inschrijvingsnummer R.S.Z. : 2.5. Nummer van de bevoegde paritair comité en paritair subcomités voor de arbeiders : 2.6. Nummer van het bevoegd paritair comité voor de bedienden : WERKNEMER : 2.7. Naam en voornaam : 2.8. Geboorteplaats en -datum : 2.9. Hoofdverblijfsplaats : 2.10. Identificatienummer van de sociale zekerheid : III. GEGEVENS INZAKE BEGIN EN EINDE VAN DE ARBEIDSOVEREENKOMST. 3.1. Eerste dag van de tewerkstelling : 3.2. Einddatum van de arbeidsovereenkomst : IV. ALGEMENE GEGEVENS INZAKE DE WERKNEMER. 4.1. Nummer inschrijving in het personeelsregister : 4.2. Geslacht : 4.3. Nationaliteit : 4.4. Aard en nummer van het identiteitsbewijs : V. GEGEVENS INZAKE DE ARBEIDSVOORWAARDEN VAN DE WERKNEMER. 5.1. Arbeidsregime : 5.2. Dagelijkse en wekelijkse arbeidsduur : 5.3. Functie : 5.4. Werkplaats : 5.5. Aanvangsbedrag en overige bestanddelen van het loon : 5.6. Voorziene duur van de tewerkstelling : Datum en handtekening van de werkgever, zijn aangestelde of lasthebber. 6. Verklaring op eer te teken door de werknemer. Ik ondertekenende, naam en voornaam : hoofdverblijfsplaats : verklaar op eer : 1° niet te hebben ontvangen van de bevoegde administratie of overheid, noch in het stelsel van de loontrekkenden, noch in het stelsel van de zelfstandigen, noch in de overheidssector, een beslissing die het bedrag vaststelt van mijn rustpensioen of van het om even welke sociale vergoeding, met uitsluiting van de werkloosheidsuitkeringen, waarvan het genot onderworpen is aan de voorwaarde dat geen beroepsactiviteit meer wordt uitgeoefend of dat de inkomsten voortspruitend uit deze activiteit een bepaald bedrag niet overschrijden;2° niet te genieten van een overlevingspensioen noch in het kader van het stelsel van de loontrekkenden, noch in het stelsel van de zelfstandigen, noch ten laste van een werkgever van de overheidssector; 3° te genieten van een overlevingspensioen in het stelsel van de loontrekkenden of in het stelsel van de zelfstandigen of ten laste van een werkgever van de overheidssector sinds... (datum) en te zijn tewerkgesteld in de sector van bus & cars sinds.. (datum), te weten bij de werkgever... (naam en adres); 4° tewerkgesteld te zijn geweest in de overheidssector in dienst van de volgende werkgevers (naam en adres) : 5° niet te genieten van enig stelsel van brugpensioen;6° tewerkgesteld te zijn geweest als mijnwerker in dienst van de volgende werkgevers (naam en adres) : 7° niet te genieten van enig pensioen in het stelsel van de mijnwerkers. Indien de werknemer van enig pensioen in het stelsel van de mijnwerkers geniet, is hij er toe gehouden de naam van de instelling te vermelden die het pensioen uitbetaalt.

Geef de toelating aan het Sociaal Fonds de juistheid van mijn verklaringen na te zien bij de bevoegde instanties.

Datum en handtekening van de werknemer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage II van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen.

ONTVANGSBEWIJS VAN HET INDIVIDUEEL DOCUMENT TE TEKENEN DOOR DE WERKNEMER EN AAN HET SOCIAAL FONDS TERUG TE STUREN. Ik ondertekenende ( naam en voornaam) : hoofdverblijfsplaats : verklaar vandaag te hebben ontvangen het individueel document nr..... dat mij door mijn werkgever werd overhandigd : ( naam en maatschappelijke zetel) : Ik erken dat de op het individueel document opgenomen vermeldingen met de werkelijkheid overeenstemmen.

Datum en handtekening van de werknemer.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage III van de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 juni 1996 betreffende het individueel document in de ondernemingen voor geregelde en speciale autobusdiensten en van de autocarondernemingen.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 november 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld

^